H Naambord op pet van stuurhut.
H Naambord op pet van stuurhut. Henk Buitjes

Het jaar 2022 is al weer zeven weken oud en we hebben nog geen dubbeltje verdiend. Dit lag ook wel in de lijn der verwachtingen, omdat we immers nog bezig zijn met de laatste loodjes van het project ‘ZK-92 wordt ZK-37’.

Voor Alfred begon het wat moeizaam, omdat hij de eerste week van het jaar geveld was door corona, maar na een week quarantaine kon hij ook los gaan met sleutelen, schoonmaken, verven en alle andere voorkomende werkzaamheden. Ik tref het maar met zo’n zoon, want Alfred gaat er helemaal voor en is iedere morgen al in alle vroegte aan boord bezig. Ook de kleinzoons Thijs en Siem helpen zaterdags, als er niet gevoetbald wordt tenminste, graag mee op de nieuwe kotter.


TDL

De kookketel, spoelsorteermachine en spoelmolen gaan van het ene schip op het andere en worden, nadat alles grondig is nagezien, door TDL-medewerker Klaas van der Kuur op hun plek gezet. Klaas, die jaren bij Fred van den Broek heeft gewerkt, heeft een paar gouden handen en heeft heel veel bijgedragen aan het uiteindelijke resultaat van de kotter. Je merkt gewoon dat hij een goede opleiding bij Fred heeft genoten en dat z’n kennis en ervaring in projecten zoals de verbouw van de ZK-92/ZK-37 goed tot z’n recht komen. Maar ook de andere mensen die we aan boord hadden om bepaalde werkzaamheden uit te voeren waren allemaal vaklui; ieder in z’n eigen specialisatie.

De meeste werkzaamheden zijn uitgevoerd door mensen en bedrijven uit de regio. Dat is een bewuste keuze van ons omdat dit zorgt voor werkgelegenheid in het noorden van Groningen en Friesland, en de korte lijntjes tussen ons als opdrachtgever en het desbetreffende bedrijf werken in de regel vlot en soepel. Echter, voor bepaalde werkzaamheden en onderdelen is ook bewust gekozen voor bedrijven buiten de regio, en deze keuze werd bepaald door kwaliteit en goede ervaringen uit het verleden. Luyt, L. Post & Zn., MasterComposites en Couperus waren voor ons eigenlijk een vanzelfsprekendheid en deze vanzelfsprekendheid is, net als altijd, beloond in kwaliteit en een goede service.

Naast het daadwerkelijke klussen is er ook nog een stuk administratie wat ook veel tijd en energie kost. Je hebt natuurlijk het financiële gedeelte, wat ontzettend belangrijk is en zeer bepalend voor wat er allemaal mogelijk is.


IL&T

Daarnaast moeten alle verbouwingen en aanpassingen in overleg met IL&T en in dit overleg loopt het nog wel eens wat moeizaam. Dit komt hoofdzakelijk doordat het gebruikte vismerk nogal eens voor verwarring zorgt bij de inspectie. Op het schip zijn de nummers ZK-92 verwijderd en vervangen door ZK-37, echter nog niet wit geverfd. Dit maakt het soms onoverzichtelijk voor de inspectie, vooral als op documenten al het nieuwe nummer wordt ingevuld, terwijl formeel het oude nummer nog moet worden gehanteerd.

Gelukkig is dit hopelijk snel voorbij, want afgelopen maandag heeft er een vermogensmeting plaats gevonden en kunnen de vergunningen van de oude ZK-37 worden overgeschreven op de nieuwe. Deze pk-meting was een vereiste van de RVO om de vergunning van het ene op het andere schip te plaatsen. De meting en dus ook het zegelplan dienen niet ouder te zijn dan twee jaar bij overschrijving. Toen we het schip kochten speelde dit ook al, maar omdat de papieren in de loop van afgelopen jaar terug zouden gaan naar de vorige eigenaar en het schip nog niet actief zou worden in de visserij, kregen we uitstel om het vermogen van de motor te bepalen tot de overschrijving van alle vergunningen. De Scania was nog voorzien van alle originele zegels en afgelopen maandag bleek dit nog precies te kloppen na meting door RDA Shiptech uit Drachten. Jammer dat je als visserman op deze manier op extra en onvoorziene kosten wordt gejaagd voor iets wat eigenlijk niet nodig is. Schijnbaar vertrouwt de RVO de gehanteerde motorenverzegeling of de instanties die de verzegeling uitvoeren voor geen meter.

