Afbeelding
Marieke Duijsters

Verbinding met ‘Barend Biesheuvel’ en UK 158 tijdens werkbezoek aan de NVWA

Koninklijke interesse voor visserijcontrole

UTRECHT/DEN OEVER – Koning Willem-Alexander sprak vorige week vanuit het hoofdkantoor van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) met visserijinspecteur Jacob Duinstra en schipper Jacob van Urk. Duinstra was aan boord van het controlevaartuig ‘Barend Biesheuvel’, Jacob van Urk aan boord van zijn UK 158.

Van Urk was de voorgaande week geïnformeerd over ‘hoog bezoek’ aan de NVWA en gevraagd zijn medewerking te willen verlenen voor een driehoeksgesprek.

De UK 158 lag nog bij Luyt in Den Oever voor de kant, in afwachting van de terugkomst vanuit Duitsland van de geslepen tandwielen voor de Reintjes-keerkoppeling. Het gros van de kottervloot was overigens naar binnen gewaaid. De ‘Barend Biesheuvel’ lag nog wel op zee, maar voor controle was het geen weer.

Van Urk, naast schipper op een eigen Eurokotter ook voorzitter van de PO-Urk, vertelde desgevraagd over de internationale controle op zee. En ook over de veranderingen in regelgeving na Brexit. Bij Nederlandse en Duitse visserijcontrole weet je wel waar je aan toe bent, maar bij Britse controle is dat ongewis, zo is de ervaring van Van Urk en zijn collega’s.

Of er nog vissers zijn die vangsten geheim houden?, vroeg de koning. Inspecteur Duinstra antwoordde dat visvangsten iedere avond via het elektronisch logboek opgegeven worden.

Visserij was een van de vier thema’s op de agenda tijdens het werkbezoek van de koning aan de NVWA. Op de foto zit inspecteur-generaal Gerard Bakker rechts.


(Foto: NVWA/Marieke Duijsters)

Afbeelding