Afbeelding
Visserijnieuws

Dagboek van een Visserman

Algemeen

De tijd vliegt voorbij. Voor je er erg in hebt is er al weer een maand verstreken. Op het land en in het water zie je ook al de vorderingen in de tijd. Het graan begint al geel te kleuren en het groen in het water neemt ook hand over hand toe. Je komt veel ellende tegen tijdens het vissen: bloemetjes, groen en rood haar, zeesla, knikkerkwallen en zand, maar ook, heel af en toe, een mooie schone box garnalen. Deze garnalen worden wel steeds kleiner. De stukstallen gaan omhoog en de garnalenprijs gaat naar beneden. Deze ontwikkeling is niet nieuw en geeft, zoals altijd, aanleiding tot veel gemopper. En dit gemopper is begrijpelijk. Omdat de vangsten tot op heden niet echt spectaculair zijn wordt de dalende prijs niet gecompenseerd door toegenomen vangsten, en zodoende zijn de besommingen over het algemeen tegenvallend.

Het lag eigenlijk in de bedoeling om in de eerste week van juli weer met de ZK 37 naar zee te gaan, maar het pakte iets anders uit als dat we gehoopt hadden. De vijfjaarlijkse keuring door IL&T gaf meer werk dan we gehoopt hadden. Mede door drukte op de werf lukte het niet om alle werkzaamheden voor het weekend af te ronden. Hierdoor werd het pas woensdag 7 juli dat we weer te water gingen. We wilden ijs en gasolie gaan laden om naar zee te gaan voor een kort visreisje, maar de eerste collega’s kwamen al weer richting de haven vanwege tegenvallende vangsten, zodat we besloten de kotter maar aan de steiger te knopen en de visreis nog maar een paar dagen uit te stellen.

Op onze andere kotter, de ZK 92, was ook nog wel wat te doen. Dit schip lag ook nog droog bij NG Shipyards en was inmiddels al geknipt en geschoren. De geplande werkzaamheden aan het onderwaterschip waren praktisch afgerond en alleen het visruim moest na een straalbeurt nog geïnspecteerd worden. Na het stralen bleken er vrij diepe putten in het visruimvlak te zitten en dit werd bevestigd door de dienstdoende inspecteur van IL&T.

Na overleg met de inspecteur en de werf werd besloten het visruimvlak te vernieuwen. Een tegenslag waar je geen rekening mee houdt, omdat de diktemeting die we in december 2020 hadden laten uitvoeren geen problemen signaleerde in het vlak ter hoogte van het visruim. Erg jammer, omdat het niet alleen extra tijd maar ook extra geld kost. Een voordeel is wel dat het nu weer allemaal fris en strak is en dat je nu echt weet wat je hebt. Er moest echter wel geestelijk een knop om, omdat er nu weer eerst gesloopt moest worden en dat het voor ons gevoel nu wel tijd werd om echt te gaan opbouwen en meters te gaan maken.

In week 28 gingen we maandagmorgen op tijd naar zee, nadat wij het weekend met alle kinderen en kleinkinderen in Drenthe hadden doorgebracht. Lekker ontspannen en genieten van al m’n nakomelingen: een Godsgeschenk.

Bij de eerste trek lag ik nog maar net in de kooi, toen Alfred mij riep. Een haker! De roeraanwijzer sloeg flink uit en de snelheid van het schip nam af tot onder één knoop. Nadat de tuigen boven waren bleek aan het stuurboordtuig een vliegtuigmotor met twee propellers te hangen. Met veel getrek en gesjor hadden we de motor na bijna een uur aan dek op een plek waar het de rest van de visweek wel kon blijven liggen. De netten, die wonder boven wonder niet beschadigd waren, konden weer overboord en ik kon weer een kort tukje doen.

We visten wat oost over richting Rifgat, Westereems en Hubertgat, waar we ook de rest van de week bleven vissen. Intussen werden we door de mannen van TDL met foto’s en filmpjes op de hoogte gehouden van de vorderingen aan de ZK 92. De werkzaamheden daar vorderden gestaag, zodat we ons hier geen zorgen over hoefden te maken en ons konden concentreren op de garnalen. We konden het redelijk schoon houden door steeds korte trekjes te maken en de vangst viel ook niet echt tegen als we dat vergeleken met wat we om ons heen hoorden. Al met al werd het wel weer een weekje, maar dat was ook wel nodig, want twee schepen op de helling met ook nog tegenvallende klussen laat het geld verdwijnen als sneeuw voor de zon. 

Oostzee

En deze financiële tegenvallers kwamen helemaal slecht uit omdat we in week 29 met vakantie naar Rügen zouden gaan. Door problemen met de boeking viel dit echter in het water, maar m’n vrouw wilde toch even weg. “Even het hoofd leeg en de zinnen verzetten”. Ze kon nog wat regelen in Wismar: vijf dagen in de oude Houthaven op een zeilschoener.

