Kreeftenmeel

of industrie

voor pellen van

rivierkreeftjes?


WAGENINGEN – Exotische rivierkreeften zijn een plaag geworden in de Nederlandse wateren. Maar zowel aan de afzet aan de horeca als aan verwerking tot diervoeder zitten haken en ogen.


De laatste decennia zijn vooral de rode en de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft zeer sterk in aantal toegenomen. Binnen het Kennisplatform Rivierkreeft II - een samenwerking van beroepsvissers, waterbeheerders, de Good Fish Foundation en Wageningen Environmental Research (WENR) – wordt geprobeerd antwoorden te krijgen op vragen als: kan de rivierkreeftvisserij worden opgeschaald, en kunnen rivierkreeften dienen als mogelijke grondstof voor diervoeders?

De commerciële visserij zit in een spagaat. Restaurants zien rivierkreeften weliswaar als een mooi, maar ook zeer bewerkelijk product en kiezen liever voor inkoop van (geïmporteerde) gepelde rivierkreeften. Voor de beperkte groep beroepsvissers die gericht op rivierkreeft vissen vormen het gebrek aan afzet en te lage opbrengsten een belemmering. De verwachting is dat de markt voor verse rivierkreeft klein zal blijven. Er lijken vooral kansen te liggen voor bewerkte rivierkreeft (gepeld, ingevroren), en daarvoor zou een pel-industrie nodig zijn.

Voor verwerking tot diervoeder (voor pluimvee, varkens en huisdieren) zijn rivierkreeftjes in principe geschikt. Zowel de inzet van vissers als het verwerken van de rivierkreeft tot ‘kreeftenmeel’ echter maken de prijs voor dierenvoer uit rivierkreeft momenteel nog te hoog. Hiermee is het volgens de onderzoekers zeer onwaarschijnlijk dat het gebruik van rivierkreeften voor diervoeders een rendabele economische activiteit kan worden.