Afbeelding
nn

Over psalmen en gezangen

DEN HELDER – Politiek – ver weg en dichtbij - is van grote invloed op het wel en wee in de visserij. Een leven lang strijdt Pim Visser (65) in dat politieke geweld voor de visserijbelangen. Visser over visserij, politiek en visserijpolitiek.


Is het in deze tijd van dood en verderf in de Oekraïne en financiële zorgen in de kottersector wel gepast een column te schrijven. Ik denk het wel. Zeker toen ik in het nieuws Oekraïners zag. Ze zongen spontaan psalmen en gezangen. In het oorlogsgebied en bij de veilige aankomst na hun vlucht uit oorlogsgebied. Dat zingen van die Oekraïners bracht mij op een aantal gedachten.

Zaltbommel is in de visserij verbonden met namen als ‘Van Voorden’ en ‘Promac’. De brug bij Zaltbommel is ook onderwerp van een beroemd gedicht van Martinus Nijhoff. Daarin staan de zinnen ‘Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren. Zij was alleen aan dek, zij stond bij ’t roer en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.’ 

Onwillekeurig moest ik bij het beeld van de zingende Oekraïners daaraan denken. Maar ook aan mijn grootmoeders die ik, zestig jaar geleden, ook steeds onder hun werk psalmen en gezangen hoorde zingen. En aan mijn moeder die - als een van haar kleuters niet wilde eten - steevast de berijmde psalm 81 ‘Opent uwe mond’ citeerde. Of aan mensen die in lastige situaties in hun werk vaak verwezen naar de berijmde psalm 42 vers 5. Waarop iemand anders dan vaak ‘Tel uw zegeningen’ riep.

Dat was toen, maar toch kunnen we er ook hier en nu in het tijdperk van sociale media iets mee. Het is immers niet altijd even verheffend zoals er gecommuniceerd wordt. Op Twitter en Facebook en in WhatsApp groepen.

Recentelijk werd onder vissers nog lelijk whatsappend met modder gegooid naar collega’s die wel aan bepaalde onderzoeken meedoen. Ook de reacties op de afgesproken brandstoftoeslag waren niet altijd even verfijnd. Daarover nadenkend kwam er weer een specifiek citaat bij me op. Een citaat wat ik in mijn jeugd en later ook wel eens voor de voeten gegooid kreeg. Het komt uit Psalm 141 en wel vers 3: Zet, Heer, een wacht voor mijne lippen; behoed de deuren van mijn mond, opdat ik mij, tot genen stond, iets onbedachtzaams laat ontglippen.’ 

En of je nu in de tale Kanaäns bent opgevoed of niet, iedereen begrijpt dat hier wijze woorden staan. En wat voor de mond geldt, geldt net zo hard of nog harder voor de pen, voor het toetsenbord of voor de smartphone. Geschreven tekst blijft immers staan, wordt gedeeld en doet daardoor blijvend pijn. Richt soms zelfs schade aan. En ja, het gaat zo makkelijk, het uiten van scherpe woorden, grote woorden en harde oordelen. Voelt vaak best stoer en lucht soms ook op

Achteraf gezien zouden woorden vaak zorgvuldiger gekozen moeten zijn. Als de schrijvers zich een beetje in de achtergrond verdiept hadden. Of als ze het verhaal of de kwestie wat beter hadden doorgrond.