H Het uitzoeken van het vangstmonster door de onderzoekers in het lab: het gewicht van het vangstmonster, van de fractie garnalen, en iedere andere geïdentificeerde (vis of benthos) soort wordt genoteerd. Alle individuen worden geteld, de vissen worden gemeten. Alle vis wordt gemeten. De lengtemeting wordt onder andere gebruikt om onderscheid te maken tussen bijvangst en marktwaardige vangst. Op de foto onderzoeksassistent Cees Meeldijk samen met projectleider Sophie Neitzel. (Foto: Afra Asjes)
H Het uitzoeken van het vangstmonster door de onderzoekers in het lab: het gewicht van het vangstmonster, van de fractie garnalen, en iedere andere geïdentificeerde (vis of benthos) soort wordt genoteerd. Alle individuen worden geteld, de vissen worden gemeten. Alle vis wordt gemeten. De lengtemeting wordt onder andere gebruikt om onderscheid te maken tussen bijvangst en marktwaardige vangst. Op de foto onderzoeksassistent Cees Meeldijk samen met projectleider Sophie Neitzel. (Foto: Afra Asjes) WMR

WMR zoekt meer vissers voor zelfbemonstering

Waarom bijvangst

garnalenvissers

in kaart brengen?

IJMUIDEN – De Europese aanlandplicht verbiedt het discarden van gequoteerde vissoorten. Bij het onverkort doorvoeren van die aanlandplicht moet alle gequoteerde vis – maats én ondermaats – door de vissers aan wal worden gezet. Gelukkig gelden er vrijstellingen. Zoals voor de garnalenvisserij. Maar die vrijstelling biedt de Europese Commissie alleen als bijvangsten in kaart worden gebracht. Anna-Marie Winter van Wageningen Marine Research geeft uitleg over dit project bijvangst garnalenvisserij en roept extra garnalenvissers op om ook mee te werken aan het zelfbemonsteringsprogramma.


,,Sinds 1 januari 2019 geldt voor de garnalenvisserij in de Noordzeegebieden langs de Belgische, Nederlandse en Duitse kust (Uniewateren van de ICES-sectoren 4b en 4c) een uitzondering van de aanlandplicht. Zonder deze uitzondering mogen de in de garnalenvisserij bijgevangen maatse soorten met vangstbeperkingen (zoals schol, haring, tong, schar, kabeljauw en wijting) niet meer overboord gespoeld worden en moeten worden aangeland. 

Voorwaarde voor het verkrijgen van de uitzondering was het optuigen van een zelfsampling-programma om de bijvangst van gequoteerde soorten in de garnalenvisserij in kaart te brengen. Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen mag namelijk het bijvangstpercentage, van alle soorten met vangstbeperkingen, niet meer dan 6% (in 2020 en 2021) en vanaf 2023 niet meer dan 5% bedragen. 

Daarom heeft het ministerie van LNV aan onderzoekers van Wageningen Marine Research de opdracht gegeven om in de periode 2021-2023 de bijvangst via zelfbemonstering van vissers representatief in kaart te brengen. In dit project verzamelen vissers dus zelf gegevens over de vangstsamenstelling. De gegevens zouden volgend jaar gebruikt kunnen worden om een vernieuwing van deze ‘de minimis’ vrijstelling wetenschappelijk te onderbouwen.


Representatief beeld 

Inmiddels doen er veertien schippers mee aan het Nederlandse zelfbemonsteringsprogramma om de tussen de seizoenen en gebieden variërende vangsten – garnalen en bijvangst - in kaart te brengen. In de onderzoeksopzet wordt ervan uitgegaan dat er in het project 100 reizen per jaar, verspreid over de visserijgebieden van de vloot, kunnen worden gemaakt; met als resultaat 200 monsters per jaar. 

De Nederlandse Vissersbond helpt bij de werving van de vissers en vergoedt de monstername. De onderzoekers hopen het aantal deelnemende schepen nog te kunnen uitbreiden en zijn actief op zoek naar vissers de graag willen meedoen.

Om een goede schatting van het totale vangstvolume te krijgen, worden de stortbakken van de deelnemende schepen doorgemeten. De afmetingen worden in een speciaal programma omgezet naar volumes. Op deze manier kan men het vangstvolume in de stortbak met een meetstok meten.

Op reis krijgt de visser de opdracht om uit twee trekken een monster van tien liter van de ongesorteerde totale vangst voor Wageningen Marine Research mee te nemen. Vooraf aan de verwerking van de vangst wordt met een meetbeker het monster uit de stortbak genomen, in een zak gestopt en op ijs bewaard totdat het aan de einde van de reis wordt opgehaald door een medewerker van Wageningen Marine Research. Bovendien moet de visser voor elke trek de trekinformatie noteren (locatie, tijd, trekduur, bijzonderheden), het volume van de totale vangst meten en registreren en het aantal kilo maatse garnalen registreren. 

