Noordzeeakkoord niet onderhandelbaar

Visserij op sterkte in het Noordzeeoverleg

DEN HAAG – De kottersector komt alsnog op volle sterkte met drie zetels aan boord van het Noordzeeoverleg.


Dat blijkt uit de reactie van onafhankelijk voorzitter Sybilla Dekker van het Noordzeeoverleg op een pittige brief van de Nederlandse Vissersbond, Delta Zuid, de Rousant en PO-Urk.

Genoemde vier producentenorganisaties schreven vorige maand een juridisch getoonzette brief waarin ze hun plaats in het Noordzeeoverleg opeisten zonder de inhoud van het Noordzeeakkoord te zullen onderschrijven. Afgelopen najaar werd dat kort en zakelijk nog afgewezen, onder verwijzing dat de organisaties niet voldeden aan ‘de voorwaarde’ om het Noordzeeakkoord te ‘onderschrijven’ danwel daarmee in te stemmen.

In het Noordzeeoverleg zijn drie zetels gereserveerd voor ‘voedsel en visserij’. Twee daarvan zijn in november op hun verzoek en zonder breed overleg ingenomen door de visserijbestuurders Maarten Drijver (namens de drie producentenorganisaties in de Noordkop) en Albert Jan Maat |(NetViswerk). Drijver en Maat ondertekenden niets.


Waardering

Mevrouw Dekker schrijft aan Vissersbondvoorzitter Johan Nooitgedagt dat ze het voorstel om met drie personen het cluster voedsel en visserij in het Noordzeeoverleg te gaan bemensen waardeert, zeker omdat de visserijsector al meerdere malen door haar en ook de minister is uitgenodigd om toe te treden. De voorwaarde om het Noordzeeakkoord te onderschrijven wordt niet meer genoemd. Wel wordt gesteld dat het Noordzeeakkoord een feit en niet onderhandelbaar is.

Over de personele invulling van de volledige visserijdelegatie vraagt mevrouw Dekker aan Nooitgedagt om tot overeenstemming te komen met de visserijbestuurders uit de ‘deelvertegenwoordiging’, lees: Drijver en Maat. Zij wil komende maand samen met LNV-minister Henk Staghouwer in een bestuurlijk overleg met de sector een toelichting geven en hoopt dan ook de (nieuwe) visserijvertegenwoordigers voor benoeming voor te dragen aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De meerderheid van de kottersector wenst dat Kees van Beveren (Delta Zuid) en Geert Meun (PO-Urk) naast Maarten Drijver een plaats in het Noordzeeoverleg krijgen.


In het introductiedossier dat de nieuwe minister Henk Staghouwer van LNV deze maand ontving wordt ook niet over ondertekening gerept. Daarin staat: ,,Sinds november 2021 is een deel van de visserijsector weer aangesloten bij het Noordzeeoverleg op basis van acceptatie van het Noordzeeakkoord.’’

Naast de visserij zijn er in het Noordzeeoverleg ook zetels voor het Rijk, de scheepvaart, energiesector en natuurorganisaties. Het Noordzeeoverleg is er op gericht dat partijen overeenstemming bereiken over invulling van afspraken in het Noordzeeakkoord, waarna het kabinet tot besluitvorming overgaat. Afspraken in het Noordzeeakkoord betreffen de uitbreiding van beschermde natuurgebieden op zee, meer soortenbescherming, onderzoek en monitoring, innovatie en sanering van de kottervisserij, aanwijzen van nieuwe windenergiegebieden en medegebruik van windparken.

NetViswerk

Voorzitter Albert Jan Maat van NetViswerk is nog door niemand benaderd, wacht het bestuurlijk overleg af en wijst er op dat een brede en evenwichtige visserijvertegenwoordiging in het Noordzeeoverleg wenselijk is. ,,De visserijsector is breder dan alleen de kottervloot’’, aldus Maat. Hij denkt daarbij niet alleen aan de eigen kleinschalige kustvloot, maar ook aan de visindustrie en de trawlerreders als belanghebbende partijen. ,,Van belang is dat de kleinschalige visserij zich vertegenwoordigd weet, want de groei van het aantal windparken vooral onder de kust is ook cruciaal voor ons, zeker als het gaat om kansen voor medegebruik. Als je je constructief opstelt is er meer mogelijk, dat blijkt ook uit de nieuwe begrenzing van de Borkumse Stenen vorige maand. Een eerste succes voor de visserij in het Noordzeeoverleg’’, reageert Maat.


Klankbord


DEN HAAG – Het Noordzeeoverleg heeft vorige maand een Wetenschappelijke Klankbord Commissie ingesteld, onder leiding van Han Lindeboom.

Lindeboom is emeritus hoogleraar van Wageningen Universiteit en het NIOZ, gespecialiseerd in mariene ecologie en de effecten van menselijke handelingen daarop. Al langer fungeert Lindeboom als adviseur.

De Wetenschappelijke Klankbord Commissie bestaat verder uit: Marleen van Rijswick (Universiteit Utrecht, Waterrecht), Geert Wiegertjes (Wageningen University & Research, leerstoelgroep Aquacultuur en Visserij), Paulien Herder (Technische Universiteit Delft), Henk Folmer (emeritus Rijks Universiteit Groningen, Resource economics) en Martin Poot (vogelexpert en statistisch onderzoeker bij CBS).