H Figuur 2. De zes visserijregio’s op de kaart van Nederland. De zwarte stippen zijn vissersdorpen.
H Figuur 2. De zes visserijregio’s op de kaart van Nederland. De zwarte stippen zijn vissersdorpen. xx

Krimp visserij raakt niet alleen de vissers

Algemeen

DEN HAAG - De Nederlandse Noordzeevisserij* staat voor een opeenstapeling van uitdagingen: het pulsverbod, de Brexit, aanlandplicht, onzekerheid verlening nieuwe natuurvergunning vanwege stikstof, hoge brandstofprijzen, afnemende vangsten en sluiting gebieden vanwege aanbouw windparken en natuurreservaten. De gevolgen van deze veranderingen voor bedrijven aan wal afhankelijk van die Noordzeevisserij worden vaak vergeten. Daarbij is de sociaaleconomische omvang, zoals werkgelegenheid en omzet, van deze bedrijven op land veel groter dan die van de Noordzeevisserij op zichzelf. Dit staat in een impactanalyse**, opgesteld door Wageningen Economic Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De opeenstapeling van genoemde uitdagingen voor de Nederlandse visserij was de directe aanleiding tot een tweetal moties in de Tweede Kamer die zijn aangenomen***. Er was tot voor kort weinig tot niets bekend over de sociaal-economische omvang en mate van afhankelijkheid van de bedrijven op land achter de Noordzeevisserij. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft daarom in opvolging van de twee moties aan Wageningen Economic Research opdracht gegeven om een sociaal-economische impactanalyse uit te voeren.

Het doel van deze opdracht is voor het eerst op visserijregio-niveau inzicht te krijgen in de gevolgen van beleidsbeslissingen voor de Noordzeevisserij op de keten en leefgemeenschappen. De bedrijven op land worden samengevat als ‘viscluster’ die actief zijn in de visketen en toeleverende industrie.

Een van de onderzoeksvragen was: wat is de sociaal-economische omvang van de visclusters per visserijregio en in welke mate zijn deze visclusters afhankelijk van de Nederlandse visserij? Dit onderzoek is een nulmeting dat de sociaal-economische omvang van de landzijdige bedrijven geeft en hun afhankelijkheid van de Noordzeevisserij. In een vervolgstudie (vanaf tweede helft 2023) worden de daadwerkelijke effecten gemonitord van beleidsbeslissingen (zoals Brexit, pulsverbod, sanering) en ontwikkelingen (zoals brandstofprijzen, vangbaarheid platvis).

346 bedrijven met 6,6 miljard euro omzet en 13.550 werknemers in 2021

In 2021 telde Nederland 346 bedrijven op land die afhankelijk zijn van de Noordzeevisserij. Ze zijn actief in de visverwerkende keten of de toeleverende industrie en worden het viscluster genoemd. De totale omzet van het Nederlandse viscluster was 6,6 miljard euro met 13.550 werkzame personen (8.350 fte). Het gaat hier om bedrijven zoals visafslagen, visverwerking en handel, transport maar ook technische toeleveranciers zoals scheepsbouwers. Van de 346 bedrijven waren er 314 voor meer dan 5% van de omzet in 2021 afhankelijk van de Noordzeevisserij. De afhankelijkheid verschilt sterk per bedrijf, maar gemiddeld was 40-50% van de omzet voor de 314 bedrijven direct toe te rekenen aan Noordzeevisserij. De totale omzet van het Noordzeevisserij viscluster was daarmee afgerond 2,9 miljard euro in 2021. Ter vergelijking, de Noordzeevisserij zelf was in 2021 goed voor een omzet van 344 miljoen euro en zo’n 1.800 opvarenden (Visserij in Cijfers, 2022).