Maar, voordat er gemeten kon worden moest er eerst een hellingproef gedaan worden. Dit zorgde bij mij voor wat verwarring, omdat ik het anders geregeld had met Steven Roos van RDA Shiptech, Gaastmeer Design, Sandfirden en het kantoor van IL&T. De pk-meting was voor ons belangrijk, dus dat had ik als eerste gepland en daarna de hellingproef. Alles geregeld, iedereen kon op de geplande dagen, dus we konden volgens mij het weekend met een gerust hart in gaan, totdat op vrijdagmiddag de telefoon ging. IL&T aan de lijn met de mededeling dat de procedure verkeerd was en dat de vermogensmeting geen doorgang kon vinden zolang er geen hellingproef was gedaan.

Dit was wel even erg balen, maar na een stevige discussie met een toevallig aanwezige inspecteur van IL&T besloot ik te proberen om bepaalde afspraken om te zetten, zodat we alsnog de week goed konden afsluiten. Het lukte wonder boven wonder om alles volgens de juiste procedure in de agenda’s te krijgen, zodat Keimpe Jens Seepma (zoon van Johan Seepma, OL-5) van Gaastmeer Design, samen met Wim Altorffer van IL&T de hellingproef in week 6 konden uitvoeren zodat al de andere werkzaamheden verder volgens plan konden worden afgehandeld.

Naast al deze beslommeringen waren er ook nog andere zaken die me bezig hielden. Het weer in ieder geval niet; anders dan normaal, liet ik de meeste weerberichten aan me voorbij gaan. Wat me wel bezig hield en houdt zijn de zaken die op ons pad komen.


Stikstof

Op 1 januari 2023 moet er een nieuwe NB-wet vergunning zijn, en de geluiden die je hoort over de ontwikkelingen met betrekking tot dit onderwerp zijn niet bijster positief. Na een door mij verstuurde mail richting de Nederlandse Vissersbond, waarin ik om de laatste stand van zaken vraag in de ontwikkeling tot een nieuwe NB-wet vergunning voor de garnalenvisserij in de Natura 2000 gebieden, krijg ik van voorzitter Johan Nooitgedagt geen opbeurende berichten. Er is volgens hem veel onduidelijkheid wat precies de bedoeling is en wat er van de visserijsector verwacht wordt. Vooral wat betreft de stikstofdepositie in de Natura 2000 gebieden Waddenzee, Noordzeekustzone, Vlakte van de Raan en Ooster- en Westerschelde.

Naast het aantal visuren die in de huidige vergunning zijn opgenomen, is de verwachting dat er in de toekomst ook beperkingen zullen worden opgelegd aan de hand van stiksofuitstoot door de motoren van de diverse vissersschepen. De garnalenvisserijsector heeft Wing en TNO opdracht gegeven de stikstofuitstoot door de visserij in Natura 2000 gebieden te bepalen aan de hand van een onderzoek. Hiervoor moet per vissersvaartuig de stikstofuitstoot gemeten worden en zo in combinatie met AIS-gegevens tot een bepaalde hoeveelheid komen, wat dan weer kan leiden tot een aantal visuren per gebied. Al met al erg ingewikkeld en erg onduidelijk, en het is onvoorspelbaar wat de uiteindelijke gevolgen zullen zijn voor de garnalenvissers die actief zijn in de Natura 2000-gebieden.

