Positieve berichten voor de kottervloot aan de vooravond van de Dag van Nederlandse Zeevisserij in Stellendam.
Positieve berichten voor de kottervloot aan de vooravond van de Dag van Nederlandse Zeevisserij in Stellendam.

Platvisbestanden gaan crescendo

Algemeen

DEN HAAG – Ronduit positieve berichten voor de Nederlandse kottervloot. De platvisbestanden stijgen, nemen zelfs sterk toe. Ook haring profiteert van de mindere visserijdruk de afgelopen jaren.

Gister – donderdag 30 juni – presenteerden het ministerie van EL&I en IMARES de jongste vangstadviezen voor 2012 zoals die zijn opgesteld door de ICES, de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee.

Met schol blijft het crescendo gaan. Het bestand voor 2010 is naar boven bijgesteld tot 460.000 ton, het hoogst gemeten niveau ooit. Per 1 januari 2011 wordt het bestand geschat op 523.000 ton, volgend jaar groeit het verder door naar 556.000 ton en volgens de prognoses in 2013 naar een ongekende 587.000 ton. Let wel, het hoogst gemeten bestand tot dusver – sinds de metingen in 1957 – was 448.000 ton in 1987. Het biologisch veilig geachte voorzorgsniveau is 230.000 ton.

De tongstand is goed voor een positieve verrassing. Ook hier wordt de stand per 2010 positief bijgesteld van 33.000 naar 35.200 ton, net boven het voorzorgsniveau. Dit jaar wordt het bestand ingeschat op 36.550 ton. En dankzij de relatief sterke jaarklasse 2009 – die komend najaar al deels als slips in de vangst komt – wordt voor 2012 een aanmerkelijke stijging van het bestand verwacht naar 45.500 ton, het hoogste niveau sinds 1995.

Omdat schol en tong beide deel uitmaken van een in 1997 vastgesteld platvisbeheerplan is de quotumstijging maximaal 15 procent. Voor schol betekent dit dat de TAC volgend jaar stijgt van 73.400 naar 84.500 ton, de hoogste Noordzeeschol-TAC in tien jaar tijd. In de jaren tachtig tot halverwege de jaren negentig van de voorbije eeuw werden bij kleinere bestanden de TAC´s nog tussen de 150.000 en 200.000 ton schol vastgesteld. De tong-TAC kan volgend jaar met ruim 11 procent omhoog, en wel van 14.100 naar 15.700 ton.

Biologisch gezien zou de schol net als de tong al lang in de flexibiliteitsverordening kunnen worden opgenomen, waardoor het mogelijk zou zijn een voorschot te nemen danwel quotum over te hevelen naar een volgend jaar. Het zijn de Noren die dat om politieke redenen voor de met hen gedeelde schol echter blokkeren. Anderzijds zijn de Noren wel sterk voorstander voor maximale flexibiliteit in de pelagische bestanden.

Op grond van het voorzorgprincipe adviseert ICES voor tarbot en griet een gelijkblijvende vangst en TAC in 2012. Nu de belangrijkste platvisbestanden blijven stijgen zouden de Nederlandse kotterorganisaties evenwel graag zien dat de voorzorgquota voor deze en andere zogeheten geassocieerde bestanden eindelijk ook weer eens naar boven worden bijgesteld. Deze quota zijn ooit ingesteld om Spanje van de Noordzee te houden, en vervolgens na jarenlange quotadalingen voor tong en schol neerwaarts bijgesteld. Ook sinds de schol over het dieptepunt heen is en naar een recordniveau is gegroeid.

Noordzeekabeljauw

De toestand van de kabeljauw in de Noordzee wordt nog immer als zorgelijk gezien. Pogingen om de kabeljauwstand te herstellen hebben volgens ICES onvoldoende effect gehad. Wel is het bestand gestaag toegenomen sinds het historische dieptepunt van 29.437 ton in 2006. Want het is nu 54.721 ton en wordt per 2012 geschat op 66.900 ton en conform het beheerplan schiet het bestand in 2013 omhoog naar 107.300 ton. Toch oordeelt ICES dat de aanwas van jonge kabeljauw in gevaar is. Om het bestand weer zo snel mogelijk – in 2013 of 2014 - binnen veilig geachte biologische grenzen te krijgen zou de vangst daarom eigenlijk volledig stopgezet moeten worden. Die veilige grens wordt door ICES getrokken bij 150.000 ton, terwijl het Noordzeebestand sinds 1984 al lager is. Het vangstquotum voor 2011 is 32.200 ton voor de Noordzee, Skagerrak en het Oostelijk Kanaal. Het quotumadvies voor 2012 op basis van het beheerplan is 31.800 ton.
De wijting-TAC op de Noordzee kan conform het managementplan volgend jaar met 15 procent omhoog van 14.832 ton naar 17.000 ton.

De visserijbiologen geven de adviezen in juni zodat de Europese Commissie en de lidstaten zo vroeg mogelijk kunnen starten met het voorbereiden van de besluitvorming over de vangstmogelijkheden voor 2012 in de Raad van Visserijministers. De Commissie bespreekt de adviezen met RAC´s. In november maakt de Europese Commissie voor een aantal gedeelde bestanden vangstafspraken met Noorwegen. Eind van het jaar stelt de Raad van Visserijministers de toegestane vangsthoeveelheden voor 2012 vast. Indien de uitkomsten van de wetenschappelijke surveys, die in het najaar plaatsvinden, wijzen op grote veranderingen in de visbestanden, dan kunnen de visserijbiologen het advies in oktober herzien.

De afgelopen jaren schommelde de haringstand rond de 1,3 miljoen ton waarbij de visserijdruk daalde. De overleving van haringlarven, waar er voldoende van geboren worden, is echter gering. Desalniettemin zijn de nieuwste jaarklassen van gemiddelde omvang en is er de verwachting dat de haringstand toe zal nemen naar 2 miljoen ton in 2012. De toegestane vangsthoeveelheid in 2011 is 200.000 ton Noordzeeharing. Het advies op basis van het beheerplan van de EU en Noorwegen laat een maximale stijging toe van 15% van het quotum, wat neerkomt op een vangsthoeveelheid voor de visserij op consumptieharing van 230.000 ton in 2012.