H Scheveningers Arnaud Pronk (links) en Nico de Jager tonen enkele otterschelpen na hun dagelijkse plons. (Foto: W.M. den Heijer)
H Scheveningers Arnaud Pronk (links) en Nico de Jager tonen enkele otterschelpen na hun dagelijkse plons. (Foto: W.M. den Heijer) WMdH

Na storm 'Corrie'

Scheveningse strand vol met otterschelpen

SCHEVENINGEN – Enkele dagen na de storm van maandag 31 januari spoelden otterschelpen aan op het Scheveningse strand. Slechts een enkele attente strandbezoeker raapte de otterschelpen op om ze thuis soldaat te maken.


Bioloog Johan Craeymeersch van Wageningen University & Research laat in een reactie weten dat er geen gerichte visserij op otterschelpen (Lutraria lutraria) plaatsvindt maar dat ze wel meegenomen worden in het onderzoek. 

Op basis van de jaarlijkse schelpdier-survey wordt het bestand van otterschelpen geschat op zo’n twee miljard stuks.

In 2002 troffen WUR-onderzoekers voor het eerst een otterschelp aan. Sindsdien is het bestand in omvang toegenomen en gedijt in de kustzone, daar waar de soort volgens Craeymeersch aanvankelijk juist in dieper water voorkwam. Zoals op de Oestergronden en in Het Kanaal. 

Het lijkt er dus op dat de otterschelp geleidelijk naar ondieper water trekt.


Sifon

Bij de visserij op scheermessen zijn otterschelpen weleens bijvangst. Naarmate het bestand groeit zal dat vaker voorkomen. Er is sprake van een beperkte handel, dus de moeite waard om ze apart te houden.


De otterschelp wordt ook wel strandgaper genoemd. Ze zitten diep in het zand, tot wel meer dan tien centimeter. Middels hun sifon, een soort slurf, ademen ze en zuigen ze water aan en halen daar voedseldeeltjes uit.


Visdetaillist Nico de Jager (viswinkel in Wateringen) en directeur Arnaud Pronk van visgroothandel Hollandvis troffen de otterschelpen tijdens hun dagelijkse plons op het strand aan. Pronk kende de tweekleppige soort wel, maar Nico de Jager had ze nog nooit gezien.

Afbeelding