H Kaart van Nederland, met daarop de 128 visserijgemeenschappen uit 1906 (grijs) en 44 in 2022 (groen). De grote van de bolletjes geeft het aantal schepen aan.
H Kaart van Nederland, met daarop de 128 visserijgemeenschappen uit 1906 (grijs) en 44 in 2022 (groen). De grote van de bolletjes geeft het aantal schepen aan. Marloes Kraan

Visserijgemeenschappen op de kaart houden

Algemeen

DEN HAAG - Een visser vragen wat het sociaal culturele belang is van visserij voor zijn visserijgemeenschap, is hetzelfde als een vis vragen wat water voor hem betekent. Visserij is gewoon wat je doet, veelal met familieleden (zonen, broers, ooms, vaders, maar soms ook met dochters of echtgenotes) en dorpsgenoten aan boord. Het heeft zijn eigen ritme, vaste routines, eigen gewoontes en gebruiken, en het resulteert in gevangen vis, verdiende euro’s, een gevoel van vrijheid en mooie verhalen.

Maar de visserij is aan het veranderen, en dat is merkbaar en voelbaar. Er is steeds minder ruimte voor visserij: op zee door Brexit, wind op zee en natuurparken. Ook maatschappelijk is er minder ruimte: de regels nemen toe, net zoals de eisen van de maatschappij over hoe de vis gevangen moet worden. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de vloot maar ook voor visserijgemeenschappen en voor de maatschappij.

De visserijgemeenschappen van Nederland zijn nu voor het eerst door onderzoekers op de kaart gezet, zowel letterlijk als figuurlijk. Want tot nu toe was er niet zoveel aandacht voor de sociale en gemeenschapskant van visserij. Het visserijbeleid is vaak bezig met het beheren van de gevolgen van visserij voor de visbestanden en het ecosysteem. Het belang van visserij voor de maatschappij is veel minder in beeld. 

Het onderzoek van Wageningen Economic Research beschrijft het sociaal culturele belang van visserij aan de hand van: identiteit, sociaal welzijn, cultureel erfgoed en sociale cohesie. Ook is er aan vissers (schipper-eigenaren en bemanningsleden) en vrouwen van vissers gevraagd hoe het met hen gaat en hoe ze de toekomst zien van de visserij, hun bedrijf (of het bedrijf waar ze voor vissen) en van hun gemeenschap. Dit gebeurde via regiobijeenkomsten, interviews en enquêtes. 

Aan de enquête hebben 241 mensen meegedaan. In totaal hebben 413 mensen meegewerkt aan het onderzoek. De studie maakt deel uit van een impactanalyse van diverse beleidsbeslissingen voor de Nederlandse visserij. Hier was om gevraagd door de Tweede Kamer (moties Lodders en Von Martels).

Visserijgemeenschappen

Nederland heeft 44 visserijgemeenschappen binnen 34 gemeenten. Hiervoor is gebruik gemaakt van het visserijregister. Door ook te kijken naar oude bronnen wordt duidelijk dat het aantal visserijgemeenschappen in meer dan een eeuw tijd hard is afgenomen. Zo waren er in 1906 bijna drie keer zoveel visserijgemeenschappen (128). Zodra die plaatsen op de kaart staan, kunnen er andere gegevens aan gekoppeld worden, bijvoorbeeld het aantal schepen (5.658 in 1906 en 727 in 2022) en welke type visserij belangrijk is voor welke plaats. Ook kan het cultureel erfgoed van visserij in kaart gebracht worden.

Familiebedrijven

Visserij in Nederland wordt nog altijd grotendeels uitgevoerd door familiebedrijven die sterk verankerd zijn in de visserijgemeenschappen. 75% van de schipper-eigenaren heeft ofwel een familiebedrijf met familieleden als mede-eigenaar (61%), ofwel heeft familie aan boord (50%). 

Bemanningsleden geven ook aan vaak met familie aan boord te werken (45%) of familie te zijn van de schipper-eigenaar (40%). De helft van de vrouwen geeft aan kinderen te hebben die werkzaam zijn in de visserij. Ook komen bemanningsleden, als het geen familie is, veelal uit dezelfde woonplaats (70%), een indicatie van lokale worteling.

Rol van de vrouw

In dit onderzoek komen ook veel vrouwen aan het woord. Het belang van de rol van de vrouw in de visserij en voor de visserij is tot nu toe onderbelicht gebleven. Bedenk daarbij dat 96% van de vrouwen aan geeft een rol te spelen in het bedrijf van haar man en/of mede-eigenaar te zijn (36%). 

Vrouwen dragen bij aan het vormen van de identiteit en het bewaren van de cultuur. Ze zijn de schakel met de gemeenschap, dragen zorg voor het gezin (de man zit op zee), onderhouden veelal de externe contacten, doen de administratie, maken soms schoon (dat gebeurde vroeger meer) en sommige vrouwen vissen mee, dat terwijl ze voor een groot deel (80%) ook een andere baan hebben. 