Na de reis worden de monsters direct in het laboratorium van Wageningen Marine Research uitgezocht: het monster wordt op soort gesorteerd en gewogen, vissen worden geteld en gemeten en benthos (bodemdieren) wordt geteld. 

De gegevens (de treklijst van de visser en de gegevens vanuit het lab) worden op een standaard manier geregistreerd en bij elkaar gebracht. Hieruit kan niet alleen de vangstsamenstelling in de twee van de visser verzamelde steekproeven worden berekend, maar ook voor de hele reis en uiteindelijk de hele visserij.

Collega Cees Meeldijk van Wageningen Marine Research ondersteunt bij de praktische organisatie van het sampling-programma.

Eerste gegevens

Inmiddels hebben sinds het najaar van 2021 37 bemonsteringsreizen plaatsgevonden die 74 monsters hebben opgeleverd. De eerste gegevens zijn geregistreerd, opgeschoond en worden nu geanalyseerd. Een eerste indruk vanuit het laboratorium is dat er weinig vangsten zijn van niet-gequoteerde soorten (maar wel met een minimummaat) zoals zeebaars en schelpdieren (wulk, tapijtschelp, venusschelp, mesheften). Over de gequoteerde bijvangstsoorten valt nog niets te zeggen.

Eind mei 2022 worden de eerste resultaten van het onderzoek aan het ministerie van LNV gepresenteerd en ook aan wetenschappers vanuit Denemarken en Duitsland, die tevens een zelfsamplingprogramma hebben opgezet.


Internationale 

samenwerking

Denemarken, Duitsland en Nederland hebben de drie grootste garnalenvisserijen in Noordzee. Hiervan is Nederland de grootste (in kilogrammen vangst) sinds bijna twintig jaar: meer dan de helft van de 25-35.000 ton garnalen die jaarlijks wordt aangeland komt van de Nederlandse vloot. Ook in Denemarken en Duitsland zijn in samenwerking met de garnalenvisserij vergelijkbare onderzoeksprojecten opgezet. Deze drie EU-lidstaten hebben een onderzoeksprogramma op elkaar afgestemd en zullen een aanvraag voorbereiden voor een nieuwe vrijstelling van de aanlandplicht. 

In internationale bijeenkomsten vergelijken onderzoekers en visserijorganisaties de resultaten met elkaar. Wageningen Marine Research heeft het programma gepresenteerd aan de ICES-werkgroep voor garnaal (WGCRAN), de werkgroep was positief over het project. Het project werd ook gepresenteerd tijdens een ICES-workshop over beter gebruik van gegevens uit de visserijsector (WKEVUT). Wageningen Marine Research is actief betrokken bij het verbeteren van het gebruik van door de visserijsector verzamelde gegevens voor advies.’’


Oproep

Wageningen Marine Research is actief op zoek naar meer deelnemers om een zo representatief mogelijk beeld van de garnalenvisserij te krijgen. 

Geïnteresseerd? Neem gerust contact op met Anna-Marie Winter; anna-marie.winter@wur.nl, telefoon: 06 4842 7576. 

Het materiaal voor de bemonstering wordt geleverd door Wageningen Marine Research. 


Meewerkende vissers


Hoe ervaren garnalenvissers zoals het sampling-programma tot nu toe?

Peke Wouda heeft al vaker onderzoek met Wageningen Marine Research gedaan. ,,Ik snap dat het belangrijk is om alles beter in kaart te brengen. Ik ben nog jong en wil graag nog mijn hele leven lang vissen, en dan moet ik ook weten wat er anders moet. Het is een kleine moeite monsters mee te nemen, dat kan geen kwaad”, zegt de visserman uit Stavoren.

Richard Wigbout is door Cees Meeldijk van Wageningen Marine Research geënthousiasmeerd om mee te doen aan het project. ,,Ik weet dat het voor een goed doel is om aan de hand van monsters te kunnen zien wat we vangen. Natuurlijk is het even wennen, maar het is goed te doen”, vertelt Wigbout.

H Het monster is uitgezocht: alle (bijvangst)soorten zijn geïdentificeerd en gewogen, de lengte van de vis is genoteerd. (Foto: Anna-Marie Winter)
H Het monster wordt van de totale ongesorteerde vangst genomen. De samenstelling van de ongesorteerde vangst en de fractie garnalen en bijvangst kan erg verschillen.