Afbeelding
C. Hameeteman

Leren luisteren en ervaren aan boord van de GO 44

Hoe zit de vork in de steel?

BOEKELO - ,,Als veganist ben ik niet geheel tegen het eten van vlees, zuivel en vis. Ik ben mij zeer bewust dat het merendeel van de bevolking leeft van dierlijke voedselproductie en consumptie. Waar ik naar streef is onder andere de internationale balans tussen plantaardig en vlees, gekeurde bedrijven die een juiste prijs krijgen voor hun product, educatie met eerlijke informatie over waar voedselproducten vandaan komen en een einde aan massaproductie. Hiervoor ga ik ook ver uit mijn comfortzone, bijvoorbeeld vorige maand met de GO 44 en het strippen van vis.’’ 

Aldus Anne te Koppele op social media. Zij komt uit het oosten van het land, deed in Friesland de studie Kust- en Zeemanagement en was dit voorjaar een weekje te gast aan boord van de bokker GO 44 ‘Quo Vadis’. 

In bijgaand opinie-artikel gaat ze uitgebreider in op haar ervaringen op zee en aan de wal en haar kijk op de maatschappij. Anne staat open voor reacties. Wie met haar in gesprek wil kan een mail sturen.


In maart heb ik dankzij de gastvrijheid van fantastische mensen het beroep van Noordzee visser mogen beleven!
Bedankt Ronnie Hameeteman voor de uitnodiging, schipper Joan Grinwis voor de toestemming en de gehele bemanning van de GO 44 voor de leerzame week en de kans om jullie kwetsbare beroep te mogen ervaren.
 

6 maart 2:30 uurs 's ochtends. 

Het gebeurt echt, ik bevind mij op de GO 44 die nu de haven van Stellendam uitvaart om een week op zee te gaan vissen. Dit had ik niet zo snel aan zien komen. Mijn naam is Anne te Koppele (23), afgestudeerd aan het van Hall Larenstein in Leeuwarden met de studie Kust en Zeemanagement. Op uitnodiging van Ronnie Hameeteman bevind ik mij aan boord van de GO 44. Wat is nu echt de praktijk van de visserij? Is het echt zoals we het in het nieuws zien, boze vissers en het uitroeien van scholen vis door massa visserij, of zit de vork anders in de steel? Heeft de media gelijk, of laten ze niet alles zien? 

Ongetwijfeld bestaat onze wereld uit vele meningen, sectoren, groepen en belangen. Iedereen weet zijn eigen verhaal uitermate goed te vertellen, maar kun je ook het verhaal van je gesprekspartner herhalen als die zijn verhaal aan jou heeft verteld? Luisteren we wel goed, of horen wij alleen wat wij willen horen? Gezien de vele boeken die over ‘luisteren’ zijn geschreven is het een kunstvorm en vak op zichzelf. Misschien wel een van de meest belangrijke vakken waar we niet bij stil staan. Kritiek geven en dingen vertellen kunnen we allemaal. Goede onderbouwende kritiek en luisteren? Dat is voor mensen die het echt willen begrijpen. Voordat je iets kunt begrijpen, moet je het eerst ervaren. En zo komen we weer aan het begin van spreken, luisteren, begrijpen en aan het begin: ervaren.... vandaar dat ik nu op het vissersschip zit. 

Terwijl we langs twee kotters varen die vastzitten in het Slijkgat neem ik je kort mee hoe ik hier terecht ben gekomen. Tijdens mijn afstudeeropdracht, waarbij ik het afval ouder dan vijf jaar van de Kwade Hoek onderzocht op herkomst, oorsprong en datum, kwam ik in contact met verscheidene belangenpartijen in het Visserij-innovatiecentrum tijdens een Litter-ID stakeholdersessie op 29 september, waar ik was uitgenodigd door Wouter Jan Strietman. Het voornaamste doel was het in maart 2021 door vrijwilligers geraapte afval te sorteren en te analyseren. Daarbij waren niet alle bronnen visserijgerelateerd, maar sommige wel. Daar ben ik in gesprek gekomen met Ronnie Hameeteman, die mij heeft uitgenodigd om een week mee te varen op de GO 44 van de familie Grinwis. Het rapport van de Wageningen University & Research over de exacte samenstelling van het geanalyseerde afval zal nog volgen. Met die resultaten kunnen we een beter objectief beeld vormen van de praktijk waar de visserij in deze mee te maken heeft. 

