Nederlandse onderzoekssamenwerking internationaal in de belangstelling

Algemeen

IJMUIDEN - De visserijsector, wetenschap en maatschappelijke organisaties werken samen in onderzoeksprojecten aan duurzaam visserijbeheer, zoals innovaties om selectiever te vissen en verbetering van de bestandsschattingen. Deze projecten worden gefinancierd uit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij. Over de onderzoekssamenwerking publiceren de projectpartners in een eigen column in Visserijnieuws. Internationaal is er veel belangstelling voor deze onderzoekssamenwerking. Nathalie Steins (Wageningen Marine Research) gaat hierop in.


In Nederland werken vissers en onderzoekers al bijna twintig jaar samen om een beter beeld van de visbestanden te krijgen. Het is zo’n onderdeel van ‘ons gezamenlijke DNA’ geworden, dat we er vaak niet bij stilstaan hoe bijzonder die samenwerking is. En hoeveel we samen hebben geïnvesteerd in het opbouwen van een vertrouwensrelatie. In veel andere landen is zo’n structurele samenwerking nog helemaal geen gemeengoed. Noorwegen is een uitzondering, en ook in de pelagische visserij wordt al jaren structureel samengewerkt.


In vele andere landen zie je dat onderzoekers en vissers elkaar proberen op te zoeken, maar dat de samenwerking vaak beperkt blijft tot individuele, kortlopende projecten of onderzoek rond visserijtechniek. Hoe zet je onderzoekssamenwerking op? En hoe zorg je ervoor dat de gegevens ook door bijvoorbeeld ICES (de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee) worden meegenomen in de vangstadviezen?


OSW-workshop bij het Duitse Thünen-Institut. ,,Ik werk graag samen met vissers, omdat....’’


Duitse Thünen-Institut


De Duitse onderzoekers van het Thünen-Institut in Rostock willen graag meer samenwerken met vissers. Nathalie Steins van Wageningen Marine Research kreeg daarom een uitnodiging om een workshop te verzorgen om de Nederlandse ervaringen te delen. Dertien Thünen-onderzoekers deden mee. Na een lezing voor een grotere groep over het ontstaan van de Nederlandse OSW en de lessen die we geleerd hebben, gingen de deelnemers aan de slag. Via verschillende werkvormen kwamen de verschillende aspecten van OSW aan bod.


De deelnemers kregen bijvoorbeeld de vraag om op te schrijven waarom zij met vissers willen samenwerken (“Ik [onderzoeker] werk samen met vissers omdat...”). Na het bespreken van de antwoorden kregen ze de opdracht zich te verplaatsen in het perspectief van de visser. Ze moesten nu antwoord geven op de vraag “Ik [visser] werk samen met onderzoekers omdat...”.


Nadat de verschillende motivaties vanuit het vissersperspectief besproken waren, keken we of er raakvlakken waren. En die waren er! Een grote gemeenschappelijke deler was: ‘elkaar beter leren kennen en een vertrouwensrelatie opbouwen’. Deze werd gevolgd door ‘van elkaar leren en begrijpen hoe de ander naar gegevens of ontwikkelingen in de bestanden kijkt’ en ‘betere gegevens verzamelen’. Ook ‘de stem van de visser’ laten horen of daar meer inzicht in krijgen was een punt van overeenkomst.


Een andere oefening waar de deelnemers mee aan de slag gingen was een rollenspel tussen een onderzoeker en een visser. Degene die de onderzoeker speelde, kreeg de opdracht om een visser te bewegen mee te werken aan visserijonderzoek. Degene die de visser speelde had vooraf een (geheime) instructie gekregen: deze visser had ooit een vervelende ervaring gehad met het delen van gegevens, waardoor hij niet stond te springen om mee te werken. Deze informatie mocht hij echter niet meteen prijs geven.


