Afbeelding
Pim Visser

Al onze visserijbedrijven zijn familiebedrijven

Vaders en moeders, zonen en dochters

DEN HELDER – Politiek – ver weg en dichtbij - is van grote invloed op het wel en wee in de visserij. Een leven lang strijdt Pim Visser (65) in dat politieke geweld voor de visserijbelangen. Visser over visserij, politiek en visserijpolitiek.


Het kan niet genoeg benadrukt worden dat alle bedrijven in onze visserij familiebedrijven zijn. Bouwstenen van visserijgemeenschappen. Familiebedrijven met vaders en moeders, zonen en dochters. Bedrijven die van generatie op generatie zijn doorgegeven.


Al nadenkend over het thema ‘van vader op zoon’ en ‘van moeder op dochter’ passeren allerlei gedachten de revue. Herinneringen uit het wat verdere en uit het recente verleden. Over vaders en zonen die met elkaar konden ‘lezen en schrijven’ en ook over situaties waar dat juist helemaal niet het geval was.

Maar ook bedacht ik me dat de situaties van bedrijven in één generatie radicaal kunnen veranderen. In positieve of in negatieve zin. Er is een generatie in de visserij geweest die geen idee had dat er ook tijden zonder overvloed geweest waren. Terwijl hun vaders en moeders in hun jeugd nog echte armoede hadden meegemaakt.

En nu andersom, dat bedrijven op een bizarre manier, als uit het niets, perspectiefloos, in een neerwaartse spiraal terechtgekomen zijn.


Zelf heb ik alle aspecten van en in het familiebedrijf meegemaakt. Met pieken en met dalen. Daarin mag ik me gelukkig prijzen dankbaar terug te kunnen kijken op zowel de persoonlijke als de werkrelatie die ik in die pieken en die dalen met mijn vader mocht hebben.


Reflecterend op ‘vaders en zonen’ komen ook heel wat anekdotes naar voren.

• Van een zoon die begin jaren 60 van de vorige eeuw op zijn kotter graag een hydraulische stuurmachine wilde hebben, maar dat van zijn vader alleen mocht als er altijd een degelijk ouderwets kwadrant met ketting klaarlag voor het geval die ‘nieuwigheid’ kapot zou gaan.

• Of van die zonen die snel een kotter met 1.235 pk bestelden, terwijl hun vader onderweg was naar een vergadering om af te spreken dat het motorvermogen van nieuwe kotters op 1.000 pk begrensd werd.

• Of het verhaal van die zonen die hun vader, die met hartklachten in het ziekenhuis lag, verslag van de week kwamen doen en ondertussen een metworst onder zijn kussen verstopten.

• Maar ook van die vader die een kotter wilde kopen en bij de bank vertelde dat hij niets anders bezat dan zes flinke zonen die goed konden vissen.


Naast positieve en humorvolle zaken schieten ook trieste gebeurtenissen in mijn gedachten. Van vaders voor wie zich heel plotseling een andere toekomst ontvouwde omdat hun zonen verongelukten, op zee of aan de wal. Vaders en moeders die hun kind daardoor verloren of invalide zagen worden.

Generaties die elkaar opvolgen. Niet alleen op zee, maar ook verderop in de keten: verwerkende bedrijven die van vader en moeder op zoon en dochter uitgroeiden tot belangrijke ondernemingen, plaatselijk, nationaal en internationaal. Familiebedrijven waarin de talenten van de generaties op allerlei plekken binnen het bedrijf optimaal een plek krijgen.

Families en familiebedrijven. Essentiële onderdelen van onze visserijgemeenschappen. Unieke samenstelsels van mensen. Waar zakelijk en privé, emotie en rationaliteit met elkaar verweven zijn. Met een betekenis die voor ‘buitenstaanders’ kennelijk onmogelijk is om in te voelen. Dat frustreert.

Momenteel staan families voor enorme dilemma’s. Maar de generaties weten dat ze elkaar vast moeten houden, ondanks de te maken keuzes over de toekomst van hun familie en hun visserijbedrijf.