Vooral de regio’s sterk afhankelijk van de kottervisserij op platvis kwetsbaar

Van de zes visserijregio’s in Nederland - zie figuur 2 - zijn de visclusters afhankelijk van de kottervisserij op platvis het meest kwetsbaar in sociaal-economisch opzicht. Dit zijn de visserijregio’s IJmuiden, Urk, Kop van Noord-Holland en Zuidwest-Nederland. IJmuiden is kwetsbaar doordat de visverwerkende - en visgroothandelsbedrijven in deze regio sterk gespecialiseerd zijn in verse Noordzeevis. Voor Urk geldt dat steeds meer visverwerkende bedrijven noodgedwongen uitwijken van het fileren van schol naar alternatieven zoals gekweekte zalm uit Noorwegen en geïmporteerde schol, kabeljauw en andere vissoorten. Toch zijn nog steeds veel Urker bedrijven gericht op de visverwerking, transport of technische toelevering voor kotters, waardoor de gevolgen voor die bedrijven groot te noemen zijn bij een krimpende visserijvloot. Zuidwest-Nederland staat bekend om de scheepsbouw en transport-logistiek voor de kottervisserij. De Kop van Noord-Holland is relatief klein qua aantal bedrijven op land, maar hier staat de gehele infrastructuur onder druk door het grote aantal sanerende en verkochte kotters.

In de regio’s Katwijk-Scheveningen en de Waddenkust werkt de krimp van de kottersector eveneens door, maar in mindere mate dan in bovengenoemde vier visserijregio’s. De regio Katwijk-Scheveningen is nauw verbonden met de pelagische visserij en in mindere mate de kottervisserij. Tegelijk is de visserijhaven in Scheveningen net als die voor meerdere plaatsen in Zuidwest-Nederland een belangrijke trekpleister voor toerisme. Havens vervullen samen met visafslagen een belangrijke rol als knooppunt en centrum waar vraag (voor visverwerking, horeca en transport) en aanbod (door vissers) van Noordzeevis samen komen.

De Waddenkust is voornamelijk afhankelijk van de garnalenvisserij. Bij deze visserij is de invloed van de hoge brandstofprijzen minder groot op het bedrijfsresultaat en zijn de vangsten in 2021-2022 goed te noemen. 

Naast de zes visserijregio’s die zijn weergegeven in figuur 2, is er nog een categorie ‘Overige’ Dit zijn plaatsen die wel verbonden zijn met de Noordzeevisserij, maar geen directe haven of afslag hebben. Een voorbeeld is het viscluster Bunschoten-Spakenburg, dat gespecialiseerd is in de ambulante vishandel (viskarren, -wagens en -kramen). Andere voorbeelden zijn bedrijven rondom de Rotterdamse haven en Schiphol.

Visafslagen en visserijcoöperaties hebben de minste uitwijkmogelijkheden

Visafslagen en visserijcoöperaties hebben van alle bedrijven op land de minste mogelijkheden om alternatieven of uitwijkmogelijkheden voor Noordzeevisserij aan te wenden (figuur 3).

Het bestaansrecht van afslagen wordt in eerste instantie bepaald door de aanvoer van verse Noordzeevis. Bij een krimpende Noordzeevisserij zijn andere inkomstenbronnen in beperkte mate mogelijk, zoals vastgoedverhuur, logistieke of verwerkende activiteiten, importeren en verkoop van verse of bevroren vis van elders. 

Op het oog lijkt de kwetsbaarheid beperkter voor de andere schakels in de keten, zoals de visverwerking, transport en toeleveranciers. Maar deze bedrijven hebben al twee tot drie decennia geleden noodgedwongen moeten diversificeren naar alternatieven zoals geïmporteerde vis, doordat de aanvoer van Noordzeevis al langer dalende is. De daadwerkelijke gevolgen voor bedrijven op land door de vele uitdagingen voor de Noordzeevisserij is daarmee al eerder ingezet. Dit geldt ook voor toeleveranciers zoals technische installateurs, schilders, transporteurs en scheepsbouwers die al eerder zijn uitgeweken naar andere branches, waaronder maritieme, zoals jacht- en pleziervaart, windenergie, offshore scheepvaart en binnenvaart.

Bedrijvigheid en kennis rondom Noordzeevisserij neemt snel af

Doordat de Nederlandse visserij en daarmee de bedrijven op land onder druk staan, zal de bedrijvigheid op land gespecialiseerd in Noordzeevis verminderen. Er zal echter meer verdwijnen dan alleen omzet en werkgelegenheid. De grootste zorgen zijn volgens de bedrijven op land niet in euro’s of werkgelegenheidscijfers uit te drukken.

