H In de haven van Gersjøh waren ooit tien palingvissers actief; Thomas is nog de enige.
H In de haven van Gersjøh waren ooit tien palingvissers actief; Thomas is nog de enige. Michel Verschoor

‘Laten we als palingvissers internationaal samenwerken’

Algemeen

KOPENHAGEN - Thomas Bierberg-Christensen (43) is palingvisser in Gersjøh, een dorpje zestig kilometer ten westen van Kopenhagen. Hij vist met fuiken in het brakke Roskildefjord dat via het Isefjord in een open zeeverbinding staat met het Kattegat. ,,Onze haven had ooit tien palingvissers. Nu ben ik hier de enige.”

Als scholier was Thomas Bierberg-Christensen bij zijn grootvader in de leer. Die viste met fuiken in zee rond het eiland Funen, tussen Jutland en Seeland. Visser wilde de kleine Thomas worden en niets anders. De wens dit vrije beroep uit te oefenen liet hem zijn latere leven niet los.

,,Maar een aalvergunning bemachtigen werd naarmate ik ouder werd steeds lastiger dankzij aangescherpte visserijwetgeving en ingewikkelde procedures”, vertelt Thomas op een zonnige augustusdag in het haventje van Gersjøh, terwijl hij in rap tempo paling kuist, ontvelt en portioneert voor klanten die op bestelling een maaltje komen afhalen.

Visrechten vervallen

Thoma vervolgt: ,,Fulltime palingvissers hebben in Denemarken een grote vergunning op naam. Die mag sinds de inwerkingtreding van de Europese Aalverordening in 2009 niet meer verkocht of verhuurd worden. Zelfs niet aan een opvolgend gezins- of familielid. Alle vakkennis, alle investeringen die zijn gedaan zijn nu in één keer foetsie. Dankzij een Deens politiek besluit, dat nergens door de EU is voorgeschreven en dat nergens internationaal zo wordt nagevolgd. Als een beroepsvisser met een grote vergunning stopt of overlijdt, vervallen zijn visrechten en worden die alleen bij voldoende belangstelling van recreatievissers in kleine eenheden opgedeeld. Recreatievissers die bij ons met de hengel en met staandwant mogen vissen en vijf jaar of langer actief zijn kunnen zich er voor inschrijven. Zo kwam ook ik na jaren geduldig wachten en telkens opnieuw proberen aan de kleinschalige akte die ik in 2016 in bezit kreeg. Na een ingewikkelde sollicitatieprocedure, waar een heel comité zich over buigt.”

Furieus

Thomas heeft nog altijd de stille hoop op meer, maar palingvissers hebben ook in Denemarken het tij tegen. Hier voelen zij zich gemangeld tussen groene Scandinavische visserijpolitiek, verordeningen uit het verre Brussel en de ‘samenspannende’ in Thomas’ ogen ‘grote’ aallanden Frankrijk, Spanje, Polen en Nederland.

,,Tijdens de EU Visserijraad in december 2022 had ik nauw contact met onze visserij-afgevaardigde. Die vertelde dat het er tijdens de slotbijeenkomst in de loop van de avond gunstig uitzag. Geen alarm, er komen geen nieuwe visserijbeperkende maatregelen, alle seinen staan op veilig, was de boodschap. De volgende dag lag er echter een besluit dat onze aalvisserij in zee en in brak water met een open zeeverbinding - 99% van de Deense aalvisserij - zo goed als de nekslag toediende.” De gesloten tijd van drie maanden - net als in Nederland al jaren het geval is – werd opgerekt naar zes maanden. ,,Deense palingvissers werden in 2022 hard getroffen. Het maakte mij furieus.”

De beslissing viel daags na Deense parlementsverkiezingen. Op het moment van onderhandelen in Brussel was er nog geen nieuwe regering. ,,Mogelijk een oorzaak dat onze visserijminister het niet hard genoeg heeft gespeeld. Toch denk ik eerder dat Zuid-Europese landen die nacht samenspanden met Nederland, Polen en Duitsland, waar toen nog een handvol zoute aalvissers actief was. In tegenstelling tot de in die landen veel omvangrijkere palingvisserij in afgesloten brak en in zoet binnenwater, dat in tegenstelling tot Europese zeeën en open brakke fjorden onder nationale zeggenschap valt. Frankrijk, Spanje en Portugal vangen op hun beurt grootschalig glasaal in rivieren en in brakke delta’s.”