Het rollenspel werd in groepjes gespeeld. In het begin zag je dat de onderzoekers vooral probeerden om de vissers met argumenten te overtuigen om mee te doen. In geen enkel groepje kon de onderzoeker op die manier de visser motiveren om mee te doen. Pas toen er (na wat tips) gevraagd werd waarom de visser zo afhoudend was om mee te doen, kwam er in het rollenspel een goed gesprek op gang tussen de onderzoeker en de visser. Bij de meeste groepjes leidde dit ertoe dat vissers óf mee wilden werken óf een vervolgafspraak wilden plannen. Dit rollenspel liet zien dat je echt in iemand verplaatsen in een gesprek veel effectiever is dan met argumenten iemand proberen te overtuigen.


Met de andere oefeningen gingen we vooral in op wat er allemaal mis kan gaan in onderzoekssamenwerking en hoe je dit zoveel mogelijk kunt ondervangen. Duidelijk is dat er geen ‘kookboek’ is voor onderzoeksamenwerking, omdat veel afhangt van de context waarin je werkt. Wél is duidelijk dat het je willen inleven in de wereld van de ander, wederzijds respect en open communicatie de basis vormen voor alle onderzoekssamenwerking.



ICES-conferentie


Ook tijdens de jaarlijkse wetenschappelijke conferentie van ICES stond OSW in de belangstelling. Binnen ICES lopen verschillende initiatieven om gegevens en informatie vanuit de visserij in te brengen in het onderzoek voor de ICES-adviezen. In heel Europa komen nationaal OSW-projecten van de grond, maar het is niet altijd makkelijk om de gegevens binnen ICES te gebruiken. Soms komt dat omdat de gegevens niet op een bruikbare manier worden aangeleverd, maar vaak ook speelt enig wantrouwen tegenover gegevens van de sector een rol.


Gelukkig zijn er goede voorbeelden van hoe gegevens die door de sector worden verzameld een belangrijke rol kunnen spelen in het verbeteren van de gegevens die de ICES-onderzoekers tot hun beschikking hebben. Hierbij kun je denken aan de zelfbemonsteringsgegevens van de Nederlandse en Schotse pelagische sector, de Noorse referentievloot en de Nederlandse kottervloot.


De Nederlandse onderzoekers Martin Pastoors (PFA) en Nathalie Steins (Wageningen Marine Research) organiseerden samen met collega’s uit Denemarken (Stefan Neuenfeldt) en de Verenigde Staten (Matthew Baker) tijdens de (online) ICES-conferentie een ZOOM-sessie over hoe ICES beter gebruik kan maken van gegevens van de sector. De sessie werd door ruim 75 personen bezocht. De meeste deelnemers waren onderzoekers, maar er waren ook vissers en visserijvertegenwoordigers aanwezig.


Vanuit Nederland deden de kottervissers Kobus Post (UK 237) en Andries de Boer (RN 1) mee, de pelagische schipper Dirk Haasnoot (’Wiron 6’) en vlootmanagers (en voormalig schippers) Mart van der Meij en Johan Muller. Voor de sessie was een korte video over OSW gemaakt waarin Dirk Haasnoot, Jacob de Boer (UK 33), Nathalie Steins, Martin Pastoors en Linda Planthof van Stichting De Noordzee hun perspectief geven op het belang van onderzoekssamenwerking. Deze werd breed gedeeld op de social media-kanalen van de conferentie.


De deelnemers aan de OSW-sessie zagen een duidelijke bijdrage vanuit gegevens die door de sector worden verzameld. Onderzoekers noemden vooral gegevens over de vangstsamenstelling (soorten, hoeveelheden, lengtes), gegevens over watertemperatuur en zoutgehaltes, en economische gegevens (besommingen, brandstofprijzen). Vissers benoemden dat zij de eersten zijn die veranderingen op zee zien, en dat zij ook kunnen helpen met het interpreteren van gegevens; want dat er minder wordt aangeland betekent niet altijd dat de soort lastiger vangbaar is, maar kan ook komen vanuit economische overwegingen of beheermaatregelen. Dit laatste werd door de onderzoekers onderschreven. Vissers noemden ook dat zij een bijdrage kunnen leveren aan het onderhoud van de netten voor de surveys, en het erop toezien dat de surveynetten goed worden ingestoken.


