
‘Tijdperk als platviscentrum is voorbij’
AlgemeenURK – Op de vrieslijnen zie je geen schol en tong meer, scholfileermachines staan te koop, zwartvis verdwijnt van de menukaarten en schol is verdwenen uit de schappen van de supermarkten. ,,We sluiten een tijdperk af waarin Nederland toonaangevend was als het ging om vangst en verwerking van Noordzeevis. Urk als centrum van Europa voor Noordzeeplatvis, het is verleden tijd”, constateren Klaas Post (69) en Jakke Ras (65) eenstemmig.
Zowel Klaas als Jakke zijn veteranen als het gaat om de vishandel. Beiden hebben de hoogtijdagen meegemaakt en hebben een verleden bij visexportbedrijf Eiland Urk. Klaas vanaf 1981 en Jakke vanaf 1986. ,,Ik herinner me een week in maart 1987 waarin we 44 ton verse huidloze scholfilet per vliegtuig exporteerden naar Amerika, en daarnaast had je dan nog de normale vershandel op Italië, ook wekelijks 4 tot 5 ton filet. En dan hebben we het nog niet eens over alle diepvries scholfilet die toen op Urk geproduceerd werd. Als je kijkt naar de hoeveelheid schol die alleen wij toen verwerkten, dan wordt die nu niet eens op de afslag van Urk aangevoerd”, blikt Jakke Ras terug. ,,Alaska lag even een tijdje plat en Urk noemde zich toen terecht het platviscentrum van de wereld.”
Klaas Post, inmiddels gepensioneerd, begon in 1990 met zijn eigen bedrijf Fiskano en hield zich bezig met export van diepvriesvis. Jakke Ras startte in 1997 met Marea Altra en specialiseerde zich in de vershandel van zwartvis. ,,We leveren vooral aan Zuid-Europa, en dan met name aan de duurdere restaurants. Het gaat om tong, tarbot en griet, maar de laatste twee jaar is dit hard achteruitgegaan. We doen nog maar een derde van 2020 en dat is vooral te wijten aan de sterk verminderde aanvoer. Van de honderd boomkorschepen zijn er door sanering nu zestig verdwenen. De overgebleven schepen vissen nu een kortere periode op de traditionele manier op platvis. De prijzen zijn daardoor gigantisch gestegen, en daarnaast is er geen leveringszekerheid. Je ziet daardoor dat producten als tarbot van de menukaarten verdwijnen. Daardoor zie je ook vraag wegvallen en die komt niet meteen weer terug als er ooit wel weer aanvoer zou komen en prijzen zouden dalen. We hebben bijvoorbeeld ook een klant in Italië die altijd honderd doosjes tong kleinmiddel afnam, maar door prijsstijgingen is dit naar dertig gegaan. En als de tongprijs iets zakt, dan wordt dat zelfs geen vijfendertig doosjes. De consument heeft voor een goedkoper alternatief gekozen en die krijg je niet meteen weer terug”, zo geeft Jakke Ras aan.
Bloeiperiode
De bloeiperiode voor Urk als het gaat om platvis begon met de introductie van de boomkorvisserij begin jaren zestig. Tot 1960 lag de scholaanvoer in Nederland gemiddeld op 12 miljoen kilo, in de periode 1981 tot 1983 lag dat op 93 miljoen kilo. Wat schol betreft lag in het afgelopen decennium de piek in 2016 met 33,6 miljoen kilo. Daarna laat zich een dalende lijn zien: 2017 (30,5 miljoen kilo), 2018 (24,5 miljoen kilo), 2019 (21,4 miljoen kilo), 2020 (19 miljoen kilo) en 2021 (17 miljoen kilo). Die daling zet door en als we de aanvoercijfers bekijken van het eerste halfjaar van 2021, 2022 en 2023 op de Urker visafslag, dan is die daling goed te zien. In 2021 werd in die periode 5,1 miljoen kilo Noordzeeschol aangevoerd. In dezelfde periode een jaar later is dat al gedaald naar bijna 2,5 miljoen kilo Noordzeeschol. Het eerste halfjaar van 2023 is dit met 3,4 miljoen kilo niet veel beter geworden, waarbij ook nog schol uit de Oostzee is geveild.