Vissersvrouw: ‘Ik zorgde dat het [inmiddels anno 2023 gesaneerde] visserijbedrijf draaide. Gewoon, de dagelijkse gang van zaken. Geen bijzonderheden ofzo. Ik had contacten met de bank. Als er wat was kon ik bijspringen. Ik verzorgde soms het interieur [van de kotter]. Ik liet boodschappen brengen. […] Er is een tijd geweest dat ik een grotere rol had. Mijn man is ziek geweest. En dat heeft best wel een periode geduurd en toen deed ik alles wat dat betreft; nou ja, geen netten maken.’ (interview 7)

Om deze reden is het extra opvallend dat er weinig vrouwen een rol spelen in het visserijbestuur. De visserij blijft over het algemeen nog een vrij traditionele wereld waarbij mannen over het algemeen (naar buiten toe) de hoofdrol spelen.

Sociale cohesie

Het gegeven dat visserij uitgevoerd wordt door familiebedrijven met veelal plaatsgenoten aan boord, betekent dat vissers veel ervaringen delen en veel samen optrekken. Dit draagt bij aan de sociale cohesie in een vissersgemeenschap.

Een schipper-eigenaar: ‘Kijk, wij zien onze bemanning als familie. Is er wat loos thuis of heb je geld tekort, noem het maar op, dan springen we wel bij, dan komt het allemaal wel goed. Als je maar vertelt. Je moet lekker in je vel zitten als je aan boord zit, je moet het naar je zin hebben en alles moet wel een beetje goed draaien. En dat zou ik zo jammer vinden. Dat zijn nou echt de familiebedrijven waar dat er in zit.[…] Wij hebben echt dat hechte en dat zie je in die vissersdorpen.’ (interview 8)

Men komt elkaar regelmatig tegen, in het verenigingsleven, voetbal, op café en in de kerk. Religie is voor veel vissers belangrijk en dat heeft invloed op de organisatie van de visserij. De mate waarin de visserij bijdraagt aan sociale cohesie in de gemeenschappen verschilt waarschijnlijk wel tussen de plaatsen, Urk – niet alleen een visserijgemeenschap maar ook een eigen gemeente met 22.000 inwoners - is toch weer anders dan stadsdeel Scheveningen – 60.000 inwoners en onderdeel van de gemeente Den Haag. 

Vanuit Urk antwoordt 90% van de respondenten (zeer) positief op de stelling ‘ik woon in een hechte (visserij-) gemeenschap’. Bij de andere visserijregio’s is er meer variatie in de antwoorden. De respondenten uit IJmuiden reageren overwegend negatief op diezelfde vraag.

Identiteit, cultureel erfgoed en sociaal welzijn

Het belang van visserij reikt verder dan de vloot en gemeenschappen. Vissers zetten gezond voedsel op de wal, dragen bij aan de reddingsdiensten en hebben veel (ecologische) kennis van de gebieden waar ze vissen. Ook zijn ze betrokken bij visserijonderzoek en beheer en dragen ze door visserijfeesten en het delen van vis bij aan een saamhorige, cultureel diverse en levendige gemeenschap. Musea en vlaggetjesdagen zijn deel geworden van ons cultureel erfgoed.

Visserij- en kustgemeenschappen spelen ook een rol voor toerisme. De musea, klederdrachten, levendige havens, historische gebouwen (en vissershuisjes) worden door toeristen gewaardeerd. Vooral het immateriële erfgoed (festivals, verhalen, liederen, kennis) wordt door een actieve vloot levend gehouden.

Visserij is dus meer dan alleen een baan, maar is onderdeel van hun eigen identiteit en die van de gemeenschap. Hoe het gaat met de visserij heeft dan ook grote invloed op het sociaal welzijn van vissers en hun families. 

In de enquête werden vissers en vrouwen gevraagd welke aspecten zij belangrijk vinden om een goed leven te hebben. De top vijf aspecten (gekozen uit een lijst van 16 aspecten) voor vissers en hun vrouwen zijn: gezondheid, familie & vrienden, financiële zekerheid, een goede toekomst, en als nummer vijf op een gedeelde plaats: geloof en werktevredenheid

Als we hen vragen hoe het hiermee gaat, is men het minst tevreden met een goede toekomst en financiële zekerheid. Dit zijn, naast visserijbeheer, ook de aspecten waar men het liefst iets aan wil veranderen. Ook zeemilieu en werktevredenheid worden genoemd. Het valt op dat sociaal welzijn voor een heel groot deel samenhangt met het visserswerk.

