Afbeelding
Visserijnieuws

Dagboek van een visserman

Algemeen

Zaterdagmorgen 19 maart valt er een dikke envelop op de mat met daarin alle benodigde vergunningen die door RVO zijn overgeschreven van de oude ZK 37 naar de nieuwe.

Ik kruip gelijk achter de computer om alles te scannen en de scans, samen met een wijzigingsformulier, naar IL&T te sturen, in de hoop dat deze dienst op maandag gelijk met de benodigde certificaten aan de slag gaat, zodat wij snel naar zee kunnen. Dat snel wordt geen maandag, ook geen dinsdag, maar woensdag. Om 08.51 uur krijg ik een mail van IL&T, met de benodigde certificaten in het bestand. Ik heb afgesproken dat we voorlopig met de geprinte versies naar zee mogen, wat feitelijk niet toegestaan is, want de originele exemplaren van alle uitgegeven certificaten dienen aan boord te zijn.

Tussen alle paperassen zit ook een 48-uurs verklaring, waarmee het toegestaan is om met twee gediplomeerden (in ons geval SW5 en SW6) twee etmalen onafgebroken op zee te zijn. De 48-uurs verklaring heeft een wettelijke grondslag, terwijl de in het verleden ook uitgegeven 10- en 18- uurs verklaringen deze wettelijke grondslag niet hebben en zodoende niet meer worden uitgegeven.

Gelukwensen minister

Tijdens het opstarten van de motoren en alle navigatieapparatuur blijkt dat er wat problemen zijn met de plotters. We krijgen ze zelf niet aan de praat, maar na een telefonisch consult door Lucas Buikema van Alphatron lukt het Alfred om de boel te starten, zodat de elektronische zeekaarten gelukkig op de beeldschermen verschijnen.

Wel wat later dan gepland en met een appje van minister Henk Staghouwer waarin hij ons succes en een goede vaart wenst stomen we de haven van Lauwersoog uit, om na een anderhalf uur varen benoorden Ameland de netten overboord te draaien. Tijdens zo’n eerste visreis is het extra goed opletten of alles goed draait: je loopt wat vaker dan normaal even de machinekamer in om de brandstof- en hydrauliekleidingen te controleren op lekkage, je bent extra gespitst op de schermen en klokjes om vloeistofniveaus, oliedruk en temperaturen van alle systemen in de gaten te houden en het is wel even wennen aan de geluiden, de piepjes en het kreunen van dit schip.

Een uurtje of twee na het uitzetten gaan we halen en tijdens het legen van de staarten blijkt het geen vetpot te zijn. Maar ondanks dat gaan er toch garnalen naar beneden het visruim in. Aan dek werkt bijna alle apparatuur naar behoren; alleen de spoelmolen draait de verkeerde kant op. Door wat stroomdraden te wisselen is dit probleem echter vlot verholpen, zodat de verdere reis vrijwel probleemloos verloopt.

Tevreden

Een uurtje na zonsopgang op vrijdag 25 maart wordt voor de laatste keer gehaald en stomen we richting Lauwersoog, waar we de eerste garnalen van 2022 gaan lossen bij de visafslag. Een dikke 500 kilo van anderhalf etmaal vissen voor een prijs van 8,30 euro de kilo zorgt er voor dat we tevreden terugkijken op de eerste visreis van de nieuwe ZK 37.

Na het lossen volgt de normale procedure die we gewend waren: netten klaren, visruim en schip schoon maken en water laden. Alleen het laden van lege kisten is een nieuwe bezigheid, terwijl ijs laden bij de ijsfabriek van de visafslag Lauwersoog tot het verleden behoort.

De werkverdeling aan boord is zoals we gewend zijn: Alfred doet de netten, ik doe de machinekamer en de dekapparatuur. Van de nieuwe generatorset moet de JCB stage V motor een ‘schone kont’, zoals we dat noemen. Na de eerste 50 draaiuren moet de olie ververst worden en het smeeroliefilter worden vervangen. Omdat er op deze vrijdagmiddag een vergadering op Urk van de garnalensectie van de Nederlandse Vissersbond is, stel ik het verversen uit tot de volgende dag, zaterdag 26 maart.

