H ,,Er worden veel te kleine visjes uitgezet, die een lagere overlevingskans hebben”, aldus Rainer Hagemeyer van de Lachsverein.
H ,,Er worden veel te kleine visjes uitgezet, die een lagere overlevingskans hebben”, aldus Rainer Hagemeyer van de Lachsverein. xx

Terugkeer zalm in Rijn strandt

Algemeen

BUISDORF - Al sinds 1988 proberen overheidsinstanties van Nederland en Duitsland de hier uitgestorven Atlantische zalm terug te krijgen in de Rijn. Daartoe werden vispassages in stuwen en waterkrachtcentrales gebouwd, er werd miljoenen euro’s in onderzoek geïnvesteerd en er werden jaarlijks een miljoen jonge zalmpjes uitgezet in Duitsland. Maar de laatste vijf jaar keert bijna geen enkele uitgezette zalm nog terug naar zijn geboorterivier.

Wanneer vissers een paairijpe zalm of zijn neef, de zeeforel, bijvangen in hun netten, wordt deze gefotografeerd en breed gedeeld bij EMK op Facebook. Met de boodschap ‘Kijk hoe goed het gaat’. Maar de realiteit is dat de drie vangststations in Duitsland - zoals bij Buisdorf aan zalmrivier de Sieg - afgelopen jaren slechts enkele tientallen terugkeerders uit de Noordzee meldden. Volgens het project Zalm 2020 (Lachs 2020) van de Internationale Commissie tot Bescherming van de Rijn (ICBR), hadden er in 2020 al minimaal zevenduizend terugkeerders moeten zijn. Dan zou een levensvatbare populatie kunnen ontstaan die zichzelf in stand houdt.

Nu blijkt na decennia inspanningen slechts een paar promille van alle jonge zalmpjes de paaigronden terug te vinden. Terwijl 3 procent het doel was. In meer succesrijke jaren 2000-2010 bereikten jaarlijks nog vijfhonderd zalmen hun geboorterivier de Sieg. Dat de herintroductie op een flop uitdraait, blijkt ook uit (bij)vangsten in Nederland.

Visserijbedrijf Viveen in Woudrichem monitort voor Wageningen Universiteit jaarlijks de zalmtrek uit zee in de Waal. Zij vingen dit voorjaar maar twee terugkerende zeeforellen, en geen enkele zalm. In de maanden oktober-november moet blijken of daar nog wat grote zalmen bij komen. Dan volgt het staartje van de trek uit zee naar de paaigronden in Duitsland.

Ook lijken er verrassend weinig jonge zalmpjes de Noordzee te halen. Dat bevestigt beroepsvisser Job Bout, die enkele jaren met ankerkuil voor Sportvisserij Nederland zogenaamde ‘smolts’ ving op de Waal, jonge zalm op trek naar zee. Terwijl jaarlijks in totaal 1 miljoen jonge zalmpjes in zijrivieren van de Rijn in Duitsland worden uitgezet, plus nog 1 miljoen in Frankrijk en Zwitserland.

Dus wat gaat er mis? Het secretariaat van ICBR noemt desgevraagd per email een schot hagel aan oorzaken. Bijvangst door beroepsvisserij, blokkade van intrek door de Haringvlietsluizen, opwarming van rivieren, intensieve scheepvaart, sterfte bij waterkrachtcentrales. En recent groeit de aandacht voor predatie door aalscholvers en meervallen. Maar de hamvraag lijkt vooral: Wie doet er iets aan?

Catastrofaal

Rainer Hagemeyer van de Duitse Lachsverein noemt de terugkeerpercentages desgevraagd ‘catastrofaal’, en wil graag een strategieverandering: ,,Al die oorzaken die ICBR noemt zijn al tien jaar bekend”, stelt hij. ,,Maar er moeten nu eens zaken worden opgelost. Men schuift problemen voor zich uit, doet nieuwe onderzoeken die in een bureaulade belanden, houdt nog een jaarlijkse conferentie. De regering van deelstaat Noordrijn Westfalen wil de Nederlandse regering niet voor het hoofd stoten, deelstaten werken hier langs elkaar heen. Zo raakt het doel dat we ooit stelden op de achtergrond, namelijk de terugkeer van wilde zalm in de Rijn.’’

Hagemeyer’s idee voor een oplossing is: meer grotere jonge zalmen uitzetten, die meer kans zouden hebben de Noordzee te halen. Al 20 jaar kweekt Hagemeyer voor zijn Lachsverein jonge zalmpjes voor uitzet in zijriviertjes van de Rijn, in het Lachszentrum Hasper Talsperre. Dit centrum ligt onder een stuwdam voor drinkwatervoorziening in deelstaat Rijnland Palts. Met particulier viskweker Ditmar Firzlaff fokt Hagemeyer met nazaten van de eerste terugkeer-zalmen, die na hun zeeleven bij het vangststation Buisdorf in de Sieg werden opgevangen. Deze waren op hun beurt nazaten van Zweedse zalmen.