Thomas zijn punt? ,,De Deense palingvisserij op zee en in de open brakke fjorden is geofferd om die op zoet water elders in Europa in stand te houden. Europa duwt de laatste Deense palingvissers de afgrond in”, zegt de nog altijd verbijsterde visser uit Gersjøh. ,,Door telkens nieuwe visserijbeperkende maatregelen in de voeren, verdampt ons verdienmodel en is de palingvisserij ten dode opgeschreven. Bij ons en elders in Europa.”

Leefnet

Voor foto’s gaan we een half uurtje het water op en varen een rondje in zijn polyester motorboot. Zijn fuiken zijn gisteren geleegd en de vangst bevindt zich in een groot leefnet tussen staken niet ver van de oever.

Thomas vist met niet meer dan zes regels fuiken met schutnetten. Net als zijn kleinschalige collega-vissers elders in het land die als parttimers met kleine vergunning met de aalvangst wat bijverdienen. Ze verwerken en verkopen hun paling aan particulieren of leveren aan rokerijen en restaurants. 

De bescheiden vangsten maken het dankzij noodzakelijke vakkennis, het bewerkelijke karakter en de pittige consumentenprijzen net geen hobbyvisserij, maar ervan rondkomen lukt natuurlijk niet. Om zijn gezin te onderhouden werkt hij vier dagen per week als docent handenarbeid op een scholengemeenschap.

Makreel

,,Op dit reusachtige water,” zegt Thomas, ,,vissen nog twee fulltime vissers. Ik heb geregeld contact met John Andersen, een palingvisser van 85 die nog dagelijks actief is. Zijn bedrijf zou ik graag overnemen, maar de overheid staat dat niet toe en volgt de sterfhuisconstructie. De gemiddelde leeftijd van onze handvol overgebleven fulltime palingvissers is 69.”

Op het fjord haalt Thomas zijn leefnet boven water en toont de vangst van de dag ervoor. Diverse maten paling, zelden zwaarder dan een kilo, krioelen springlevend door elkaar. Hij roomt wat kilo’s af voor verkoop aan de wal en laat de rest van de vangst weer in het water zakken.

Groene betweters

,,Met de palingstand is helemaal niets mis”, benadrukt de visser. In de zes maanden dat hij nog op aal mag vissen toont hij op sociale media geregeld zijn volle fuiken, steevast voorzien van commentaar over die ‘ernstig bedreigde’ geliefde consumptievis die volgens groene betweters bij ngo’s nog altijd onvoldoende beschermd zou zijn.

Begin er over en Thomas gaat los over de onnozelheid van bureaumensen die zelden of nooit op het water zijn en die hun wijsheden uit rapportages halen. ,,Een deel van het jaar vis ik met fijnmazige fuikjes op garnalen. Ik heb in die garnalenfuikjes zelden zoveel jonge aal gezien als de laatste jaren. Het wordt alleen maar meer. Die bijvangst zet ik overigens na het filmen verplicht terug.”

Vikingschepen

Het Roskildefjord waar Thomas vist was in Vikingtijden een drukbevaren route naar Roskilde, destijds een van de belangrijkste thuishavens van ‘De Noormannen’. In het plaatselijke Vikingmuseum lopen bezoekers rond geprepareerde overblijfselen van de schepen die bij opgravingen aan de oppervlakte kwamen. Op het buitenterrein liggen replica’s van schepen die Europa ooit schrik aanjoegen. Die liggen ook afgemeerd aan een steiger nabij Gersjøh. Ze worden nog altijd gebruikt voor zeilwedstrijden, festiviteiten en culturele evenementen.

Net als in oude vissersdorpen rond het IJsselmeer met hun Zuiderzeebotters, laatste palingvissers, visserijdagen en palingrookwedstrijden zijn ook de Denen trots op hun maritieme tradities en visserijgeschiedenis. Ook de Denen proberen die te behouden en levend te houden, maar het politieke tij maakt het er niet eenvoudiger op.