Zorgen over de toekomst

Naast alle beleidswijzigingen, speelt ook de hoge olieprijs door de oorlog in Oekraïne, een rol. Uit het onderzoek blijkt dat vissers en hun vrouwen zich eensgezind, van groot- tot kleinschalige visserij, zorgen maken over de toekomst. Ze geven aan dat zij zich afvragen of ze nog kunnen investeren, omdat ze nog weinig ruimte hebben of omdat ze zich afvragen of het nog wel rendabel is door alle veranderingen in het beleid.

Ook geeft men aan het beleid inconsistent te vinden. Voorbeelden die genoemd worden zijn de puls’ (“hoezo innoveren?”), stikstof (“waarom moeten wij een katalysator en andere scheepvaart niet?”), maar ook de snelle uitrol van wind op zee zonder ‘voorzorgsbenadering’ en de compensatieregelingen die in het buitenland wel gegeven werden en in Nederland niet. Ook de manier waarop beleid tot stand komt of de ‘stilte’ vanuit de overheid worden veel benoemd. 

Uit ons onderzoek klinkt veel boosheid, onbegrip en onmacht door. Men heeft het gevoel in het verdomhoekje van de politiek en ngo’s te zitten. Het proces van beleid geeft mensen het gevoel niet gehoord of begrepen te worden en leidt tot wantrouwen.

De onzekerheid over het voortbestaan van het eigen bedrijf is groot: slechts 4 procent van de schipper-eigenaren denkt zeker te weten dat hun bedrijf over vijf jaar nog bestaat. Toch vindt een meerderheid van de ondervraagden (vissers en hun vrouwen) dat de Nederlandse visserijsector nog wel degelijk bestaansrecht heeft, al is het percentage gedaald van 73% in 2008 tot 60% nu. Bijna driekwart verwacht wel dat de Nederlandse visserij er in de toekomst heel anders uit gaat zien.

Definitief stoppen

Binnenkort wordt duidelijk hoeveel bedrijven definitief stoppen met vissen door te saneren. Dit onderzoek vond plaats in 2022, een roerige tijd, vlak na 2 jaar corona, en tijdens de oliecrisis, de openstelling van de saneringsregeling. Vissers in Britse wateren waren onzeker door Brexit. En daarbij kwam de stikstofregeling en natuurvergunning voor garnalenvissers. 

Veel vissers en hun vrouwen waren aan het nadenken over wat ze nou moesten doen. Een kwart van de respondenten overwoog te stoppen met vissen in 2023.  Dat dit geen eenvoudige keuze is, komt dan ook sterk naar voren in de antwoorden op de enquête en gesprekken.

Een vissersvrouw: “Wij zien de toekomst, ondanks alles, nog altijd gezond in. Voor mijn man is het ook bijna onmogelijk en ondenkbaar dat hij iets anders gaat doen dan wat hij nu doet. Er zou wat dat betreft wel een soort voorzorg bij de beslissing om te stoppen en nazorg mogen zijn voor vissers die zijn gestopt en met hun ziel onder hun arm lopen. Voor het hele gezin is dit een hele verandering. Het maakt echt enorme impact op iedereen en dat wordt weleens vergeten.” (uit enquête)

Graag willen we alle bedrijven, vissers, vrouwen van vissers en andere respondenten bedanken voor hun tijd, openheid en inzichten voor dit onderzoek.

Marloes Kraan

marloes.kraan@wur.nl

Het rapport ‘Sociale en culturele waarde van visserij voor de visserijgemeenschap, en de gevolgen van beleidswijzigingen’ (136 pagina’s) is te downloaden via: https://edepot.wur.nl/629835

Hoe verder?

De vraag is hoe het nu verder gaat voor de overblijvende vloot en wat de uitkomsten van dit onderzoek betekenen voor beleidsmakers en bestuurders.

Marloes Kraan, onderzoeker bij Wageningen Economic Research: ,,Allereerst is het belangrijk dat er gewerkt wordt aan herstel van vertrouwen tussen het ministerie en de sector. Vervolgens is het belangrijk dat er een gedeelde visie komt voor de toekomst; hoeveel fysieke en maatschappelijke ruimte is er voor de visserij? Daarnaast blijkt dat de Nederlandse visserij een maatschappelijke meerwaarde heeft die deels ook samenhangt met hoe de visserij (sociaal) georganiseerd is. De familiebedrijven zijn een belangrijke schakel in de visserijgemeenschappen. Als die omvallen of als het sociale systeem hard verandert, dan verandert ook de sociale waarde. Of dat goed is of niet, is niet aan mij, maar het zou goed zijn als de sociale aspecten van de visserij beter gemonitord worden, zodat het beleid en de sector er wel op kan sturen indien ze dat willen. Voor de maatschappelijke meerwaarde van visserij maakt het uit hoe er gevist wordt, door wie en op welke manier. Tot slot is er een sterk samenspel nodig tussen het lokale bestuur (waar sociaal culturele waarde ervaren wordt) en Brussel, Den Haag (waar visserijbeleid gevormd wordt) om behoud van sociaal culturele waarde te borgen.”