Zijn volwassen fokzalmen wil hij bij bezoek aan het Lachszentrum vanwege mogelijke stress niet tonen. Wat het duo wel met trots presenteert zijn de bassins met ruim zestigduizend zogenaamde ‘parrs’, jonge zalmpjes herkenbaar aan strepen. Het levenswerk aan praktische kennis van Hagemeyer’s Lachsverein zwemt hier samengebald in een jonge generatie. Deze vluchten bij het optillen van het zeil direct naar het donker, zoals ze in een stromende rivier zouden doen tegen predatie. De stroming van riviertjes simuleren de viskwekers via een circulatiesysteem. De visjes zwemmen tegen een kolk in die zij kunstmatig opwekken.

In maart komend jaar moeten de zalmpjes tot zogenaamde ‘smolts’ uitgroeien, visjes van 15-20 centimeter, die zich op een zoutwaterleven voorbereiden. Een aantal daarvan wordt uitgezet in riviertjes in de Eifel. ,,Wij geven ze de laatste zes weken opfokvoer dat in de commerciële zalmkweek wordt gebruikt, voor ze in zoutwaterkooien belanden. Zo moeten meer smolts opgroeien, die snel de drang krijgen om richting zee te zwemmen”, aldus Hagemeyer en Firszlaff. Die aanpak zou de kans op predatie verkleinen wanneer vis lang bij knelpunten blijft hangen. Kweekcentra van de overheid zouden teveel kleine visjes uitzetten met lagere overlevingskans. ,,Kwekers zouden naar kwaliteit betaald moeten worden, niet kwantiteit om baantjes in stand te houden”, aldus Hagemeyer.

Grüne, Nein Danke

Maar bioloog Jörg Schneider, werkzaam voor het ‘Lachsprojekt’ van Duitse overheidsinstanties, bestrijdt dit idee: ,,Hagemeyer is overál kritisch op”, reageert hij. Schneider ziet meer heil in de aanpak van predatie bij knelpunten van zalmtrek. Ieder oponthoud vergroot de kans op predatie.

Een doorn in het oog van Duitse zalmbeschermers blijft bijvoorbeeld het knelpunt Haringvlietsluizen. Hier trekt twee derde van alle zalm uit de Noordzee langs richting de Rijn. Dertig jaar nadat de eerste zalm in Duitse riviertjes werd uitgezet, ging in 2018 het Kierbesluit in werking: Rijkswaterstaat zet enkele sluizen ook bij vloed op een kier van 40 centimeter tijdens de trekperiode van zalm. Dit begeleid door onderzoek.

Of die Kier werkt zoals bedoeld, is nog onbekend. Onderzoek van Wageningen Marine Research, meet sinds november 2022 of de zalm de ‘Kier’ überhaupt kan vinden. Afgelopen decennia vond de meeste intrek van zalm uit zee bij eb plaats. De krachtige zwemmers wisten tegen de stroom door de spuikolken in te zwemmen richting Haringvliet. Het duurde decennia om het Kierbesluit te forceren, omdat drinkwaterbelangen en de landbouw zwaarder wogen voor de Nederlandse overheid.

Dan nog kunnen de paar terugkerende ‘Duitse’ zalmen in visnetten belanden als bijvangst. Hagemeyer zette in 2018 daarom druk naar de toenmalige Nederlandse minister van LNV, Carola Schouten. Zij ontving zijn brandbrief, ondertekend door 24 Duitse en Nederlandse natuurorganisaties. Er zou nu ook een visserijvrije zone van 1.500 meter moeten komen bij de Haringvlietsluizen. Die zone zou er volgens Schouten dit jaar daadwerkelijk komen. Maar haar opvolger Piet Adema stelde die maatregel samen met Rijkswaterstaat onlangs weer uit.

Andere belangen, zoals waterkrachtstroom, blijken het ook van zalmbescherming te winnen. Wie de Sieg bezoekt, de Duitse zalmrivier bij uitstek, ziet tot zijn verbazing dat een oude waterkrachtcentrale de rivierloop blokkeert, ook na 35 jaar zalmbescherming. Uit onderzoek van door deelstaat Noordrijn Westfalen ingehuurde Noorse biologen, bleek dat in slechte jaren wel 25 procent van de voorbijtrekkende jonge zalmpjes bij deze Unkelmuehle-centrale sneuvelt. Voor het elektrisch vermogen van een paar boodschappenwagentjes (0,4 Megawatt).