De markt voor de schol wordt nu vooral gevoed vanuit IJsland. ,,Wekelijks komt er 200 tot 300 ton vers in tubs met de snelboot naar Nederland. Het gaat dan om de grote sorteringen en dat betekent dat de aanvoer van schol 4 veel te gering is voor de diepvries retailmarkt en bovendien te duur. De retailhandel moet een half jaar van tevoren een prijs afgeven voor de duur van een half of een heel jaar. Dat is de afgelopen twee jaar al niet meer te doen. De retail is daarom overgestapt op de rocksole die nu ook in Italië als platessa verkocht mag worden. Veel Urker bedrijven importeren diepgevroren rocksole en yellowfinsole nu rechtstreeks uit Canada, Rusland en Amerika (Alaska) of kopen het eindproduct uit China, dat gemiddeld een euro goedkoper de kilo is dan de Noordzeeschol. Op Urk is er geen platvisverwerker meer die niet in hoofdzaak werkt met alternatieven vanwege de prijs en de leveringszekerheid. Schol zie je ook niet meer in de schappen in de supermarkt en ook de catering in Italië is overgestapt op goedkopere alternatieven”, geeft Klaas Post aan. Jakke Ras vult aan dat er nog wat diepvriesscholfilet (dubbeldekkers) naar Engeland gaat. ,,Als dat ook nog wegvalt, dan is er helemaal niks meer van over.”
Situatie snel veranderd
Post had zelf tot een aantal jaren geleden niet verwacht dat deze hele handel in Noordzeeplatvis zou verdwijnen. ,,Het leek juist weer de goede kant op te gaan. Van 2012 tot enkele jaren geleden kregen visserijondernemers na een lange periode van mindere resultaten weer ruimte om te investeren: er kwamen nieuwbouwschepen in de vaart en ook werden eerder afgevoerde schepen weer aan de Nederlandse vloot toegevoegd. Die ruimte om te investeren kwam door de gemiddeld positieve nettoresultaten vanaf 2012. Lagere gasolieprijzen, energiezuinige pulsvistuigen, toenemende vangstmogelijkheden en hogere opbrengsten zorgden bij veel bedrijven voor een betere financiële positie. Goede resultaten met de puls en goede vangsten van schol met de twinrigvisserij. We hadden weer geloof in de Noordzeevisserij en diverse visverwerkers investeerden in eigen schepen om de aanvoer ook voor de toekomst veilig te stellen. Kramer Fish, Van der Lee, Korf Vis, Neerlandia en ook Quotter schaften schepen aan. Inmiddels is een groot deel hiervan nu gesaneerd omdat er geen toekomst meer in zit. Afnemende vangstvolumes van veel commerciële doelsoorten, de Brexit-deal, het Europese pulsverbod dat per 1 juli 2021 is ingegaan en dan speelt ook nog het Noordzeeakkoord en de uitwerking ervan, met beperkingen in ruimtegebruik op de Noordzee door onder andere bouw van windmolenparken en beschermde natuurgebieden”, aldus Klaas Post. Post illustreert de hoop van nog maar enkele jaren geleden met het voornemen om schepen uit te rusten met een scholstripmachine en sorteerinstallatie. ,,Nu is dat ondenkbaar en dan zie je hoe snel de situatie is veranderd.”
Innovatieve ondernemers
Jakke Ras is secretaris van de Vereniging van Visgroothandelaren Urk en ziet van dichtbij hoe de Urker visverwerking sterk is veranderd. ,,De Urker vishandel draait nu op importvis. In 1987 importeerden we al bevroren yellowfinsole, maar dat was meer als aanvulling omdat een deel van de aanvoer wegviel door het opdoeken van het grijze circuit of bij stormweken of tijdelijk schrale aanvoer om je personeel aan het werk te houden. Visverwerkers moesten anders honderden mensen doorbetalen als er geen werk was. Maar nu is importvis hoofdzaak geworden. Scholfileermachines staan te koop en er komen ontdooimachines voor terug. Vanuit de hele wereld komt er vis naar Urk, diepgevroren en vers. Zalm is intussen het belangrijkste product geworden”, geeft Ras aan. ,,Zonder zalm was het overgrote deel van de Urker visverwerking ook, net als een deel van de vloot, verdwenen. Dat zie je vooral terug op de vrieslijnen. Sommige bedrijven vroren wekelijks 80 ton tong per week, nu is de aanvoer niet eens genoeg voor de vershandel. Negentig procent van de vriesbanden verwerkte tong en schol, dat haalt de tien procent nu niet meer”, vult Klaas Post aan.
,,Zoals zalm de redding was voor de verwerkers, zo is inktvis de redder voor een groot deel van de overgebleven vloot. Tot een jaar of wat geleden werd die alleen vers aangevoerd in Frankrijk, en de prijs zakte meteen als er iets teveel aan de markt kwam omdat er in Frankrijk geen verwerking was. De Urker handel is hier goed op ingesprongen toen de inktvis ook goed gevangen werd in Het Kanaal en de zuidelijke Noordzee. Eerst blokgevroren, maar de verwerkers toonden zich innovatief en gingen de inktvis individueel invriezen. De kwaliteit hiervan wordt tot de top gerekend, dus de prijzen zijn heel goed. Wel moeten de vrieshuizen voor de zomer leeg zijn, want dan heb je in de zuidelijke landen weer aanvoer van inktvis. Op die manier heeft de handel een jaarrondlevering van inktvis bewerkstelligd en hou je de prijs ook goed”, aldus Jakke Ras.
