Juridisch bezwaar tegen afwijzing Noordzeeoverleg

Kottervloot eist plek aan overlegtafel

URK – De voltallige kottersector eist hun plaats op aan tafel van het Noordzeeoverleg waar gesproken wordt over de toekomst van de visserij. Producentenorganisaties maken bezwaar tegen een afwijzing afgelopen najaar.


In een juridisch getoonzette brief aan de ministers van I&W en LNV delen de producentenorganisaties Delta Zuid, Urk, Rousant en Nederlandse Vissersbond ‘namens 90 procent van de kottersector’ mee de eerstvolgende vergadering van het Noordzeeoverleg hun plaats aan tafel te zullen innemen.

Nadat de Noordkop-PO’s en NetViswerk zich half november hadden aangemeld om aan te schuiven bij het Noordzeeoverleg, stuurden ook de PO’s Urk, Rousant, Nederlandse Vissersbond en Delta Zuid een schrijven aan NZO-voorzitter Sybille Dekker met het verzoek om als lid aanvaard te worden.

Citaat uit die brief: ,,Wij hechten eraan om er nogmaals expliciet op te wijzen dat de visserijsector begrijpt dat voor u als NZO-voorzitter, voor de andere deelnemers aan het NZO en voor de achterliggende ministeries en het Kabinet, het Noordzeeakkoord het kader is waarbinnen het NZO opereert. Dat betekent echter niet dat wij als visserijsector de inhoud van het Noordzeeakkoord zoals dat nu voorligt onderschrijven.’’


Staatscourant

Een paar uur later lag er al een reactie van het secretariaat. Het verzoek om aan te schuiven bij het Noordzeeoverleg werd niet gehonoreerd omdat aan de voorwaarde niet werd voldaan, namelijk het onderschrijven van het Noordzeeakkoord.

Wat nu? Vorige maand hebben de genoemde vier PO’s zich tijdens een overleg bezonnen. Er is een nieuwe brief verzonden, waarin wordt gesteld dat genoemde voorwaarde om (onvoorwaardelijk) de inhoud van het Noordzeeakkoord te onderschrijven en kritiekloos dat Noordzeeakkoord uit te voeren onredelijk is en ook juridisch niet in de haak. 

Op grond van het afgelopen zomer in de Staatscourant gepubliceerde Besluit Noordzeeoverleg wordt alsnog een plek opgeeist. In dat Noordzeeoverleg zitten vier afgevaardigden van het Rijk en van de sectoren energie, natuur, visserij/voedsel en zeevaart elk drie. Voorwaarden worden niet genoemd. In de toelichting staat dat sectoren zelf hun vaste vertegenwoordigers aanwijzen. Als (nieuwe) sectorvertegenwoordigers worden door de producentenorganisaties concreet genoemd: Kees van Beveren, Maarten Drijver en Geert Meun.


Met verstand

Het overheidsbeleid inzake Noordzeeakkoord en Noordzeeoverleg voelt voor een meerderheid van de kottersector aan als een gijzelingspoging. 

,,Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. We willen als visserijsector met verstand deelnemen aan het Noordzeeoverleg zonder zelf ons akkoord te geven op het politieke Noordzeeakkoord. Dat kan en mag niet van de vissersvloot worden geëist als voorwaarde om mee te mogen praten over onze visgronden en onze vissersbelangen. Desnoods vechten we de koppeling juridisch aan'', zegt Vissersbondvoorzitter Johan Nooitgedagt.

Van de zijde van de overheid is duidelijk gemaakt dat in het Noordzeeoverleg alles wordt besproken wat de toekomst van de visserij aangaat. Niet alleen ruimtelijke ordening op de Noordzee (windparken en natuurgebieden), maar ook aanpassingen betreffende aard en omvang van de kottervloot. Innovatie en sanering dus.


Voor de duidelijkheid: niemand van de partijen aan tafel heeft het Noordzeeakkoord letterlijk ondertekend. Voorzitter Maarten Drijver van de PO-Texel zei namens de drie Noordkop-PO’s dat zij het Noordzeeakkoord als politiek feit erkennen, niet meer en niet minder.


Kleinschalige visserij


ZWOLLE - Voorzitter Albert Jan Maat van NetViswerk bezette eind november samen met Maarten Drijver twee van de drie voor de visserij beschikbare zetels in het Noordzeeoverleg. Maat was naar eigen zeggen klaar met de interne discussie binnen de kotter-PO’s en wil dat de kleinschalige visserij ook binnen de sector serieus genomen gaat worden.


,,Wij zijn geen bijbootje, om het maar eens scherp te zeggen! Het Noordzeeakkoord is vrijwel kamerbreed omarmd en daarmee realiteit. Dat draaien wij niet meer terug. Realiteit is ook dat er meer en meer windparken op zee komen, en dat de overheid steun heeft uitgesproken aan behoud van een visserij die naar aard en omvang wel zal moeten veranderen. Eind november stonden uitbreiding van de windparken en de Borkumer Stenen op de agenda van het Noordzeeoverleg. Ik heb me daarom aangemeld, want wij willen daar als kleinschalige visserij over meepraten. Meepraten over de inrichting van de Noordzee én zeker de inrichting van nieuwe windparken is voor onze toekomst essentieel. In het VK wordt binnen windparken met voorbedachten rade ruimte gemaakt voor visserijactiviteiten, zo kan het dus ook en moet het ook bij ons. Dat experimentiële visserij bij ons in het windpark Borssele dit jaar niet van de grond is gekomen blijkt zeker niet aan de exploitant te hebben gelegen. Vis is een wezenlijk onderdeel van ons voedselpatroon, de rijke Noordzee is misschien wel de beste beheerde zee ter wereld. Wij willen nog tot in lengte van dagen kunnen en mogen vissen. Visserij moet veranderen, ook vanwege de verhouding tussen brandstofverbruik en vangsten. Let maar op, de discussie over brandstofheffing stopt niet'', aldus Maat.