Afbeelding
Visserijnieuws

Hoe gaat het met de Oosterscheldekreeft?

Algemeen

YERSEKE - In het Regiocentrum Yerseke van Wageningen Marine Research werken onderzoekers en de schelpdier- en visserijsector samen aan kennis en innovaties voor duurzaam gebruik van de Delta, kustwateren en de zee: kennis van en voor de regio Zeeland. Hierover is een convenant gesloten tussen wetenschap, bedrijfsleven en regionale publieke organisaties. Het werk beslaat een scala aan onderwerpen, zoals verbeteren van het kweekrendement van mosselen, off-bottom kweek van oesters, schelpdiersurveys, onderzoek naar biotoxines, en effecten van zandsuppleties op natuurwaarden en (schelpdier)visserij. Deze column zet de activiteiten van het Regiocentrum in de schijnwerper. Deze keer het vooronderzoek van drie studenten naar de kreeftenvisserij in de Oosterschelde.

Sinds 1881 wordt er op de Oosterscheldekreeft (Homarus gammarus) gevist. Het kreeftenbestand kent pieken en dalen door natuurlijke factoren, maar de laatste jaren nemen vissers en duikers een dalende trend waar. Er zijn zorgen over de precieze oorzaken van deze achteruitgang. De juiste verklaring is tot nu toe niet duidelijk. Hoe gaat het eigenlijk met het kreeftenbestand?

Doordat het niet duidelijk is wat voor informatie er beschikbaar is over de kreeftenvisserij en de ontwikkeling van het kreeftenbestand, is het lastig de ontwikkeling te kunnen verklaren. De Vereniging van Beroepsvissers op de Oosterschelde, Westerschelde en Voordelta (OWV) en Wageningen Marine Research werken daarom nu samen aan een project voor het kunnen ontwikkelen van een bestandsschating.

Voor dit project zijn drie studenten Kust- en Zee Management (Van Hall Larenstein) gevraagd een vooronderzoek te doen om overzicht te krijgen van de huidige situatie. In dit onderzoek zijn de beschikbare gegevens over de kreeftenvisserij verzameld. De belangrijkste vragen waren: wat weten we van de biologie van de kreeft, hoe wordt de visserij beheerd en welke gegevens zijn er beschikbaar? Het doel was om een goed beeld van de huidige kreeftenvisserij te krijgen.

Om de informatie te verkrijgen is er een literatuuronderzoek uitgevoerd en zijn er kreeftenvissers die in de Oosterschelde vissen geïnterviewd voor dit onderzoek. Deze vissers zijn gevraagd om informatie te delen over hun gebruik van vistuigen, wat voor vergunning(en) ze hebben, hoeveel kreeft ze vangen en wat hun visie is over de ontwikkeling van het kreeftenbestand over de jaren heen.

Visserijinspanning stijgt

In de Oosterschelde zijn 42 actieve vergunningen waarmee op de Oosterscheldekreeft gevist wordt, hiervan zijn er 37 aangesloten bij de OWV. Elke vergunning geeft recht op het vissen met 180 vistuigen (fuiken, kooien en kubben).

Twee jaar geleden is er een belangrijke verandering in het systeem doorgevoerd. De ‘kreeftenrace’ is veranderd in een systeem waarbij de vislijnen op de vrije gronden verdeeld worden met een ‘loterij’. Volgens de geïnterviewde kreeftenvissers is dit systeem een verbetering in de kreeftensector, want met het nieuwe systeem heeft iedere visser gelijke kansen. Wel zijn vergunningen die niet werden gebruikt in het oude systeem actief geworden met het nieuwe systeem, waardoor de visserij-inspanning is gestegen.

