Duitse studie Cranimpact naar impact op Waddenzeemilieu

Garnalenvisserij vrijgesproken

BREMERHAVEN – De garnalenvisserij in de Duitse Wadddenzee is helemaal niet zo schadelijk als door velen wordt gevreesd.


Tot die conclusie komt het Duitse Thunen-Institut na vier jaar onderzoek (onder de noemer Cranimpact) naar de effecten van de garnalenvisserij op het habitat en de leefgemeenschappen in de kustwateren van de noord-Duitse deelstaten. Voor het onderzoek werd 1,4 miljoen euro uitgetrokken.

Een belangrijke bevinding van de wetenschappelijke studie is dat de garnalenvisserij plaatsvindt in dermate dynamische milieus met zulke sterke natuurlijke schommelingen dat de visserij nauwelijks invloed heeft op de soorten op de zeebodem. De natuurlijke samenstelling van de bodem heeft veel meer invloed, zeker als het gaat om de zandige bodems, die meer dan 90 procent van de diepere delen van de Waddenzee uitmaken.

Nauwelijks twintig dagen hadden de soorten op de zeebodem nodig om zich te herstellen van de garnalentuigen die ze over zich heen kregen. Ook is er nauwelijks verschil tussen een gebied in de Deense Waddenzee dat al meer dan 40 jaar niet wordt bevist en verschillende intensief beviste gebieden in de Duitse Waddenzee. Slechts een kleine 9 procent van het verschil laat zich verklaren door invloed van visserij.


Vanuit Duitsland klinkt de hoop dat de garnalenvisserij door het onderzoek is vrijgesproken en dat de Europese Commissie de resultaten van het onderzoek ter harte neemt, zodat de discussie over het dreigende verbod op bodemberoerende visserij in beschermde gebieden een positieve wending krijgt. Zowel de deelstaten Sleeswijk Holstein en Nedersaksen als de bondsminister voor visserij Özdemir hebben de vissers al rugdekking toegezegd.