Kuipen en jonen

In Deense fjorden wordt door kustbewoners al gevist sinds mensenheugenis. Musea tonen op eigentijdse tekeningen hoe in de Vikingtijd bot en andere vis werd gevangen en schoongemaakt. Vis als voeding en handelswaar stamt al van ver voor die tijd. ,,Bij opgravingen zijn in de regio restanten gevonden van weervisserij uit de steentijd”, weet Thomas.

Nog leeft de visserij in het haventje van Gersjøh. Netten in kuipen en jonen in opvallende kleuren sieren de sloepen van de plaatselijke vissers. Recreatievissers mogen er mee uitvaren. Met staandwant wordt er gevist op bot, haring, makreel en zeeforel.

Thomas: ,,Maar ooit bloeide aan dit fjord ook de aalvisserij. En daar is, net als elders in Europa, bar weinig van over. Bejaarde oud-vissers vertelden mij dat je hier ooit over de staken van de fuiken het hele fjord kon rondlopen zonder een nat pak te halen. Vanuit onze haven waren ooit tien palingvissers actief. Nu ben ik hier nog de enige. In heel Denemarken zijn we met amper tweehonderd palingvissers over, waarvan er nog amper twintig fulltime beroepsvisser zijn. Een halve eeuw terug waren we met een paar duizend. Aalvisserij was in die tijd in omvang de vierde visserij van Denemarken.”

Palingstand floreert

De kleinzoon van een trotse visser op Funen schiet er op sociale media geregeld van uit zijn slof. Ook vandaag kan hij zich niet inhouden. ,,We zijn met nog zo weinig over, vallen niemand lastig en doen niemand pijn. Waarom mogen wij niet gewoon voort? Wat is er zo verschrikkelijk aan dat wij vissen? Er zwemt meer en meer paling in Deense wateren. Waarom moeten wij desondanks verdwijnen? De groene lobby blijft maar vasthouden aan het frame dat het slecht gaat, maar iedereen die vist, ook recreatie- en sportvissers, ziet dat dat verhaal allang niet meer klopt. Twintig jaar terug was er minder aal. Feit. Van veertig jaar terug kunnen we erkennen dat er sprake was van overbevissing. Natuurlijk moest dat worden aangepakt, maar nu floreert het bestand. Overal in Europa.”

Samenwerken

Thomas Bierberg-Christensen ziet maar één oplossing. ,,We have to stand together”, zegt hij met het kenmerkende Deense-Engelse accent. Nederlandse, Duitse, Zweedse, Ierse, Franse, Poolse, Spaanse, Portugese en Deense palingvissers moeten gaan samenwerken. Laten we ons richten op een gezamenlijk doel: instandhouding van de aalvisserij. We zullen internationaal moeten samenwerken en één front vormen, anders verdwijnen we één voor één.”

Hij ziet zichzelf nog altijd voor zich als fulltime beroepsvisser en hij weet dat er elders in Europa meer zoons en kleinzoons, familieleden van vissers en liefhebbers met doorzettingsvermogen rondlopen. ,,Ik hoop dat we de krachten gaan bundelen en daarin succesvol zijn. Deense vissers hebben in ieder geval niet veel tijd meer. Ik vrees dat er een decembermaand komt waarin boze krachten in Brussel het voor elkaar krijgen om alle Europese palingvisserij te sluiten. Dat moeten we voorkomen door samen een vuist te maken. We mogen ons niet tegen elkaar laten uitspelen.”

Tekst en beeld:

Michel Verschoor

H Recreatievissers vangen met staand want bot, haring, makreel en zeeforel.
H Denemarken heeft voor de palingvisserij een sterfhuisconstructie opgetuigd.
H Kleine replica’s van het Vikingschip (de drakar) worden nog altijd gebouwd en gebruikt voor culturele evenementen en zeilwedstrijden.
H Paling afwegen voor de dagbestelling.
H Nationaalpark Skjoldungernes Land ligt aan het brakke Roskildefjord.
H Natte aal wordt alleen vers geslacht verkocht.
H Palingverkoop op afspraak in de buitenlucht; de verwerk- en verkoopfaciliteiten voor kleinschalige palingvissers zijn verplicht sober.
H Thomas Bierberg-Christensen leerde van zijn grootvader op paling vissen in het zoute water rond het eiland Funen.
H Straatnamen in Gersjøh zoals Krabbeholm (krabbeneiland) herinneren aan een rijke visserijhistorie.