Enkele voorbeelden zijn:

(1) het verliezen van personeel en daarmee de moeilijk vervangbare specialistische vakkennis. Deze is jarenlang opgebouwd in de praktijk en van generatie op generatie doorgegeven. Denk aan vakkennis zoals het fileren en verhandelen van Noordzeevis, het bouwen van technische installaties en het onderhoud aan boord van kotters. 

(2) De verslechterde internationale concurrentiepositie door wegvallen van verse Noordzeevis. De geïmporteerde kweekvis of bevroren wildgevangen vis is bijna overal ter wereld te verwerken. Als Nederland geen eigen Noordzeevis meer heeft kan Nederland sneller uitwisselbaar worden voor andere landen met lagere loonkosten of minder transportafstand. Verse Noordzeevis is niet overal te verwerken en vereist specifieke kennis van de verwerking en productkennis in de afzet. 

(3) Het verlies van de identiteit van visserijregio’s door de afwezigheid van bedrijvigheid in de haven maar ook door het kleiner worden van het viscluster. 

(4) Gevoelens van onzekerheid over de toekomst. Bedrijven kunnen door het gebrek aan perspectief voor de Noordzeevisseri, geen bedrijfsplannen maken en investeringen voor de langere termijn doen in hun bedrijf. Nederland was altijd een van de koplopers qua innovatie en modernisering binnen de Europese visserijvloot en Noordzeevisverwerking. Door de onzekerheid en het gebrek aan perspectief bestaat niet alleen het risico dat de concurrentiepositie van Nederland verslechtert, maar ook dat de ondergrens in productiecapaciteit en logistieke infrastructuur voor Noordzeevis wordt snel bereikt. Wanneer de aanvoer van schol in de toekomst weer toeneemt, zijn er op land nauwelijks tot geen bedrijven meer uitgerust met de machines en personeel om die schol te verwerken. In dat geval keert de wal het schip.

Kansen en sterktes van bedrijven op land in visserijregio’s

Veel bedrijven op land hebben de bakens moeten verzetten en hebben gekozen voor alternatieven voor Noordzeevisserij. Nederland is sterk in de handel door de internationale gerichtheid. Door een sterke logistiek infrastructuur en gunstige ligging is Nederland een belangrijke mainport voor de Europese markt. De import van visproducten zal toenemen, gegeven de stijgende vraag naar vis wereldwijd. Tegelijk staat het onderscheidend vermogen van Nederland onder druk zodra er steeds minder verse Noordzeevisserij beschikbaar is. Nieuwe en alternatieve vistechnieken zoals de flyshootvisserij zijn voor de havens van bepaalde visserijregio’s zoals IJmuiden, Katwijk-Scheveningen en Zuidwest-Nederland een belangrijke uitwijkmogelijkheid. Tegelijk zal er vanuit nationale en Europese beleidsbeslissingen perspectief moeten worden geboden om langjarige bedrijfsplannen te kunnen maken en te investeren op innovaties. De samenwerking en afstemming met andere EU-lidstaten, gegeven de instabiele geopolitieke ontwikkelingen en de vele Europese beleidsbeslissingen, zal cruciaal worden voor vitale en veerkrachtige visclusters in Nederland.

Geert Hoekstra

geert.hoekstra@wur.nl

* Onder Noordzeevisserij wordt de demersale visserij door Nederlands gevlagde kotters en dagvissers bedoeld op de Waddenzee, langs de kust en Noordzee zelf. Daarnaast slaat ‘Noordzeevisserij’ op de pelagische visserij onder Nederlandse vlag die met diepvriestrawlers vissen.

** Voor meer informatie over de impactstudie: https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/onderzoeksprojecten-lnv/soorten-onderzoek/kennisonline/sociaal-economische-gevolgen-van-beleidsbeslissingen-op-vloot-visketen-en-visserijgemeenschappen.htm..

***Aangenomen motie Von Martels: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2020Z24275&did=2020D50982 

aangenomen motie Lodders c.s.: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2020D52724&did=2020D52724.

H Figuur 3. Hoe groot was het belang van de Noordzeevisserij voor de omzet van uw bedrijf in 2022?
H Figuur 1. In het blauwe kader de verschillende activiteiten vereenvoudigd weergegeven van het viscluster, oftewel de bedrijven actief in de visketen en toeleverende industrie.