Afbeelding
Martin Scholten

Transitiemanager Martin Scholten over het Visserij Ontwikkel Plan (VOP)

Met elkaar waarde creëren, dat is de crux

DEN OEVER – Vier maanden had de overheid in gedachten voor de ontwikkeling van het zogeheten Visserij Ontwikkel Plan, een investeringsplan voor de visserijgemeenschappen en de visketen. Het werden acht maanden. ,,Niet iedereen begreep meteen dat het toch echt de bedoeling was om met elkaar publieke waarde te creëren. Want dat is immers de rechtvaardiging voor gebruikmaking van gemeenschapsgeld.’’


Martin Scholten blikt terug op een enerverende periode. Een jaar geleden werd de Wieringer door het Bestuurlijk Platform Visserij (BPV) verzocht om leiding te geven aan het opstellen van een Visserij Ontwikkel Plan voor investeringen in de visserijregio’s. ,,Transitiemanager werd het mooi genoemd. Het bedrag was onbekend, mij werd eigenlijk alleen gezegd dat het een nationaal samenhangend plan moest zijn, geen losse verzameling van lokale projecten. Die opdracht kreeg ik mee van het BPV en was uiteraard afgestemd met LNV.’’

In juni volgde een Kamerbrief van LNV-minister Piet Adema met nader uitleg en werd een bedrag van 30 miljoen euro vanuit het Klimaatfonds genoemd. Daarnaast werd ook duidelijk gemaakt dat er vanuit de regio’s minimaal eenzelfde bedrag boven tafel moest worden gehaald voor realisatie van de plannen. Uiteindelijk is die cofinanciering uitgekomen op zelfs ruim 50 miljoen om alles werkelijkheid te kunnen laten worden.


Sterker maken

,,In de eerste fase hebben we er bewust voor gekozen om zoveel mogelijk ideeën uit de visserijregio’s op te halen. Met die bouwstenen moest toegewerkt worden aan een samenhangend geheel. Ja, die start was wel wat verwarrend, en onder grote tijdsdruk. Een leerschool ook. Want de druk was hoog, ons was immers gevraagd om haast te maken. Het leidde toch binnen enkele maanden tot hartstikke veel – vaak individuele - investeringsplannen. Wel tweehonderd, ter waarde van een paar honderd miljoen euro! Vaak ruwe ideeën, die dus nog uitgewerkt moesten worden. Logisch ook, gezien het korte tijdsbestek. Het liet wel zien dat er enthousiasme en spirit was, maar zorgde vanwege de hoeveelheid ook onvermijdelijk tot teleurstellingen. Lang niet alles kon gehonoreerd worden, daarvoor was het budget veel en veel te klein. Plannen om iets te doen buiten de vis om vielen buiten de boot. Sommige plannenmakers hebben we verwezen naar de mogelijkheid om elders subsidie aan te vragen, denk aan ideeën voor aanpassingen van groene koelinstallaties. Samen met coördinatoren in de regio’s zijn er 110 ideeën opgenomen in een zogeheten Houtskoolschets als bouwstenen voor het VOP. Die zijn vervolgens door de zeef gegaan, of ze wel passend waren bij de kaderbrief van het ministerie van LNV. Namelijk dat het viscluster als geheel ermee geholpen moet zijn, gelet op alle veranderingen rond de Noordzeevisserij. In het eerste concept van het VOP stonden niettemin nog altijd 89 projecten. Dat aantal is uiteindelijk teruggeschroefd en soms ook samengevoegd tot 32 projecten in de regio’s plus twee nationaal overkoepelende initiatieven voor onderwijsvernieuwing en beleving van de visserijidentiteit in Nederland. Als het goed is gaan visserijgemeenschappen en de brede sector die aan visserij gerelateerd is van deze projecten profiteren. Ze zijn gericht op de toekomst van de visserijregio’s met behoud van de eigen identiteit, waarbij samenwerking de projecten alleen maar sterker maakt’’, vertelt Scholten.


Neuzen

Voor de begeleiding en nadere uitleg ging Scholten alle vijf regio’s langs. De ambtelijke regie in die regio’s lag bij gemeenten en provincies. Logisch dat ook de BPV-bestuurders zoals wethouders en gedeputeerden een stem hadden die ook meetelt, ze staan immers aan de lat om bij een aantal projecten de cofinanciering te regelen. ,,Niet iedereen sprong trouwens even snel op de wagen.’’

Gevraagd naar de grootste teleurstelling bij de plannenmakers, antwoordt Scholten: ,,Dat was in Katwijk, denk ik. Daar was ook een groots idee voor het opwaarderen van visresten, maar het bleek een stap te ver voor de initiatiefnemers om dat in een nationale samenwerking op te maken en te delen met bedrijven in de visverwerking. Ook was het teveel op fundamenteel onderzoek gericht. Dat heb ik wel een paar keer moeten uitleggen.’’

In Scheveningen lukte het na lang dralen uiteindelijk wel de neuzen in één richting te krijgen, aldus Scholten. ,,Verschillende visbedrijven, zoals Atlantic, Esser, Van Wijk en Den Heijer, zijn op zoek naar ruimte en waren zeer geïnteresseerd om actief te worden in het visafslaggebouw. De Visfederatie zag veel in die clustering in samenwerking met de afslag, Uiteindelijk is het gelukt om United Fish Auctions ook zover te krijgen, maar makkelijk was dat toch niet.''


,,Of alles ook echt gerealiseerd gaat worden? Dat moeten we natuurlijk nog zien, en hangt ook af van toetsing op staatssteun. In ieder geval is er over ongeveer twee jaar een evaluatie voorzien. Dan kijken we wat er is gerealiseerd en met een blik vooruit of de plannen bijstelling behoeven. Vanuit het Bestuurlijk Platform wordt trouwens ook een nieuwe openstelling bepleit. Er is immers nogal wat op de plank blijven liggen. Waaronder ook mooie initiatieven die nu nog verder kunnen rijpen.”