De turbines kunnen sinds 2013 geen vissen meer vermalen dankzij een visrooster. Maar nog steeds vindt indirecte sterfte plaats. Bijvoorbeeld omdat aalscholvers en meervallen de smolts opvreten die hier tijdens oponthoud bij het knelpunt samenscholen. Per gekweekte smolt voor uitzet kost zo’n aalscholverhap 1 à 2 euro. ,,Ja ik deel je verbazing, het is een open deur dat je in rivieren van ons zalmproject geen waterkrachtcentrales wilt”, stelt bioloog Schneider. ,,Het is ook irrationeel te beweren dat je met zulke kleine centrales de planeet zou redden.”

Schneider zit hier op één lijn met Hagemeyer. Deze mag dan brandbrieven schrijven die Nederlandse beroepsvissers bij het Haringvliet raken, qua opvattingen over ‘de groenen’ zit hij in hetzelfde kamp. Twee knalgele ‘Grüne, Nein Danke’-stickers sieren het achterraam van zijn auto, oftewel ‘weg met het Duitse Groen Links.’ De Grünen zorgden ervoor dat de Duitse regering negen kerncentrales uit bedrijf haalde. Het ontstane tekort aan elektrisch vermogen gaf de door zalmbeschermers gehate waterkrachtlobby een nieuwe voet tussen de deur bij overheden.

In totaal blokkeren in Duitsland nu 7.300 waterkrachtcentrales rivierlopen voor vistrek. Voor een totaal elektrisch vermogen dat een fractie is van wat de kerncentrales leverden. ,,Het is toch waanzin, het idee dat je zo het klimaat kan beschermen’’, foetert Hagemeyer.

De deelstaat Noordrijn Westfalen die de zalmbescherming financiert, houdt tegelijk de bal van ‘Klimaschutz’ in de lucht. Begeleid door ‘meer onderzoek’ - betaald door de deelstaat - blijft Unkelmuehle zo haar tol eisen op de vistrek. Hét posterdier voor een gezonde Rijn, de zalm, strandt dus vooral op een waaier aan tegenstrijdige deelbelangen.

Rypke Zeilmaker

H Het Lachszentrum Hasper Talsperre ligt aan de voet van de op een na oudste stuwdam van Duitsland, in 1902 aangelegd voor de drinkwatervoorziening. Het centrum werd hier in 2001 ingericht door de Duitse ‘Lachsverein’ (Zalmvereniging) vanwege de hoge waterbehoefte van zalmkweek.
H Ditmar Firzlaff is particulier viskweker, die met zijn eigen aquacultuurbedrijf Aquafuture de jonge zalmen kweekt voor de Lachsverein van Hagemeyer. De zalmpjes zwemmen in bakken met een kolk die de stroming van rivieren imiteert.
H De jonge zalmpjes zijn in hun jeugdstadium, vóór trek naar zee, gestreept met camouflagevlekken. In het ‘smolt’-stadium verliezen ze de streeptekening, en passen het lichaam aan op het leven in zout water. Bij commerciële zalmkweek belanden deze smolts dan in kooien in zee.
H Wat sportvisser en zalmbeschermer Hagemeyer van de Lachsverein met beroepsvissers deelt is een afkeer van groene ideologen.
H De Duitse zalmrivier bij uitstek is de Sieg, waar in 1988 de eerste jonge zalm werd uitgezet en waar ook terugkerende zalmen vanaf de jaren ’90 zich gingen voortplanten. Deze zijrivier van de Rijn blijkt nog door meerdere waterkrachtcentrales met stuwen geblokkeerd, zoals de Unkelmuehle-centrale. Hier sneuvelt jaarlijks tot 25 procent van langstrekkende ’smolts’…
H Oponthoud voor trekkende vissen bij stuwen - zoals bij de waterkrachtcentrale van Vattenfall bij Maurik in de Nederrijn - maakt ze kwetsbaar voor predatie door aalscholvers. Ook voor zalm aangelegde visrivieren rondom de stuwen zijn een bottleneck waar verhoogde predatie plaatsvindt.
H De visrivier die in 2004 voor zalmtrek werd aangelegd door Rijkswaterstaat in de Lek bij Hagestein, geeft trekkende vis als zalm de mogelijkheid om het hoogteverschil van 3 meter in ongeveer een halve kilometer te overbruggen. Visserijbedrijf Klop deed hier jarenlang de monitoring voor Wageningen UR om te kijken of zalm de stuwen passeerde. Een derde van alle zalmen zou via de Lek-Nederrijn naar Duitsland zwemmen.
Afbeelding