Die hele stikstofdiscussie is voor mij erg abstract; ik kan me er weinig bij voorstellen. Je hoort en leest veel over de slechte gesteldheid van de natuur in Nederland, maar ik signaleer dat bepaalde diersoorten en ecosystemen floreren als nooit te voren. Ganzen, aalscholvers, kraaien, vossen, reeën, snoeken, meervallen, zeehonden en nog veel meer dieren hebben het prima naar hun zin in Nederland. Toen ik jong was kwamen deze dieren veel minder voor dan tegenwoordig; roofvogels zag je amper en een bever of een wolf al helemaal niet. De natuur is in beweging en er verandert wel wat, dat ontken ik ook niet, maar de dieren en hun ecosystemen die het moeilijk hebben, hebben altijd al in de marge bestaan.

En is het nou zo erg met de stikstofdepositie in de Waddenzee en Noordzeekustzone gesteld? Uit een rapport, ‘Het Waddengebied en stikstofdepositie’, uit 2019 en opgesteld door het RIVM in opdracht van de Waddenacademie, blijkt het allemaal wel mee te vallen. De overschrijding van stikstofdepositie ten opzichte van de vastgestelde norm (de gemiddelde kritische depositiewaarde voor stikstof) blijkt voor de Waddenzee minder dan 5% te zijn; ver beneden de landelijke overschrijding. Hiervan is een groot gedeelte (34%) afkomstig uit het buitenland en van de scheepvaart die gebruik maakt van de scheepvaartroutes benoorden de Waddeneilanden, 18% zijn emissies uit zee (via uitstroom van rivieren), landbouw en veeteelt vanaf het vaste land zorgt voor 15 en 10%. Scheepvaart, waar de visserij onder valt, zorgt voor 4%. Dit is dus 4% van 5% overschrijding! Het stelt dus echt niets voor, waarbij ik ook nog moet vaststellen dat die 5% overschrijding ook nog een gemiddelde is en dat er op de kwelders, slikken en het open water amper sprake is van enige overschrijding.

Flauwekul of niet, we zullen als visserijsector wel rekening moeten houden met deze discussie en het huidige politieke klimaat willen we verder kunnen gaan met het werk en het leven dat we leiden: vissen. Ja, de visserijorganisaties zullen flink aan de bak moeten om voor hun leden ruim voldoende mogelijkheden en uren te bewerkstelligen om actief te kunnen blijven in Natura 2000-gebieden. Ook zal het ministerie er op gewezen moeten worden dat er, indien er uren in mindering worden gebracht omdat er het jaar ervoor te veel gevist is (Vlakte van de Raan, Wester- en Oosterschelde), er ook ‘geplust’ moet kunnen worden als de visuren niet gebruikt zijn in het jaar ervoor.

Dat er zorgen en problemen zijn in de visserij is van alle tijd, maar meestal ging het dan over vis- en garnalenprijzen of de prijs van een liter gasolie of een kilo netwerk. Tegenwoordig gaat het, naast de eerder genoemde onderwerpen, over natuur en windmolens op zee, stikstof en uitstoot van CO2. In enkele jaren tijd kan er heel veel veranderen. Twintig jaar geleden was je voor gek verklaard als je gezegd had dat de huidige omstandigheden waarin de visserij verkeerd de realiteit zouden worden, en moet je nu eens zien…

Hoe het gaat worden zullen we wel zien. Het is voor Alfred en mij eerst zaak om te zorgen dat we zo gauw mogelijk naar zee kunnen zodat er weer wat verdiend kan worden. Het is nu wachten op de diverse certificaten die nodig zijn om met dit schip naar zee te gaan. Het naambord ‘Aldert van Thijs’ is inmiddels aangebracht op de pet van de stuurhut en als het goed is kunnen volgende week de nummers van het vismerk wit geverfd worden, zodat de ZK-37 na een afwezigheid van twee maanden weer op garnalenjacht kan gaan.


Henk Buitjes, ZK-37

H Kleinzoon Siem helpt mee.
H Dieter Schulz van TDL.
H Hellingproef met Wim Altorffer van IL&T.
H  Stikstofproducerende dode zeehond. Foto is van collega Jan Disco, LO 5.