Innovatie in de visserij

Den Oever, 19 maart 2022


Morgen - zaterdag 2 april - vindt de Nationale Kennisdag Visserij plaats. Een dag die in het teken staat van noodzakelijke innovaties en onderzoekssamenwerking met het oog op een renderende visserij in de toekomst. Deze ingezonden brief is bedoeld als voorbereiding op de kennisdag.


Zicht op winst

Het vangen van vis in de Noordzee ging vroeger met zeilschepen, daarna met stoomtrawlers en daarna door schepen met dieselmotoren. Wie weet wat de volgende omschakeling zal zijn? Die innovatieve veranderingen werden gedaan omdat de nieuwe voortstuwingsmethoden en aangepaste vismethoden winstgevender waren dan de oudere methoden.

Voorwaarde voor innovatie nu is dus zicht op meer winst dan met de huidige methoden. Dat kan alleen met minder kosten of meer opbrengsten. Ook komende politieke invulling van milieueisen zal meegewogen moeten worden in de mogelijke kosten-baten analyse. Dat zijn de uitdagingen voor de innovaties die nu toegepast zouden moeten worden.

Een probleem met meer winst in de visserij is de aanzuigende werking daarvan op nieuwe ondernemers en op de maximalisatie van de mogelijkheden die die nieuwe methoden geven. Want we hebben te maken met een natuurlijk productiesysteem dat grenzen heeft. Ook de markt heeft een bepaalde maximale capaciteit van vis, qua prijs en hoeveelheid.

Het is een natuurlijke reflex van ondernemers die een winstgevend bedrijf hebben om dit af te schermen voor nieuwkomers en nieuwe ideeën. Dit werkt innovatie tegen. De overheid bevordert dit afschermen door beperkingen op te leggen met vergunningen en quota om de visserijinspanning te beperken. Daardoor belemmert ze feitelijk de innovatie.

De Noordzee is nog even groot als vroeger, ondanks gewenste olieplatformen en ongewenst opgedrongen windparken. De zon schijnt en de natuurlijke voedselketen is nog ononderbroken. Dus er moet genoeg vis in de Noordzee te vangen zijn, net als vroeger.

De vraag is met hoeveel visserijbedrijven we die die vis gaan vangen? Gaat het net als met de haringvisserij: van veel bedrijven met passief vissende vleetloggers naar een paar grote pelagische visserijbedrijven met diepvriestrawlers.


Regeren is vooruitzien

Hoewel deze slogan op papier door de overheid beleden wordt, zijn er wel kanttekeningen te plaatsen bij de invulling daarvan door de overheid op innovatief gebied. Zomaar een paar voorbeelden die juist met de huidige olieprijzen nogal wrang zijn:

• Op tv zagen we onlangs de uitzending van een jonge ondernemer met een innovatieve kotter die moeilijk winstgevend te maken is.

• In 1963 werd elektrisch vissen verboden in de toen nieuwe Visserijwet, hoewel het tijdens een Vistuigenconferentie van de Wereldvoedselorganisatie FAO in Londen als veelbelovend werd gepromoot. Ik was daar als jonge visserman zelf bij aanwezig. Na veel experimenteren is deze energiezuinige methode, die veel navolging vond en gedoogd werd, na veel politiek gekonkel alsnog verboden.

• Toen na de omschakeling van de kottervloot op de boomkor bleek dat met meer pk’s meer te vangen was, ontstond een pk-race met veel nieuwbouw van kotters. Ondanks het verzoek van de Nederlandse Vissersbond om een pk-beperking van maximaal 800 pk in te stellen zei de overheid dat dat niet kon. Later kon het wel bij 2.000 pk. Blijkbaar was scheepsbouw eerst belangrijker dan het gevaar van overbevissing. Terwijl in de Visserijwet staat (stond?) dat maatregelen alleen gebaseerd mogen zijn op het behoud en beheer van de visbestanden. We zien dat de huidige nieuwbouwkotters met andere methoden gelukkig niet ver van de ruim vijftig jaar geleden voorgestelde limiet van 800 pk aan vermogen installeren.

• In de jaren 50 van de vorige eeuw kreeg je alleen een garnalenvisvergunning met een motorvermogen van 80 pk. Nu is dat 300 pk. Maar het aantal garnalenvisvergunningen is met ongeveer 200 hetzelfde gebleven en voorstellen om garnalenvissers ook andere visserijmogelijkheden te bieden, zoals ze vroeger hadden, worden niet serieus behandeld.