Op het schip was één kajuit leeg, de kapiteinshut. Daarmee had ik mijn eigen kleine ruimte, wat later heel handig bleek voor het wennen aan de zee... De golven waren rond de 1 meter, eerder ónder de 1 meter dan erboven, wat genoeg is om een landrot zich zeeziek te laten voelen. Mijn emmer was de eerste anderhalve dag mijn beste vriend, waar ik gelukkig geen gebruik van hoefde te maken.  

Vol enthousiasme had ik mijzelf voorgenomen om mee te helpen met het strippen van vis, de vis ontdoen van de ingewanden voordat de vis de koelruimte in gaat, en ‘s nachts te kijken hoe het werk wordt uitgevoerd. Al snel werd ik uit dat streven getrokken vanwege de zeeziekte. 

En dat ‘s nachts werken? Ik weet niet hoe ze het doen maar mij is het een halve nacht gelukt. Daarna heb ik de nachten lekker warm wiegend in bed gelegen zodat ik niet de volgende dag slaapwandelend overboord zou lopen. 

Gelukkig had de vrouw van Ronnie speculaaskoekjes meegegeven, wat er, naast de aardappeltjes met zout, goed in ging toen ik zeeziek was. ‘Blijven eten! Blijven eten!’ zei iedereen, zo blijf jij je goed voelen. 

Het ging al snel beter en de rest van de week verbaasde ik mij wat er allemaal voorbijkwam over de band, hoe snel je moet werken om de vers gevangen vis te verwerken en hoe weinig tijd je hebt om aandacht te geven aan overige dingen die op de band voorbijkomen. Als je het opgeviste afval op de band tussen de vis uit wilt halen, is daar een extra persoon voor nodig met specifiek die taak.


Welzijn vissen

Bij een van de netten zat er een stuk ijzer vast in het net, wat een scheur in het net had veroorzaakt. In razend tempo werd de scheur gerepareerd, zodat de netten terug konden in het water. Want iedere seconde dat dat net niet in het water ligt, loop je inkomsten mis. 

Dat betekent niet dat alles om geld draait. Ook het welzijn van de vissen staat bij de vissers hoog in het vaandel. In het Visserij-innovatiecentrum worden nieuwe technieken getest en ontwikkeld voor vangstmethodes die de vis zo ecologisch mogelijk moet vangen, waarbij vis die niet ‘getarget’ wordt niet in het net terecht komt. 

Ook de vissers zelf investeren. Bijvoorbeeld in de pulsvisserij, waarbij er onder andere een extra achtermast op de schepen werd bevestigd zodat de rol van de pulskabel eraan kon hangen. Omdat de pulskor-wet het niet gered heeft doet dat ijzeren gestalte achterop nu dienst als zwaar kunstwerk. 

Op de terugvaart richting wal werd het schip geschrobd en de netten opgeruimd. Terug aan wal werden de vissen snel uitgeladen om in de visafslag op grootte te worden gesorteerd. Daarna werd elke kist met vis gewogen, klaar om te worden verkocht op de visveiling. 

Ondertussen werden er door de bemanning reparaties uitgevoerd aan de kettingen, wat een prachtig las-spektakel gaf, en werd alles wat aan dek lag bij elkaar geveegd op één hoopje. Na een lange vissersweek het hoopje vispluis, touwtjes en ander afval in een vuilniszak te vegen zat er niet bij; het ging hup zo overboord de haven in. Dat is dan voor de vrijwilligers die het weer opruimen in de Kwade Hoek. Misschien is even een vuilniszak bij de hand houden toch effectiever. En vergis je niet beste lezer, de hele week ging er geen afval overboord, alles werd keurig bewaard om het aan de wal te lossen. 

