Arie Mol, zittend, en Geert Hoekstra in een u2018echte visserijkameru2019 van Wageningen Economic Research. Arie Klok kon niet aanwezig zijn.
Arie Mol, zittend, en Geert Hoekstra in een u2018echte visserijkameru2019 van Wageningen Economic Research. Arie Klok kon niet aanwezig zijn.

Een rijke bron voor het beleid

Algemeen

DEN HAAG – Hoe doet de visserijsector het economisch gezien? Om die vraag te kunnen beantwoorden en om beleid te kunnen maken zijn objectieve cijfers onontbeerlijk. Wageningen Economic Research (WUR), voorheen het LEI, verzamelt die cijfers al sinds 1947. De visserijspecialisten van het Bedrijfsinformatienet halen ze op; digitaal of bij de vissers thuis.

Iedereen in de visserij kent de jaarlijkse publicatie ‘Visserij in Cijfers’ van Wageningen Economic Research, jarenlang als boekje en tegenwoordig op de website van WUR. Het instituut verzamelt voor haar Bedrijfsinformatienet cijfers van alle agrarische sectoren, maar alleen voor de visserijsector wordt elk jaar ook een Visserij in Cijfers-bijeenkomst georganiseerd, die altijd heel druk bezocht wordt.

De visserijcijfers zijn gebaseerd op de boekhoudingen van een ‘panel’ van 90 schepen uit de kottervisserij, waaronder geen grote trawlers, geen mosselschepen en geen kleinschalige visserij. ,,Grofweg een derde van de hele kottersector’’, zegt Arie Mol, die met Arie Klok de boekhoudingen van de deelnemende vissers verzamelt. ,,De trawlersector doen we apart, voor algemene cijfers over de mosselsector worden de jaarrekeningen van een 15-tal bedrijven verzameld en voor de overige visserijtakken wordt gewerkt met enquêtes.

De categorieën in het panel zijn al jaren hetzelfde: garnalenkotters (tot 260 pk), Eurokotters (tot 300 pk), 300-1.500 pk (tegenwoordig voor het merendeel flyshooters) en groter dan 1.500 pk (platviskotters). Deze indeling ‘sinds jaar en dag’ wordt regelmatig tegen het licht gehouden. Kan het beter? In de praktijk is er nauwelijks verloop in de deelnemers aan het panel. Om het representatief te houden komt er af een toe een bedrijf bij. Arie Klok (44) uit Katwijk, sinds 1994 werkzaam bij WUR: ,,Er zitten nog bedrijven bij die er al bij waren toen de verzameling van de boekhoudgegevens begon, in 1947, dus al zeventig jaar geleden.’’

Schoenendoos

Van de deelnemende kotterbedrijven worden de boekhoudingen meegenomen, soms een keer per jaar, soms vier keer per jaar. De vorm waarin die boekhoudingen zijn gegoten varieert sterk; van uitgebreid Excel-bestand tot de spreekwoordelijke schoenendoos met papier of cijfers achterop een bierviltje. Het maakt Mol en Klok niet uit. Alle relevante gegevens worden overgenomen in het systeem.

Via hetzelfde programma als voor de andere agrarische sectoren wordt kosten- en opbrengstenstructuur duidelijk gemaakt. De uitkomsten zijn groepsgemiddelden en gemiddelde kosten en opbrengsten per zeedag, en daardoor niet meer naar individuele bedrijven te herleiden. ,,Deelnemers kunnen dus gerust zijn dat hun anonimiteit gewaarborgd is.’’ Deelnemers aan het panel krijgen jaarlijks per schip een rapport. In dat rapport staan de resultaten van de onderneming en de kotter vermeld; kosten en opbrengsten per vismethode, per vissoort, per zeedag, etc. De resultaten van het betreffende jaar worden in het rapport vergeleken met de voorgaande jaren en met het gemiddelde van de groep waarin het schip ingedeeld is.

Klok en Mol vinden het een groot goed dat ze bij het verzamelen van de boekhoudingen ook bij de vissers aan boord komen, en regelmatig ook thuis. ,,We hebben allebei veel feeling met de visserij, en door onze contacten kennen we ook de verhalen achter de ‘kille’ cijfers.’’ Daarnaast komen ze regelmatig bij de accountants en boekhouders over de vloer. ,,De samenwerking met die partijen is goed, en wordt door ons erg op prijs gesteld.”

Harde cijfers

Wageningen Economic Research zal nog tot juni in dit pand gevestigd zijn, en dan verhuizen naar het World Trade Center aan de Beatrixlaan elders in Den Haag. Het verzamelen van de visserijcijfers is een wettelijke onderzoekstaak in het kader van de EU data-collectie verordening. Het beleid moet immers concrete, objectieve en betrouwbare cijfers beschikbaar hebben over hoe het met de sectoren gesteld is. Hierop kan men ook beleid baseren.

Mol: ,,Het is belangrijk dat beleidsmakers hun beleid kunnen baseren op werkelijke feiten en cijfers, en niet op aannames. In het pulsdossier, maar ook voor andere vistechnieken, is dat juist nu van groot belang. Zeker ook de komende periode zal het ministerie gebruik maken van onze data om een voor de sector zo goed mogelijk resultaat te behalen bij de besluitvorming rondom het pulsdossier en andere kwesties, zoals de Brexit.”

Mol en Klok benadrukken dat Wageningen Economic Research de cijfers gebruikt voor onderzoek en beleidsanalyse. De cijfers worden niet aan derden verkocht en de bescherming van de individuele gegevens staat centraal. De door het onderzoek verkregen uitkomsten die op www.visserijincijfers.nl gepubliceerd worden zijn uiteraard wel vrij toegankelijk. Niet alleen voor de Nederlandse overheid is Visserij in Cijfers een rijke bron, maar bijvoorbeeld ook voor wetenschappers, voor banken en andere zakelijke dienstverleners en niet in de laatste plaats voor de visserij zelf.

Bij WUR in Den Haag houden, naast de mannen van de visserijboekhoudingen, zich ook nog vijf andere onderzoekers fulltime met de visketen bezig. Daarnaast komt de vissector ook bij andere onderzoekers in beeld als er onderzoek gedaan wordt naar bijvoorbeeld windmolenparken, consumenten(voorkeuren), groene economie en ruimte, internationaal beleid enzovoorts.

Volle sterkte

Er is wel een verschuiving binnen het visserijteam gaande. Mol heeft per 1 januari de functie van onderzoeker als ‘sector- en dataspecialist visserij’ gekregen. Hij versterkt daarmee samen met de recent aangenomen Geert Hoekstra uit Urk het team dat zich binnen WUR bezighoudt met visserijonderzoek.

Mol (46) woont in ’s Gravendeel en heeft een boekhoudkundige achtergrond, maar ook de visserij is hem met de paplepel ingegoten. Van z’n 13de tot z’n 20ste voer hij vaak mee op de Eurokotter TH 42 van Kegge en sindsdien is hij de visserij altijd blijven volgen. Twee jaar geleden kwam hij bij WUR werken. ,,Alles komt samen in deze baan.’’

Bij Hoekstra zit de visserij nog in de genen. Opa Geert Hoekstra was schipper en opa van moederskant Jacob van de Berg had de UK 152. Na zijn studie Bedrijfskunde aan de Rijksuniversteit Groningen werkte Hoekstra tweeëneenhalf jaar bij de Rabobank Noordoostpolder-Urk, waar hij onder meer ook trends in de visserij onderzocht.

Als de vacature bij het Bedrijfsinformatienet die is ontstaan door de overstap van Mol ingevuld is, zal het ‘visserijteam’ van Wageningen Economic Research weer op volle sterkte zijn.