Kennis verloren
Zowel Klaas als Jakke beamen dat er een einde is gekomen aan een periode van zestig jaar waarin platvis tot de belangrijkste vissoorten behoorde. In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deed Geert Hoekstra van Wageningen Economic Research onderzoek naar de gevolgen. Hij kwam tot de conclusies dat moeilijk vervangbare specialistische vakkennis verloren gaat. ,,Deze is jarenlang opgebouwd in de praktijk en van generatie op generatie doorgegeven. Denk aan vakkennis zoals het fileren en verhandelen van Noordzeevis, het bouwen van technische installaties en het onderhoud aan boord van kotters. Bovendien verslechtert de internationale concurrentiepositie door wegvallen van verse Noordzeevis. Verse Noordzeevis is niet overal te verwerken en vereist specifieke kennis van de verwerking en productkennis in de afzet. De geïmporteerde kweekvis of bevroren wildgevangen vis is bijna overal ter wereld te verwerken. Als Nederland geen eigen Noordzeevis meer heeft kan Nederland sneller inwisselbaar worden voor andere landen met lagere loonkosten of minder transportafstand.”
Daarnaast ziet Hoekstra gevoelens van onzekerheid over de toekomst. ,,Bedrijven kunnen door het gebrek aan perspectief voor de Noordzeevisserij geen bedrijfsplannen maken en investeringen voor de langere termijn doen in hun bedrijf. Nederland was altijd een van de koplopers qua innovatie en modernisering binnen de Europese visserijvloot en Noordzeevisverwerking. Door de onzekerheid en het gebrek aan perspectief bestaat niet alleen het risico dat de concurrentiepositie van Nederland verslechtert, maar ook dat de ondergrens in productiecapaciteit en logistieke infrastructuur voor Noordzeevis snel wordt bereikt. Wanneer de aanvoer van schol in de toekomst weer toeneemt, zijn er op land nauwelijks tot geen bedrijven meer uitgerust met de machines en personeel om die schol te verwerken.”
Fonds voor gevolgen
Demissionair minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelt 30 miljoen euro beschikbaar voor bedrijven aan wal die aan visserij zijn gerelateerd en voor gemeenschappen die worden geraakt door de ingrijpende veranderingen in de Noordzeevisserij. Met de financiële bijdrage kunnen ketenbedrijven, zoals visafslagen en -verwerkers, scheepswerven en visserijcoöperaties zich aanpassen. Ook komt er aandacht voor behoud van de identiteit en werkgelegenheid in gemeenschappen waar families al generaties aan de visserij zijn verbonden.
In hoeverre Urk hier gebruik van kan maken is voor Klaas Post nog onduidelijk. ,,Als er maar niet te veel geld wegvloeit naar allerlei bureautjes en onderzoeken. Veel zal ook afhangen van de mate van waarin cofinanciering mogelijk is en dan zie ik vooral problemen voor de vloot. Bij deze laatste saneringsronde is de vloot inclusief quota gesaneerd en de BV Nederland geeft een deel van deze quota weer in gebruik bij de PO’s. Afgezet tegen de sterk gereduceerde vloot betekent dit in de praktijk dat er een overschot is aan quota van schol en tong. Voor banken heeft het quotum dan geen waarde meer als onderpand en het is de vraag of ze dan meegaan met investeringen. Bovendien, hoeveel Nederlandse banken zitten er nog in de visserij? Tot slot kan je je afvragen hoe andere landen er over een paar jaar naar kijken als Nederland zijn quota totaal niet benut. Dan wordt hier waarschijnlijk Europees naar gekeken en wordt er opnieuw verdeeld als andere landen tekorten hebben. Zo raken we ook onze historische rechten op den duur kwijt.”
Post en Ras zien het nog als laatste stuiptrekkingen van een ooit bloeiende boomkorvisserij en aanverwante verwerking en export. ,,We kunnen nog veel oude verhalen ophalen, maar het zal niet meer terugkomen. Zo zie je steeds golfbewegingen in de geschiedenis van Urk. Van boeren werden we vissers op haring en ansjovis, later volgde de Noordzeevisserij met de botters, we hadden nog een korte bloeiperiode op het IJsselmeer tot de wetenschap ingreep, een bloeiperiode op de Noordzee met de boomkor en de hele verwerking eromheen en nu zitten we gedwongen volop in de importvis en inktvis. Enerzijds jammer als iets verloren gaat, maar het toont wel de veerkracht en het ondernemerschap van de gemeenschap als er toch steeds weer iets anders komt”, zo besluit Klaas Post.
Lub Post