Behalve het aanleveren van ‘meetbare gegevens’ was er ook veel aandacht voor de vraag hoe ervaringskennis van vissers en kennis over keuzes die vissers op zee maken beter in het onderzoek kan worden ingebracht. Sociale wetenschappers kunnen hierbij helpen, maar omdat de Europese en nationale financiering voor het visserijonderzoek vooral gericht is op het verzamelen en analyseren van meetbare biologische gegevens is dit niet altijd makkelijk.


Een tweede vraag die werd besproken is hoe we ervoor zorgen dat de door de sector aangeleverde gegevens ook op de lange termijn beschikbaar blijven. Onderzoekers gebruiken voor het visstandonderzoek namelijk lange tijdsreeksen, terwijl OSW-projecten vaak maar een korte periode beslaan omdat ze meestal uit subsidieregelingen worden betaald. De continuïteit van financiering speelt dus een grote rol.


De grootste motivator om door te blijven gaan met het verzamelen van gegevens is als vissers zien dat de gegevens ook daadwerkelijk worden gebruikt en ook de resultaten worden teruggekoppeld. Daar was bijna iedereen het over eens. ICES zal de komende tijd verder werken aan het ontwikkelen van methodes en processen om gegevens uit OSW-projecten en andere sectorgegevens mee te kunnen nemen. Net als de gegevens die onderzoeksinstituten aanleveren zal ook op de sectorgegevens een goede kwaliteitsborging moeten komen.


Onderzoekers en vissers die deelnamen aan de online sessie waren het erover eens dat onderzoekers en vissers veel van elkaar kunnen leren en elkaars kennis kunnen aanvullen. Het opzetten van een meer structurele uitwisseling tussen ICES-onderzoekers en vissers zou daarin een belangrijke rol kunnen spelen. Vanuit de online sessie zijn aanbevelingen richting het ICES-secretariaat gegaan om coördinatie en uitwisselingen tussen de verschillende lopende initiatieven rond OSW en het meenemen van sectorgegevens te versterken.


OSW-sessie tijdens (online) ICES-conferentie.



Meer informatie


OSW-workshop/ICES-sessie: 


Nathalie Steins, 


nathalie.steins@wur.nl/


06-192 63336



ICES-sessie: Martin Pastoors: 


mpastoors@pelagicfish.eu 



Video OSW 


(Nederlands ondertiteld): 


https://youtu.be/ZorZ_zfSawQ



Video Ontmoet de vissers 


(Nederlands ondertiteld): 


https://youtu.be/q5W_qVMuv68 


Vissersgedrag


De Nederlandse vissers die deelnamen aan de ICES OSW-sessie waren ook uitgenodigd om deel te nemen aan een online sessie over ‘Visserijgedrag’ die eerder die dag plaatsvond. In deze sessie stond onderzoek naar de keuzes die vissers op zee maken centraal. Inzicht in die keuzes is belangrijk om te kunnen inschatten hoe bijvoorbeeld veranderingen in het beleid tot verandering in visserijpatronen kunnen leiden, die vervolgens weer gevolgen kunnen hebben voor het ecosysteem, visbestanden of aan de wal. Vooraf hadden de onderzoekers vragen ingeleverd. Vissers Jacob de Boer (UK 33) en Dirk Haasnoot (’Wron 6’) gaven in een video getiteld ‘Ontmoet de vissers’ antwoord op vragen zoals: ‘Wat is voor jou een goede vangst?’ En ‘Hoe belangrijk is technologie voor jou?’. De video werd met veel enthousiasme door de deelnemers aan de ICES-conferentie ontvangen. Jacob en Dirk stelden in de video ook een vraag aan de onderzoekers. Dirk riep de onderzoekers op om vooral goed met vissers samen te werken. Jacob vroeg zich af wat de onderzoekers nou eigenlijk van de samenwerking vinden. Nathalie Steins (Wageningen Marine Research) stelde de vraag van Jacob in de chat van beide online sessies. De onderzoekers die reageerden werkten in verschillende landen allemaal met vissers samen en waren allemaal erg te spreken over de samenwerking en de nieuwe kennis die dit oplevert. Wel blijft het voor onderzoekers een aandachtspunt om tussentijdse resultaten terug te koppelen.         



Foto’s: Nathalie Steins