H Fotocollage handkokkelvisserij: Broer en Hielkje Visser met zoon Jouke.
H Fotocollage handkokkelvisserij: Broer en Hielkje Visser met zoon Jouke. Nico Laros

Het leven van handkokkelvisser Broer Visser

Tijdens mijn gesprek over de HA 3 valt mijn oog op een fotocollage aan de wand van de kantine. ,,Dat is een groot deel van mijn leven’’, vertelt de inmiddels 73-jarige Broer (voor de insiders Broerie) Visser. Ik ken hem al lang en als visserijopziener tijdens mijn controles op de Waddenzee als het type ‘ruwe bolster en blanke pit’. Ik vraag hem gelijk waarom hij niet in de handel in oud ijzer is gegaan? Immers, zijn broers Dirk, Geert en Jelle hebben een prachtig bedrijf opgezet: Visser Afvalverzameling, Transport en Recycling B.V. Wie kent ze niet in de regio, de rode (bouw)afval containers VISSER.Frl. die je overal in het noorden ziet staan.


Broer vertelt: ,,Onze vader Jan was ‘voddenboer’. Zo werd ik ook uitgescholden op school: Broer van de voddenboer. We hadden een groot gezin met negen kinderen - vier jongens en vijf meiden - waarvan ik de oudste was. Mijn moeder Trijntje (Tine) is nu 94 jaar en woont vooral met steun van haar meiden Anneke, Nelleke, Tineke, Petra en Gerda nog alleen. Haar koppie is nog goed hoor. Wat een oersterke vrouw is dat! Vader zei eens tegen mij: 'Broer, jij moet ook bij mij in de handel.' Maar ik was liever op de haven bij mijn oom Andries Visser (HA 32) en ging graag mee garnalenvissen. Leren wou ik niet en al vrij vroeg was ik aan boord achter de garnalen aan.

Toen ik 18 jaar was ben ik naar Urk gegaan en daar heb ik gevaren op de UK 119 ‘Fokke Johannes’ bij Willem Hoekstra (de Puute). Ik was er in de weekenden ook in de kost. Wat een aardige en goede gereformeerde mensen! Ze zorgden goed voor mij. We kwamen regelmatig na een week vissen met duizend kisten schol van de Dogger. Toen echter de quotering kwam en de touwtjes werden aangetrokken werden de verdiensten ook minder en op een gegeven moment ging het niet meer.


Willem de Bock (HA 9) vroeg me toen eens of ik een paar bewaarnetten voor zijn kokkels wilde maken, dat heb ik toen gedaan. Tijdens mijn vrije week op de UK 119 ben ik met hem meegevaren om kokkels te vissen. Dat was vijftig jaar geleden nog allemaal vrij, amper niemand wist wat kokkels waren. Ik vond het wel mooi werk. De Bock viste alleen overdag, wat een weelde! Maar de volgende keer nam ik ook mijn vrouw Hielkje mee. Die was ook benieuwd hoe het ging. Nou niet te geloven; Hielkje begon te vissen met de kokkelbeugel, daar kon menig kerel niet tegenop!

'Broer', zei ze, 'Dit gaan wij ook doen'. En zo kwam het dat we een oud scheepje kochten in Den Oever. Terwijl ik op zee was met de UK 119 was Hielkje aan boord bezig om alles spic en span te maken.

We zijn toen samen gaan varen en visten onder Vlieland bij de ‘tanks'. Op de schietrange van Defensie staan daar dummy tanks waar de straaljagers op schieten. Voordat het schieten of het lanceren van bommen begint word je gewaarschuwd en moet je wel maken dat je daar wegkomt.

Door omstandigheden hebben we ook jaren met z'n drieën op dit schip gewoond; geen douche, geen wc en alleen koud water. We mochten vissen waar en wanneer we wilden en ook zoon Jouke deed vrolijk mee. We visten onder Vlieland op kokkels zo groot als eieren. Maar als er na een winter schaarste was ook handmatig op mosselzaad - het zogeheten schotelen - voor Johnny Dhooge (YE 30).

Hielkje is in 2018 helaas na een lang ziekbed overleden, maar ze vertelde me op een keer: ‘Broer, de tijd samen op ons eerste schip, dit was de mooiste tijd van mijn leven'.


Later kochten we de YE 83 van Vette & Verhaart. Daarna de TH 26, een oud garnalenkottertje van Simon Kwist. Toen de HA 2, een zogenaamde éénpijper. Dit scheepje viste met 1 zuigbuis en Simon Lenger vertelde me eens dat hij met dit scheepje miljoenen heeft verdiend! Het laatste schip wat ik kocht was de mosselkotter YE 82 van Leuschel, waar Henk Jumelet schipper op was. Het werd de HA 32 ‘Walrus'. De kokkels leverden we altijd aan Lenger en kregen er een eerlijke prijs voor.


Onze grootste strijd en frustratie was als de mechanische kokkelvisserij begon met vissen, zo medio augustus. Als we dan ergens een mooi plekje kokkels hadden gevonden kwamen de zuigers en hadden wij het nakijken. Later kregen we visvakken aangewezen, die met stokjes werden afgezet.

De mechanische schepen visten op 50 centimeter van die stokjes alle kokkels weg. Met laag water zag je de vissporen langs de stokjes. In de weekenden als de grote schepen stillagen visten we kokkels net naast de sporen die zij maakten tijdens het draaien. Nee, we werden echt behoorlijk weggezet door deze machtige schippers. Bijzonder, dat ik ze later zelf ook aan de kokkelbeugel zag staan te trekken. Het kan verkeren!


Ik geniet nu nog elke dag en mag graag wat bij Jouke in de loods omscharrelen, ik heb het goed en wens alle vissers dan ook het allerbeste toe'', besluit Broer.

Afbeelding