Hoe dan ook, na een zware week op zee met hard werken en maar van vrijdagmiddag tot zondagavond bij je familie zijn: je moet het maar kunnen.  

Toen ik in het begin aan boord stapte verwachtte ik niets meer dan een week op de GO 44. Aan het einde van de week werd ik extreem verrast met hoe hecht en vriendelijk de gemeenschap is, wat mijn bezoek teweeg heeft gebracht en hoe onwetend mensen zijn die nog nooit hebben meegevaren op een vissersschip.  

Het was erg gezellig aan boord, ook op de momenten dat er hard gewerkt werd. Het was fantastisch om mee te werken aan boord en te zien hoe alles werd gedaan. De kleinschalige visserij moet behouden blijven. Kon iedereen maar eerst meekijken voordat ze er over gingen praten. 

Ik heb de week als bijzonder ervaren en hoop mijn steentje bij te kunnen dragen aan alles wat positief is. Om het beroep te laten zien zoals het echt is, om naar de positieve kant te gaan met alle partijen en zonder eigenbelang meehelpen aan de discussie en het op te lossen. 

De Noordzee heeft vele gebruikers, met ieder zijn eigen belangen, principes, waarden en normen. Naar mijn mening wordt er te vaak gedacht in eigen belang als het gaat om het maken van regelgeving of tijdens een ander overleg. 

Met onder andere stage-ervaring bij een NGO, Seaturtle Conservation Curaçao op Curaçao, bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, in Afrika en bij meerdere kleinere bedrijven werk ik ernaartoe om door te bemiddelen de knelpunten tussen belangenpartijen op te lossen, zo ook vissen voor een gezonde zee met een gezonde economie. Daarin heb ik niet alleen veel geleerd maar ook meer oprecht respect gekregen voor het werk dat jullie als visser verrichten, dag en nacht, met daarbij vele regels om rekening mee te houden. 

Zo ook met afval dat wordt opgevist en mee naar wal genomen. Maar waar vuilnismannen op land voor betaald worden, worden de 'vuilnismannen van de zee' dat niet. Uiteraard zijn er altijd verbeteringen te maken maar het begin komt van beide kanten/partijen.  

Hiervoor ga ik graag met mensen in gesprek zodat gedachtes worden uitgesproken en gaan leven, eendracht maakt kracht. 

Ik vind het erg belangrijk om een sector te ervaren en zo goed mogelijk te luisteren naar de experts in het vak en hun leven en werk te begrijpen, zeker bij onderwerpen waarin belangen, principes en vertrouwen centraal staan. Weet waar je over spreekt en te luisteren naar de ander met als doel níet om te antwoorden, maar om de ander te begrijpen. Met alleen papierwerk en theoretische vraagstukken mist vaak het sleutelstukje begrip: je begrijpt een, in dit geval sector, pas volledig wanneer het je overkomt.
Daarom ben ik erg dankbaar dat ik mee kon gaan en meer kon leren over wat het echte vissersleven inhoudt.

De media is nooit de exacte weergave over hoe de vork in de steel zit. En er zijn ook verschillen tussen visserijfamiliebedrijven. Het is belangrijk om niet bevooroordeeld met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. Dat voorkomt wellicht boosheid wat vaak voortkomt uit onbegrip, frustratie en verontwaardiging. 

Ja, dat kost soms wat meer moeite. Voor mij als iemand die geen dieren eet was het heel erg lastig om de vis te ontdoen van ingewanden. Wel vond ik het belangrijk, omdat het bijdraagt aan het begrijpen van het werk. Uit je comfortzone handelen en met respect met elkaar omgaan is het minimale wat je nodig hebt om je blik te verruimen en de ander te begrijpen. 

Met veel plezier, interesse en verwondering heb ik geluisterd naar jullie verhalen, diepgewortelde geschiedenis, ervaringen en de kneepjes van jullie indrukwekkende beroep met een blik op de onzekere toekomst. Ik ga nog even genieten van mijn wankelende beentjes aan wal. 


Enne voor de consument: koop vooral een visje bij de lokale visboer in plaats van uit de supermarkt!


Goede vangst! 


Anne te Koppele

anne.tk@live.nl

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding