Afbeelding
Pedro Rappé

Reflecties Europêche op openbare raadpleging voor EU-strategie

Visserij op weg naar klimaatneutraal

BRUSSEL – Geen brandstofbelasting, een flexibeler Europees visserijfonds, stimuleren van circulaire economie aan boord en meer aandacht aan opleidingen. Hiermee onder meer reageert de Europese visserijkoepel Europêche op de openbare raadpleging van de Europese Commissie om een strategie voor de energietransitie van de visserij- en aquacultuursector te definiëren.


Een van de belangrijkste aandachtspunten van deze EU-strategie is om de sector ertoe aan te zetten tegen 2050 (zoveel mogelijk) af te stappen van het gebruik van fossiele brandstoffen en niet-duurzame elektriciteitsbronnen. Europêche, de koepelvereniging van nationale organisaties van visserijondernemingen in de EU, ziet de ontwikkeling en wereldwijde beschikbaarheid van groene technologie en koolstofneutrale brandstoffen en energiebronnen als een grote uitdaging.


Emissies broeikasgassen

Terwijl de broeikasgasemissies van de zeescheepvaartsector de afgelopen jaren wereldwijd zijn gestegen, zijn de emissies van de EU-vissersvloot met de inkrimping van de vloot afgenomen. Ondanks de uitbreidingen van de EU bedroeg het aantal EU-vaartuigen 81.644 in het jaar 2018 vergeleken met 103.834 in 1996, wat neerkomt op 22.000 vissersvaartuigen minder in 22 jaar, met slechts 65.000 die operationeel blijven (waarvan 75% onder de 12 meter).

En de CO2-uitstoot van de visserij blijft verder dalen. Volgens de gegevens die door de EU zijn gerapporteerd in het kader van de Kyoto-overeenkomst heeft de EU-visserijsector de uitstoot van broeikasgassen bijna gehalveerd in vergelijking met 1990, de basislijn voor het Klimaatakkoord.

Het motorvermogen is gedaald tot 59% ten opzichte van 1990. Daarnaast blijft het energetisch rendement van de sector door de jaren heen sterk stijgen door de technologische vooruitgang. En dat terwijl de bijdrage aan de totale CO2-uitstoot van de maritieme sector, waar de visserij ook onder valt, in feite nog geen 3% bedraagt.

In tegenstelling tot andere sectoren heeft de EU-visserijvloot sinds 1990 dus een enorme vooruitgang geboekt op weg naar klimaatneutraliteit. De oorspronkelijke ambitie was de emissie in 2030 te reduceren tot 55 procent ten opzichte van 1990. Dat lijkt 40 procent te worden, maar dan ten opzichte van 2005. Het vaststellen van 2005 als referentiejaar voor de visserijsector door de EC zou alle inspanningen eenvoudigweg niet erkennen en zou de sector benadelen. 


Alternatieve brandstoffen

Voor kosten-efficiënte energiebronnen met nul emissie moeten de nodige netwerk- en haveninfrastructuren aanwezig zijn. Bovendien mogen die geen extra veiligheidsrisico's opleveren bovenop het toch al gevaarlijk beroep van visser. Europêche benadrukt dit, aangezien de meeste alternatieve brandstofbronnen niet in vloeibare vorm (diesel) zijn maar als gas komen en daarom ontvlambaarder zijn.

Een energietransitie vraagt om aanpassingen in het ontwerp van het schip, omdat de meeste alternatieve energiebronnen zoals waterstof, Liquid Natural Gas (LNG) en methanol een hoge energie-inhoud hebben in gewicht en niet in volume, waardoor het een uitdaging is om ze aan boord op te slaan. Om voldoende te kunnen opslaan zou men extra opslagruimte nodig hebben (schip wijzigen), of meer comprimeren en onder hoge druk opslaan (verhoogde veiligheidsrisico's). Dit maakt alternatieve energiebronnen zoals gasbrandstof en batterijen alleen een optie voor gebruik in de buurt van de kust.

Alternatieve energiebronnen vereisen ook de installatie van nieuwe motoren en voortstuwingstechnologieën die meer ruimte aan boord vergen. In tegenstelling tot de scheepvaartsector heeft de visserijsector echter te maken met capaciteitsbeperkingen in de EU in termen van bruto tonnage, waardoor het nog moeilijker wordt om nieuwe technologieën te installeren en investeringen te doen.

In dat opzicht belemmert de ontoereikende definitie van de vangstcapaciteit in het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) niet alleen modernisering van de vloot, maar ook sociale en veiligheidsverbeteringen. De ruimte aan boord bestemd voor de keuken, hutten, toiletten of recreatieruimtes heeft niets te maken met de vangstcapaciteit. De strategie voor energietransitie moet met deze factoren rekening houden en een herziening van de capaciteitsmetingen voorstellen, om de introductie van nieuwe technologieën en de modernisering van de vloot mogelijk te maken. Nieuwe metingen die kunnen worden gebruikt zijn bijvoorbeeld 'netto tonnage' of Noorse en IJslandse metingen, die ruimtes voor ontspanning/vrije tijd, comfort en werkruimte uitsluiten van de capaciteitsberekening.