De garnalenvissers hebben veel geïnvesteerd in bijvangstsparende innovatieve netten en arbeidsbesparende verwerkingsmethoden. Maar met zoveel kotters van 300 pk op de grillige garnalenstand vissen is moeilijk blijvend winstgevend te maken zonder uitwijkmogelijkheid op vis of in een visplan. Maar veel verder dan uitkoop van vergunningen lijkt de ‘innovatie’ nu niet te gaan.

• In 1995 is een innovatieve vrije visserij ontwikkeld op de Amerikaanse zwaardschede (scheermes), mede met als doel dat boomkorkotters op deze exoot konden overschakelen om de visserijinspanning op gequoteerde vissoorten te verlagen. Na enkele jaren is deze vrije visserij vergunningplichtig gemaakt met slechts vier vergunningen en later na een rare redenatie voor nog een paar. Scheermessen zijn de meest voorkomende schelpdieren langs de Nederlandse kust. Het argument van beperkte vergunningverlening was bodemberoering. Op vesselfinder kan men zien dat deze vergunninghouders een vissnelheid van ongeveer 0,5 knopen hebben met een kor van 1,25 meter breed. Een boomkorkotter gaat tien keer zo snel met een breedte van 24 meter en beroert dus ongeveer 200 keer zoveel bodem!!! Over het brandstofverbruik nog maar te zwijgen!

• Bijna twintig jaar geleden werd in het kader van innovatie op uitnodiging van de overheid (zie onder andere het beleidsplan ‘Ruimte voor een Zilte Oogst’) voorgesteld om mosselen op open zee te produceren in toegewezen gebieden. Dit was een experimentele mogelijkheid om o.a. voor garnalenvissers een alternatieve inkomstenbron te verkrijgen. De subsidievoorwaarden waren echter zodanig dat de subsidie teruggegeven is.

• Latere pogingen om gebied te pachten zonder subsidie op dezelfde voorwaarden als windparken voor ‘Visakkers op Open Zee' werden tegengewerkt door de overheid door een mosselzaadvisvergunning te weigeren. Veertig kotters is daardoor de mogelijkheid ontnomen om ieder op 15 ha ‘Visakker op Zee' mosselen en vis te produceren om het tekort aan Nederlandse mosselproductie te verminderen en extra inkomsten te verkrijgen.


Innovatie voor 

de toekomst?

Moet de overheid nu innovatieve voorstellen uit de visserij of uit andere hoek financieren tot ze winstgevend zijn?

Ja, want ze heeft bij de uitbreiding tot de 200 mijlszone de visserij niet erkend als historisch gebruiker en feitelijk rechteloos voor compensatie gemaakt.

Ja, want ze heeft enorm veel historische visgronden omgekat tot windpark of natuurgebied en verdrijft de visserij zonder compensatie uit door de overheid verpachte windparken. Op land worden boeren voor bouw van windparken niet onteigend maar vorstelijk beloond.

Bij de introductie van innovaties moet er nu wettelijk met klimaat en milieu rekening gehouden worden. Politiek wordt ook bodemberoering een issue waarmee rekening gehouden moet worden. Dit maakt het des te meer noodzakelijk dat innovaties door de overheid gefinancierd worden tot de winstgevendheid aangetoond is.


Vissers over de hele wereld hebben veel manieren ontwikkeld om vis te vangen. Ook zonder veel energie te gebruiken of de bodem te beroeren. Het wiel hoeft niet steeds opnieuw uitgevonden te worden.

Er zijn veel voorbeelden die met aanpassing energiezuinig toe te passen zijn. Ik noem onder andere:

• Hoekwantvisserij, kan ook zonder prikkenbijter maar met aromatisch kunstaas, net als geaasde korven voor krab, kreeft of vis.

• Verankerde schelpdier-kweekboeien fungeren ook als Fish Attraction Devices (FADs) waarvan er duizenden zijn in de wereld.


Er is geen noodzaak om visserij in zijn algemeenheid te verbieden in windparken. De drijfveer van deze maatregel is de hoogte van de verzekeringspremie binnen windparken en niet zoals bij olie- en gasproductieplatformen de veiligheid. We moeten alleen goede methoden toepassen.

Laten we hopen dat de arrogantie die spreekt uit het zogeheten Noordzeeakkoord met het nieuwe kabinet verdwenen is. En dat met nieuwe windparkplannen de visserij meedeelt, net zoals onze boeren.


Morgen is dus de Nationale Kennisdag Visserij. Laten we daar met kennis van de visserijgeschiedenis en de huidige kennis van het ecosysteem en de technische mogelijkheden een ontwikkelingsrichting kiezen die een renderende visserij mogelijk maakt.


Gert Lont,

voormalig visserman, ontwikkelingswerker, viskweker en technisch visserijonderzoeker