Dit schip was in gebruik geweest als zeilcharter op de Oostzee en was oorspronkelijk afkomstig uit Griekenland en gebouwd in 1930 als vrachtschip en als moederschip bij het duiken naar mosselen en zeekomkommers. Thans ligt het schip als een soort hotelschip in het centrum van de Hanzestad Wismar. Tot de Wende in 1990 hoorde Wismar bij de DDR. Je merkt echter helemaal niets meer van dit verleden. De huizen in de historische stad zijn in zeer goede staat en economisch is er veel activiteit. De haven zorgt voor veel werk; de scheepswerf bouwt cruiseschepen en aan de haven staan fabrieken die hout verwerken tot spaan- en andere bouwplaten. Bij noordenwind ruikt de stad naar hars uit het hout dat rond de haven ligt opgeslagen.

De visserij stelt economisch heel weinig meer voor, terwijl dit vroeger heel anders was. In de rokerij van de familie Mirow, op het eiland Poel, laat men mij foto’s zien van de goede oude tijd. Een haven vol met kottertjes en bootjes, terwijl er nu nog één visser actief is in de haven van Kirchdorf op Poel. In Wismar heerst hetzelfde beeld. Weinig visserij, en dit terwijl we tegenover het gebouw van de Fischereigenossenschaft Wismarbucht liggen. In de haven ligt een handvol kleine bootjes, met of zonder haalblok, en allen onder de tien meter. De Genossenschaft bestaat uit 24 visserijbedrijven, waarvan er twaalf parttime zijn. Er wordt voornamelijk gevist in de Wismarer Bucht en bij het eiland Poel met staandwant, fuiken, korven, hoekwant en een enkeling met borden op haring in het voorjaar, aal, bot en geep in de zomer en kabeljauw (Dorsch) in de herfst. Er is een zevental aanlandhavens in de westelijke Oostzee, waar Wismar er één van is, en de gevangen vis wordt door de Genossenschaft lokaal verkocht aan vishandelaren en horeca. Maar er wordt ook vis verkocht via de Nederlandse afslagen van Lauwersoog en Urk.

Weinig visserij, maar wel veel vis in deze contreien. Want overal zie je verkooppunten van vis. Matjes, Fischbrötchen, Raucher- und Backfisch. De gerookte Oostzeeaal doet niet onder voor de beste gerookte aal van het IJsselmeer: goudgeel en boterzacht. Ook de smaak is perfect, zodat de rokers waar ik mee spreek hun Ostseeaal als de beste ter wereld typeren. Achter onze tijdelijke verblijfplaats ligt een drietal kotters afgemeerd. Deze zijn echter niet meer actief als vissersschip, maar dienen nu als verkooppunt voor vis en visproducten. Deze schepen zijn via een andere weg nog enigszins bij de visserij betrokken, maar verder is het langs bijna de Oostzeekust van Duitsland bijna hetzelfde beeld als langs vele andere kusten: een afnemende visserij en een afnemende binding van de kustregio’s met de visserij.

Bij ons in Nederland zie je hetzelfde verschijnsel, wat nog weer versterkt wordt door visserijbeperkingen op het IJsselmeer en gebiedssluitingen op de Waddenzee (VisWad). Zoals het nu lijkt, zal een groot gedeelte van het oostelijke Wad worden gesloten voor de visserij en zodoende zal de betrokkenheid van de regio met de visserij nog verder afnemen. Dit leidt tot verdergaande culturele armoede in de betrokken regio’s, terwijl de visserijdruk elders wordt vergroot, wat zorgt dat de natuurwinst, als die al aanwezig is, teniet wordt gedaan. Ik blijf gebiedssluitingen als iets dwaas zien, dat alleen zal leiden tot een versnipperd zeelandschap. Dezelfde lieden die op land het Nederlands landschap hebben verpest zijn nu bezig om op het water hetzelfde kunstje te vertonen. Wind, gas en olie ten koste van het ecosysteem en de traditionele inwoners en gebruikers van de zee.

Protest

Eigenlijk doen Rutte c.s. precies hetzelfde als Bolsonaro van Brazilië: geld verdienen ten koste van het ecosysteem en de traditionele inwoners en gebruikers van het woud. De overeenkomst is er en in beide gevallen is er sprake van onrechtvaardigheid en in beide gevallen is er een trein die doordendert.

Maar wij leven in Nederland en kunnen en mogen demonstreren tegen onrecht. Onrecht dat ons wordt aangedaan door Vibeg, VisWad en het Noordzeeakkoord. Het is zaak dat wij onze stem laten horen tegen dit onrecht, onrecht wat ons allen aan gaat en waartegen wij samen ten strijde moeten trekken.

Vissers, collega’s, kom daarom allemaal op 14 augustus naar Breezanddijk om onze vissermansstem te laten horen. Schreeuw het van de dijk voor een vrije, open zee! Mare Liberum!

Henk Buitjes, ZK 37

Afbeelding
H Even er tussenuit, de zinnen verzetten. Naar Wismar aan de Oostzee. Weinig visserij, maar wel veel vis in deze oude Duitse Hanzestad en contreien.
H Tegenvaller: nieuw visruimvlak
Afbeelding
H Vliegtuigmotor aan een tuig, hoogstwaarschijnlijk van een Britse bommenwerper.