Garnalensectie Vissersbond

De vergadering begint om 14.00 uur en het lukt me niet om op tijd aanwezig te zijn. Een tien minuten later dan gepland ben ik op Urk, waar de vergadering inmiddels is begonnen. Ondanks dat er veel collega’s in de Sylt liggen te vissen is de opkomst groot. Dat is ook niet zo verwonderlijk, omdat de toekomst er verre van rooskleurig uitziet voor de Nederlandse visserij.

Ook de garnalenvisserij krijgt heel wat voor z’n kiezen, en vooral de ontwikkelingen rond de aanvraag van een nieuwe Wnb-vergunning voor het vissen in Natura 2000 die per 1 januari nodig is om te kunnen blijven vissen in die gebieden zorgt voor veel onrust onder de vissers. Uren en stikstof bepalen de discussie, waarbij het ontbreken van enige duidelijkheid over deze twee zaken zowel vanuit de overheid alsook vanuit de visserij deze onrust bepaald niet temperen.

Voor de aanvraag van de nieuwe Wnb-vergunning wordt een nieuwe passende beoordeling geschreven door onder andere Bert Keus. Deze passende beoordeling moet voor juni van dit jaar worden ingediend en bevat een biologisch en ecologisch deel. Daarna kunnen de natuurorganisaties die betrokken zijn bij de vergunningplichtige activiteiten binnen Natura 2000 gebieden op- en aanmerkingen plaatsen bij de ingediende passende beoordeling. De visserij moet hierop weer antwoorden en er worden in bepaalde gevallen afspraken gemaakt om te komen tot een vorm van visserij binnen de Natura 2000 gebieden. Vertrouwen in elkaar of het gebrek aan vertrouwen tussen de verschillende organisaties is hierbij cruciaal. Bij de natuurorganisaties staat de visserij nou niet bekend als een betrouwbare partner, terwijl andersom de visserlui de ‘natuurmensen’ ook met argusogen bekijken.

Als het alleen de normale procedure tot het komen tot een nieuwe Wnb-vergunning is, dan is het allemaal wel te overzien. Maar de discussie rond een mogelijke stikstofdepositie binnen de Natura 2000 gebieden maakt het er allemaal niet gemakkelijker op. Uit een rapport van het RIVM en ook uit diverse andere publicaties en kaarten blijkt dat er in de Waddenzee en Noordzeekustzone weinig tot geen overschrijdingen zijn van neergeslagen stikstofverbindingen, waarbij het percentage dat veroorzaakt wordt door de visserij helemaal te verwaarlozen is.

Vragen blijven

Tijdens de vergadering van de garnalensectie geeft voorzitter Johan Nooitgedagt echter aan dat het tot nu toe onduidelijk is welke norm de Nederlandse overheid gaat hanteren en dat het maar zo kan zijn dat de visserij beperkende maatregelen krijgt opgelegd in het kader van de stikstofdiscussie. Om dit te voorkomen hebben de gezamenlijke PO’s aan bureau Wing en TNO de opdracht gegeven de bijdrage van de garnalenvloot aan de stikstofdepositie te onderzoeken.

Voor de aanwezige vissers blijft het, ondanks de uitleg, onduidelijk hoe het gaat worden na 1 januari 2023. De voorzitter geeft aan dat er geen advies kan worden gegeven over bijvoorbeeld schonere motoren of andere brandstoffen, omdat de Nederlandse overheid nog steeds geen duidelijkheid geeft over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om te mogen blijven vissen binnen Natura 2000 gebieden in het kader van de stikstofdepositie. Ook kan er geen duidelijkheid worden gegeven over het aantal visuren per gebied en hoe deze verdeeld gaan worden; wordt het zoals nu, collectief, of worden het individuele uren, waarbij iedere visser z’n eigen visplan kan gaan maken.

Allemaal vragen die op deze vergadering niet kunnen worden beantwoord, terwijl er wel behoefte aan is, vooral omdat er allerlei geruchten rond gaan over mogelijke scenario’s ten voordele van bepaalde groepen vissers.

Blackbox

Naast passende beoordeling en stikstof staat de ontwikkeling rond de blackbox op de agenda. In 2019 heeft de NVWA geconcludeerd dat er nogal wat mankeert aan de huidige blackbox. De ngo’s eisen dat er per 1 januari 2023 een technisch verbeterde blackbox, inclusief controle op het motorvermogen, moet zijn. Zowel voor de plaatsbepaling als ook voor de controle motorvermogen schiet het allemaal niet op, zodat het onwaarschijnlijk is dat de gewenste blackbox op 1 januari operationeel is.

Tijdens de vergadering zegt Corrie Nagel (HA 31), die namens de NVB in de discussiegroep zit waar de blackbox wordt besproken, dat het vooral LNV is die zorgt voor vertraging in de ontwikkeling om te komen tot de gewenste blackbox. Feit is ook dat er, zowel binnen de visserijsector alsook binnen LNV, wordt getwijfeld aan de noodzaak om te komen tot een motorvermogenscontrole, terwijl iedereen weet dat dit dossier nog steeds speelt en leidt tot een niet gewenst ongelijk speelveld.

Toters

Zaterdags loopt de wekker al weer op tijd af en na een ontbijt van een broodje garnaal en wat gebakken ‘toters’ rijd ik naar Lauwersoog om de geplande werkzaamheden te gaan uitvoeren. Deze toters, zoals wij ze noemen, zijn jonge halfvolwassen haringen, die eenmaal gebakken, bijna net als sardines smaken en herinneringen oproepen aan de Zuid-Europese zon.

Alarm

In week 13 besluiten we nog maar een weekje boven de Waddeneilanden te blijven, omdat de vangsten uit de Sylt niet veel beter lijken dan hier en de weersverwachtingen vanaf donderdag een flinke verslechtering laten zien. Dat dit een goed besluit is geweest, blijkt donderdagochtend als we met 1.100 kilo in het ruim in het Westgat stomen en een alarm afgaat. Het alarm klinkt zacht en het is eerst even zoeken waar het geluid vandaan komt en wat het betekent. Al snel blijkt dat de koelwatertemperatuur van de hoofdmotor te hoog is.

We halen snel de staarten bij het schip en zetten de boel stop. Ik duik de machinekamer in en zie dat de aandrijfriem van de waterpomp is gebroken, hoogstwaarschijnlijk omdat een spanrol/geleiderol vastgelopen is. Omdat er eerst allerlei beschermkappen gedemonteerd moeten worden en er ook geen reserve geleiderollen aanwezig zijn, lukt het niet om de boel weer snel aan de praat te krijgen. De ZK 50 van Michiel Vrieze, die ook naar binnen stoomt, is snel ter plaatse en legt een verbinding om ons naar binnen te slepen. Met het tij mee zijn we vrij vlot in de haven, waarna we aan een van de pontons van TDL aanleggen.

Intussen zijn de verzekeraar en Dieselservice Emmeloord ingelicht over het voorval. Dieselservice stuurt snel een monteur die in de buurt aan een klus bezig is en na afronding van die klus bij ons de boel weer herstelt, zodat we de motor en hydrauliek kunnen gebruiken om de vangst te lossen. We spreken af dat de volgende dag een endoscopie zal plaatsvinden om eventuele schade aan de motor op te sporen. Gelukkig zijn er geen afwijkingen te zien en wordt alles weer op z’n plek gemonteerd, zodat we vrijdagmiddag weer klaar zijn voor de komende week.

Depressies

Week 14 is echter een week van harde wind, depressies en storm. Een waaiweek die ons niet uitkomt, want we willen graag vissen en wat geld verdienen na drie maanden zonder inkomsten. Het weer heb je echter niet in de hand en ik weet niet anders dan dat je als visserman afhankelijk bent van de elementen.

Er zijn aan boord niet heel veel klusjes die nog gedaan moeten worden; Alfred vervangt samen met Imme van de TDL een raam van de stuurhut en ik doe thuis de btw-aangifte die, net als ieder kwartaal, weer gedaan moet worden.

Solt en KLM

Omdat het rustig is in de visserij, alleen de Wadvloot is uitgevaren, plannen we op donderdagavond een vergadering in van Solt. Na het doorlopen van de verkoopcijfers, de prijsontwikkeling en andere van belang zijnde zaken rijden we naar Lauwersoog, waar we een ontmoeting hebben met het cateringteam van de KLM. Dit team heeft een vergadering en een overnachting gepland op Lauwersoog bij Schierzicht van de familie Gerdes.

Het is de bedoeling dat de garnalen van Solt deze zomer op de menu’s van KLM businessclass komen. De cateraars willen daarom graag kennis maken met de vissers van Solt en alles weten over het hele productieproces van de Soltgarnaal. Om dit te verduidelijken worden de KLM-ers vrijdagmorgen rondgeleid op de ZK 14 van Lammert Bolt, de visafslag van Lauwersoog en het garnalenpelcentrum van Kant.

Proefproces GV

Naast dit alles stuur ik ook nog een mail naar de Nederlandse Vissersbond, waarin ik aangeef dat er nog veel onduidelijkheid heerst onder de vissers van Lauwersoog wat betreft de toekomst. Ook uit ik mijn zorgen over het proefproces inzake de ring om garnalenvissers. De NVB heeft in samenwerking met een van haar leden een aanvraag ingediend voor een nieuwe GV-vergunning. Deze is afgewezen omdat uitbreiding van vergunningen op basis van de Uitvoeringsregeling Visserij niet mogelijk is.

Tegen deze afwijzing is door de NVB beroep aangetekend. Volgens voorzitter Nooitgedagt is dit gedaan op verzoek van LNV. De reden van dit alles is dat de Nederlandse wet- en regelgeving niet in de pas loopt met de ons omringende landen. De vraag is of de Nederlandse wet- en regelgeving niet in strijd is met het Europese recht.

Dit kan wel zo zijn, maar ik begrijp niet wat de NVB wil bereiken met dit proces. Binnen de Europese regels heeft ieder afzonderlijk land het recht om deze regels op z’n eigen wijze te interpreteren. Dit merken we regelmatig bij bijvoorbeeld het wel of niet toekennen van steun of subsidie. Stel dat de NVB gelijk krijgt, dan kan het aantal GV-vergunningen toenemen, wat niet gewenst is. De waarde van de huidige GV-vergunning zal dalen naar 0,0, wat verstrekkende gevolgen kan hebben voor de financiering van diverse visserijbedrijven.

Voor mij zijn dit zorgelijke ontwikkelingen, maar voorzitter Nooitgedagt wuift dit luchtig weg en geeft aan dat ik het te negatief zie en dat hij er op rekent dat LNV de wetgeving gaat repareren als blijkt dat de desbetreffende visser (NVB-lid) gelijk krijgt. Omdat de Nederlandse wet- en regelgeving in dat geval wel in de pas loopt met andere landen, ben ik er niet van overtuigd dat er wordt gerepareerd.

Ik had liever gezien dat de tijd, de energie en het geld in andere, meer belangrijkere zaken was gestoken. Soms is het wijs om zaken te laten zoals ze zijn.

Henk Buitjes, ZK 37

H KLM-cateringteam met de Solt-mannen.
H Eerste trek met nieuwe ZK 37.
H Toters, gebakken haring.