Energie-efficiëntie

Afgezien van alternatieve brandstofbronnen kunnen er ook zaken verbeterd worden om het energieverbruik in de sector te reduceren. Wat betreft de visserij zelf werkt de sector samen met de wetenschap aan het verbeteren van het ontwerp en de efficiëntie van vistuigen. Er is al veel vooruitgang geboekt met innovatieve visserijtechnieken om de selectiviteit te vergroten, contact met de zeebodem en/of weerstand te verminderen en de uitstoot van broeikasgassen en het brandstofverbruik te verminderen (zoals met semi-pelagische otterboard).


Belastingen 

en financiering

Gezien het gebrek aan alternatieve brandstoffen zal stookoliebelasting geen transitie naar koolstofarm stimuleren. Totdat nieuwe voortstuwingstechnologie commercieel beschikbaar is en het wetgevingskader de modernisering, installatie en het gebruik van dergelijke technologie toestaat, moet de EU daarom geen brandstofheffingen invoeren in de visserij.

Om de rol van de visserij in de klimaatambities van de EU voor 2030 en 2050 te faciliteren, acht Europêche het essentieel om een specifiek fonds op te richten voor de nodige ondersteuning in de energietransitie. Er zijn sterke financieringsbeperkingen in het kader van het nieuwe Europese fonds EFMZVA, aangezien het slechts lage percentages steun toekent voor vlootinvesteringen, en subsidies afhankelijk zijn van de grootte van de vaartuigen (financieringsmaatregelen voor motorvervanging zijn beperkt tot vaartuigen van minder dan 24 meter). Bovendien is de financiering sterk afhankelijk van factoren zoals het evenwicht van de vloot, het ontbreken van ernstige inbreuken en de vangstcapaciteit.

De EU moet begeleiding en financiering bieden om initiatieven op het gebied van circulaire economie aan boord van de schepen te bevorderen en uit te voeren. Zoals afval en materialen zoveel mogelijk hergebruiken en recyclen en materialen gebruiken die kunnen worden gerecycled. De EU zou ook moeten investeren in de maximale volledige benutting van de vangsten (inclusief farmaceutische producten, cosmetica enzovoort). Even belangrijk is het om te investeren in programma's gericht op het verzamelen van zwerfvuil tijdens visserijactiviteiten op zee.


Realistische maatregelen

De visserij zal niet bepalend zijn voor de ontwikkeling van de brandstofinfrastructuur, maar in de voetsporen treden van de grote mariene actoren. Daarom moet de strategie voor een energietransitie voor de visserij worden gecoördineerd met die voor de scheepvaartsector, en uitsluitend realistische en praktische maatregelen bevatten voor alle vlootsegmenten en op vrijwillige basis.

Voordat alternatieve brandstoffen echt kunnen worden voorgesteld moet er meer tijd en geld worden geïnvesteerd in wetenschap, biobrandstoftechnologie, innovatie en haveninfrastructuur om deze beschikbaar, kostenefficiënt en veilig te maken. Naast alternatieve brandstoffen kan energie-efficiëntie in het algemeen binnen de sector worden verbeterd en ondersteund.


In het algemeen (maar nu verergerd door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne) gaat 25% tot meer dan de helft van de bruto-inkomsten van visserijactiviteiten naar brandstof. De energietransitie moet helpen om de economische weerbaarheid van de sector te vergroten. Het is zeker geen sector waar meer ‘stressfactoren’ aan toegevoegd moeten worden.

,,De visserijsector maakt deel uit van de oplossing om de gevolgen van klimaatverandering te verminderen, want vissers leveren wereldwijd de gezondste dierlijke eiwitten met de laagste ecologische voetafdruk.''


,,De overstap van diesel naar LNG zou een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 20% kunnen opleveren. Een extra reductie van 20% kan worden bereikt wanneer koudeterugwinning wordt toegepast. LNG zou echter grote containers aan boord vereisen, extra bemanningsleden en veiligheidsparameters, terwijl de acceptatie van de technologie wordt belemmerd door regelgeving die de opslag van de LNG-cilinders aan boord niet toestaat en door beperkingen op het bruto tonnage.

Andere technologieën en verbeterpunten die zouden kunnen werken zijn zeil-ondersteunde vissersvaartuigen, verbeterde hydrodynamica, verbeterde aandrijfsystemen, lichtgewicht constructie en materialen en windenergie.

Over het algemeen wordt de energietransitie in de visserij gekenmerkt door een kip-en-ei situatie. Zonder vraag is er geen infrastructuur en aanbod in commerciële hoeveelheden tegen een betaalbare prijs en vice versa. Bovendien bevinden veel alternatieve brandstofbronnen of netto koolstofvrije brandstoffen zich nog maar in de testfase en kunnen ze niet worden aangepast aan schepen die voor langere tijd op zee opereren.''