Groen licht

voor nieuw

visakkoord

EU met

Mauritanië


BRUSSEL – Het Visserijcomité van het Europese Parlement heeft groen licht gegeven voor een nieuwe zesjarige visserijovereenkomst met Mauritanië. Hangende de plenaire goedkeuring van het Europarlement en van de Raad is de overeenkomst voorlopig al van toepassing.


Deze visserijovereenkomst is al dertig jaar een van de belangrijkste die de Europese Unie heeft met derde landen en biedt de mogelijkheid aan schepen uit tien EU-lidstaten om te vissen in de visrijke wateren van het Noordwest-Afrikaanse land. 

Per jaar zal ongeveer 290.000 ton vis gevangen mogen worden. Mauritanië krijgt daar jaarlijks 57,5 miljoen euro voor terug van de EU, met aanvullend 3,3 miljoen euro per jaar als steun aan de lokale visserijgemeenschappen. Ook betalen de deelnemende Europese rederijen een prijs per ton gevangen vis.


Alles openbaar

In de nieuwe overeenkomst staat dat Mauritanië alle overeenkomsten met buitenlandse vloten openbaar moet maken en de EU-vloot dezelfde toegangsvoorwaarden en technische voorschriften moet geven. In een bijgevoegde en aangenomen resolutie wordt Mauritanië tevens opgeroepen om overbevissing op bepaalde pelagische bestanden, met name sardinella, en de verwerking daarvan tot vismeel te stoppen.


Nederland

Ook voor de Nederlandse trawlervloot is de overeenkomst van belang. PFA-voorzitter Tim Heddema reageert: ,,Er is nadrukkelijk een verband tussen enerzijds de oproep om meer transparantie over de activiteiten van niet-EU-vloten ter plaatse en anderzijds de noodzaak van een fatsoenlijk beheerplan voor de pelagische visserij in Mauritaanse wateren, zoals het protocol ook voorschrijft. Zonder het eerste gaat het tweede niet slagen.''

Het is volgens Heddema mede dankzij de samenwerking tussen Pelagic Freezer-trawler Association (PFA), de koepelorganisatie Europêche en Nederlandse Europarlementariërs dat er in de resolutie van het Europarlement een ‘gepaste focus' ligt op de wenselijkheid van visserij voor humane consumptie boven die voor vismeel en de transparantie over de activiteiten van andere buitenlandse vloten.


Heddema hoopt dat bij de geplande verruiming van de visserijzone de pelagische vloot van de EU niet onnodig aan nog zwaardere eisen zal moeten voldoen dan al opgenomen in het protocol zelf.