Jordy Caljouw (ARM 46) in gesprek met minister Henk Staghouwer
‘We willen samen vooruit’
SCHEVENINGEN/ARNEMUIDEN – Een nieuw kotterontwerp, selectieve tongvisserij en letterlijk ruimte houden voor de visserij. ,,We willen vooruit, van het doodlopende spoor af.’’
Jordy Caljouw (ARM 46) legde zijn wensenlijstje vorige vrijdagmorgen tafel bij LNV-minister Henk Staghouwer. Jordy was via bemiddeling van de provincie Zeeland en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland uitgenodigd om de bewindsman tijdens diens eerste werkbezoek aan de visserij niet alleen te vertellen over de pijnpunten, maar ook over de mogelijkheden, kansen en zo mogelijk een nieuw toekomstperspectief. Daar ging de 33-jarige Zeeuwse visserman graag op in.
De ARM 46 vist deze maanden samen met Zeeuwse collega-Eurokotters met de matjes onder de Britse kust en liep donderdagavond bijtijds de thuishaven Vlissingen binnen. Er werd onder andere 800 kilo tong gelost. Vrijdagmorgen reed Jordy samen met zijn broer Henry vanuit zijn woonplaats ’s-Gravenpolder naar Scheveningen. Het drie kwartier durende gesprek vond boven in de brug van de OD 1 plaats, want de Urker bemanning zat beneden in de kombuis. Namens het ministerie was ook Arie Mol van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aanwezig.
,,Het was een heel fijn en open kennismakingsgesprek. De minister zei graag met ons mee te willen denken, maar we zullen samen aan toekomstperspectief moeten werken. Hij was trouwens al goed op de hoogte en heel scherp en alert. Ik merkte wel dat de minister net als wij ook de vernieuwende kant op wil. Dat is ook onontkoombaar. Begrijp me goed: ik ben faliekant tegen windmolens, daar gruwel ik van en ik wil strijden voor elke vrije meter op zee. Maar met alleen vechten tegen windmolens gaan we het niet winnen. We moeten gaan omdenken, iets achter de hand hebben’’, blikt Caljouw terug.
,,Ik heb geprobeerd namens alle Noordzeevissers te spreken, ook onze garnalenvisserij, maar vooral met het oog op behoud van de voor ons allemaal zo belangrijke tongvisserij. Zoals ik het zie, bevinden we ons nu op een doodlopende weg als je kijkt naar brandstofverbruik, discards en zeker ook de discussie over stikstofuitstoot in Natura 2000-gebieden en het verlies aan vangstgebied door windmolens en natuurgebieden. Voor ons is op het bestek waar nu het grote Borssele-windpark is neergezet nog maar een heel klein strookje over waar we kunnen en mogen vissen. Kortom, er zal een nieuw multifunctioneel vaartuig ontwikkeld moeten worden waarmee we in ieder geval de stikstofneerslag kunnen elimineren. Noem het maar: zoveel mogelijk zero-emission. En er zal na het pulsverbod een nieuw type tongtuig moeten komen. Met minder impact, om antikrachten een slag voor te zijn als het gaat over bodemberoering. Anders is het gewoon klaar met ons. Het is goed dat Jaczon met steun inzet op het waterspraytuig, maar zo makkelijk blijkt het dus allemaal niet te zijn. Een tongetje is gewoon verschrikkelijk moeilijk te vangen. Eigenlijk is er een grotere denktank nodig, een nieuw soort visserijinnovatieplatform, dat de mogelijkheid krijgt alles uit de kast te halen. Ik hoop echt dat het lukt, zodat we vooruit kunnen. Zelf hebben we meegedacht met fabrikant Delmeco aan een borsteltuig, maar dat is na een proefje in de waterbak in Stellendam twee jaar geleden stilgelegd. Toch laat dat idee mij nog niet los. En ik heb nog wel een ideetje…, maar dat wil ik eerst zelf nog eens goed op papier zetten alvorens het naar buiten te brengen.’’
Spontaan in kombuis
Staghouwer stapte bij aankomst aan boord eerst spontaan de kombuis in voor een bakje koffie met de bemanning van de OD 1. Hoe was de visserij?, was de vraag aan schipper Jan de Boer.
De OD 1 had woensdag een tussenaanlanding gemaakt en was voor een kort vervolgtripje nog naar zee geweest. Net als de collega-bokkers van Jaczon zijn de Belgische matten voor in Britse wateren na enkele weken weer ingewisseld voor de wekkers om dichtbij op de Hollandse kust te vissen. De Boer vertelde over het verdriet van het pulsverbod, de zorgen over windparken, maar ook over de gelukkig goede visbestanden.
,,De nieuwe minister was zeer belangstellend en oprecht geïnteresseerd. We hebben hem gelijk uitgenodigd voor een reisje op zee met ons'', aldus Jan de Boer.
SCHEVENINGEN - Minister Staghouwer leek geen haast te hebben bij zijn werkbezoek aan de OD 1 in de haven van Scheveningen. Op de kade werd de minister welkom geheten door een delegatie van Vrolijk/Jaczon, waarna hij een rondleiding door de kotter kreeg van vlootmanager Anton Dekker. Terwijl het hele gevolg al zorgelijk naar de klok keek, koos Staghouwer eerst voor koffie in de kombuis en een uitgebreid onderhoud met schipper Jan de Boer en zijn mannen.
Ook boven in de brug nam de minister alle tijd voor zijn gesprek onder vier ogen - eigenlijk acht, want ook met Arie Mol en Joris Hoogbergen van LNV - met de Zeeuwse visserman Jordy Caljouw (ARM 46). Broer Henry bleef beneden. Als oud-ondernemer vindt Staghouwer het naar eigen zeggen prettig om met andere ondernemers te spreken.
Ook op de OD 1 hoorde de minister andermaal hoe de visserij bedreigd wordt van alle kanten, dat de uitdagingen enorm zijn en dat het de vissers steeds meer moeite kost om perspectief te zien. En nee, ook als minister van LNV kan hij niets beloven. ,,En ik ga ook geen nieuwe schepen betalen.’’ Staghouwer wil nadrukkelijk kijken naar kansen. ,,De komende periode wil ik met de vissers toewerken naar een toekomstbestendige sector’’, schrijft de minister op social media. ,,De ontwikkeling van nieuwe technieken is daarbij belangrijk, en daarop zal verder ingezet moeten worden door zowel vissers, onderzoek en bedrijfsleven, ook binnen de windmolenparken. Met hulp van de overheid. Innovatieve vissers zijn hard nodig om deze duurzame transitie vorm te geven. Daarom was het goed om vandaag hierover in gesprek te zijn. Dit geeft mij voeding voor het verdere gesprek hierover.’’
Eerder in de week twitterde Staghouwer in de aanloop naar een kamerdebat: ,,De hoge energieprijzen benadrukken het belang om de energietransitie te versnellen. Tegelijkertijd kunnen ondernemers niet ‘groen doen, wanneer zij rood staan'. We moeten met elkaar bepalen hoe we vorm geven aan ambitieuze klimaatafspraken en afspraken uit het coalitieakkoord.''