Naast de visgronden die worden verdeeld in de loterijlijnen zijn er ook nog vaste vakken. Dit zijn ‘traditionele vergunningen’ en behoren tot eenzelfde visser. De meeste van de geïnterviewde vissers gaven aan dat ze in de vaste vakken een ander beleid hanteren. Omdat ze weten dat ze het vaste vak het volgende jaar weer kunnen bevissen, zetten ze in de vaste vakken bijvoorbeeld ook kreeften die iets groter zijn dan de minimummaat terug. Op de loterijgronden is dit minder het geval, omdat ze niet weten of ze diezelfde gronden het jaar daarop weer kunnen bevissen en kreeften volgens vissers redelijk honkvast zijn.

De reden waardoor het kreeftenbestand precies zou zijn afgenomen is voor de vissers niet duidelijk. Wel hebben de geïnterviewde vissers verschillende vermoedens. Deze zijn zowel natuurlijke, zoals stijgende watertemperatuur, meer Noordzeekrabben, algenbloei en een groeiende zeehondenpopulatie, als door de mens veroorzaakte, zoals visserij, verdwijnen van kreeftenhabitat door het versterken van vooroevers met staalslakken, illegale visserij en giftige metalen in het water. Ook geven de vissers aan dat het een combinatie van verschillende oorzaken kan zijn.

Aangezien de exacte redenen voor de afnemende kreeftenpopulatie niet bekend zijn, kan er geen gerichte actie worden ondernomen of beleid worden gemaakt. Plannen om het aantal vergunningen te verminderen zodat de visserij-inspanning vermindert en de economische levensvatbaarheid wordt vergroot, zijn in 2015 na een proces van tien jaar overleg mislukt. De belangrijkste redenen waren dat er geen accurate bestandschatting was om deze beslissingen op te baseren, en er was niet genoeg steun van de sector om deze veranderingen door te voeren.

CatchCam

Voor het ontwikkelen van een bestandsschatting voor Oosterscheldekreeft zijn gegevens nodig. Voor het vooronderzoek zijn de verschillende aanwezige bronnen van gegevens in kaart gebracht.

De vangsten van de vissers zijn een belangrijke bron van informatie. De kreeftenvissers geven de vangstgegevens digitaal door aan de NVWA. Deze bevatten het aantal kilo’s kreeft dat de vissers aanlanden en een schatting van het aantal kilo’s dat weer wordt teruggezet.

Voor het maken van een bestandsschatting zijn meer gedetailleerde vangstgegevens gewenst, zoals het geslacht van de kreeft, lengte, gewicht en exacte vangstpositie. Om dit soort gegevens te verzamelen werkt Wageningen Marine Research samen met de OWV aan de ontwikkeling van de CatchCam. Hierbij worden de kreeften geregistreerd met behulp van een digitale camera die voorzien is van een gps. Met de informatie in het fotobestand wordt dan automatisch het geslacht en de lengte herkend. Op dit moment loopt een proef met het prototype van de CatchCam. Dit jaar zal een projectvoorstel voor de ontwikkeling van een bestandsschatting met behulp van de CatchCam worden ingediend.

Een inventarisatie van het kreeftenbestand en verder onderzoek is nodig om te bepalen wat de huidige omvang van het kreeftenbestand in de Oosterschelde is. Dat levert ook kennis op over de factoren die de achteruitgang van de kreeftpopulatie van de Oosterschelde veroorzaken.

Met de opgedane kennis kan in de toekomst beheer en beleid van de kreeftenvisserij worden geformuleerd met als doel een gezonde kreeftenpopulatie in de Oosterschelde te bevorderen.


Wiske Overmaat, Stefan Post

en Lianne Spoor

Contact: Stefan.post@hvhl.nl

06-82219224

Contact Wageningen Marine

Research: Nathalie Steins,

nathalie.steins@wur.nl

06-19263336

H CatchCam-labopstelling. (Foto: Edwin van Helmond)
Afbeelding
H Aan dek van de jongste kreeftenboot in de haven van Zierikzee. (Foto: Dirk Burggraaf)
H Oosterscheldekreeft.
H Kreeftvisserij. (Foto: Nathalie Steins)