H In de klas vertellen over het vissersberoep. Kleinzoon Jilles luistert aandachtig.
H In de klas vertellen over het vissersberoep. Kleinzoon Jilles luistert aandachtig. Buitjes

Week 45 begon voor ons niet zoals gewoonlijk op de zondagavond rond 23.00 uur, maar op maandagmorgen rond een uur of 8 als we richting de kotter rijden. Het is winderig en er staat een flinke zee en we blijven in de haven, net als de meeste buitenvissers.

Zoon Alfred duikt in de machinekamer van de ZK 92 om nog wat schoon te maken en in de primer te zetten. Na het bezoek aan de haven ga ik terug naar de schuur om de netten die bij de ZK 92 hoorden maar er niet bij waren en door ons zijn teruggekocht, na te zien en zo nodig te herstellen.

We spreken af om dinsdagmorgen 9 november naar zee te gaan en we houden dit aan, ondanks dat het weer sneller dan verwacht opknapt en de eerste kotters in de vooravond van maandag vertrekken. Als we dinsdagochtend de haven verlaten horen we van enige collega’s dat we niet veel gemist hebben: schrale vangsten en nog steeds een ‘hobbeltje’.


Sorteringen

Ook bij ons vallen de vangsten niet echt mee. Het wordt langzamerhand allemaal toch wat minder met de vangsten. Daarentegen stijgt de garnalenkiloprijs van ‘veel te weinig’ tot een niveau wat op dit moment als absoluut minimum wordt gezien: rond 4 euro. De grootste sortering blijft onveranderd op 7,50 euro staan, de tweede soort stijgt tot 3,80 euro en de kleinste garnalen over de 6,8mm zeef leveren 3,60 euro op.

De verhouding tussen de diverse sorteringen in de vangst verandert geleidelijk aan ook iets. Het aantal dikke garnalen neemt toe en in plaats dat de derde soort de overhand heeft, wordt deze plek geleidelijk aan ingenomen door soort twee. Deze verschuiving in samenstelling is de voornaamste reden dat de gemiddelde prijzen langzamerhand aan het stijgen zijn.


Klas kleinzoon

We vissen door tot vrijdagmorgen en we lossen, ondanks dat het schrapen was, toch nog een dikke twee ton. Na het lossen ga ik gelijk richting huis, want ik had afgesproken met m’n oudste dochter Wineke om in de klas van kleinzoon Jilles wat te vertellen over het beroep van visserman. Alfred en oom Harm regelden verder alles aan boord, zodat ik met een gerust hart richting de school van Jilles kon vertrekken.

Jilles was zo trots als een pauw toen ‘zijn opa’ in de klas (groep 1) verscheen en over het leven van een visserman begon te vertellen. Om het verhaal kracht bij te zetten voor deze leeftijdsgroep had ik m’n oliegoed, een stuk netwerk en wat garnalen, krabben en vissen meegenomen. De geur van vis en garnalen, de oranje stippen van een schol, de scharen van een Noordzeekrab en de stekels van een pieterman deden hun werk en zorgden voor enthousiaste reacties en vragen van de jeugdige toehoorders.

Vooral het verhaal over het ontstaan van de Petrusvlek bij een schelvis en het van dichtbij kunnen bekijken van de afdruk van duim en wijsvinger van de apostel op de vis, zorgde voor open monden. Al met al dankbaar werk om op deze manier wat over je beroep te kunnen vertellen en al helemaal als er na afloop van het verhaal zo’n klein kereltje van 4 of 5 jaar oud bij je komt en zegt dat hij misschien wel visserman worden wil.


CIV

’s Middags ben ik weer terug op Lauwersoog om m’n oliegoed weer aan boord te brengen en nog wat klusjes aan boord te doen. Later op de middag is er een, al eens uitgestelde, ledenvergadering van de CIV Lauwersoog. Schommelende gasolieprijzen en grote onzekerheid in de toekomst van de visserij zorgen voor wisselende resultaten binnen de onderdelen van de CIV. Ondanks alles heeft het bestuur besloten dat er dividend aan de leden kan worden uitbetaald, zodat de voordelen van het lidmaatschap van de CIV en het doen van investeringen binnen de coöperatie ook echt tastbaar worden voor de visserman. Tijdens de bestuursverkiezing nam Onne Nienhuis (ZK 2) afscheid. Zijn plek wordt ingenomen door Dries Meier (NG 21). Al met al een vruchtbare ledenvergadering, waarbij het wel jammer is dat de opkomst bij zo’n vergadering erg laag is.

Een lage opkomst is niet alleen het geval bij vergaderingen van de Coöperatie, maar ook bij vergaderingen van visserijorganisaties. Of je nu bij een vergadering van Hulp in Nood, PO Rousant of de Nederlandse Vissersbond bent, de opkomst is wel erg laag, hoewel er meestal echt wel iets op de agenda staat wat in het belang is van de leden: de visserijbedrijven. Hoe gaat de toekomst van de Nederlandse visserij ingevuld worden? Wil je als visserijbedrijf actief meepraten over je eigen toekomst, of sta je apathisch langs de zijlijn en laat je het allemaal maar gebeuren? Natuurlijk ziet de toekomst er verre van zonnig uit, maar er is altijd perspectief. Er zijn altijd kansen en mogelijkheden. En deze kansen en mogelijkheden moet je dan als sector wel grijpen, anders mis je de boot en krijgen de doemdenkers gelijk in hun negativisme. We moeten vooruit kijken en niet hangen blijven in het verleden.


NZA en NZO

Ik vind het ook een moeilijke keuze of we wel of niet in moeten stappen bij het Noordzeeoverleg (NZO), vooral omdat het instappen gepaard moet gaan met het ondertekenen van het Noordzeeakkoord (NZA); tenminste zo wordt het steeds gebracht. De realiteit laat echter zien dat PO Texel, PO Wieringen en PO Noordwest aan tafel zitten zonder het Noordzeeakkoord letterlijk te ondertekenen. Als dit ook voor de andere PO’s gaat gelden, dan weet ik het wel: dan maar aan tafel. Het onderschrijven van het Noordzeeakkoord als eis tot deelname aan het NZO, wat door de visserij wordt gezien als het ondertekenen van het eigen doodvonnis, bemoeilijkt het allemaal wel in het maken van een keuze en zorgt voor tweespalt binnen de visserijsector en deze tweespalt is iets wat we niet kunnen gebruiken.

Dilemma’s waar ook onze bestuurders tegen aanlopen, bleek tijdens de gezamenlijke ledenvergadering van de afdelingen Harlingen en Zoutkamp/Lauwersoog van de Vissersbond op vrijdag 3 december. Ook hier relatief weinig opkomst, misschien doordat de vergadering door de veranderende coronaregels werd omgezet in een Zoom-meeting. Tijdens deze vergadering namen Tom Wiersma en Charlotte Draaijers, respectievelijk namens Zoutkamp/Lauwersoog en Harlingen, afscheid als (vervangend) ledenraadslid. Namens Zoutkamp/Lauwersoog werd Bert Bouma (ZK 47/ZK 147) benoemd als lid en nam Lammert Bolt (ZK 14) de vacante plek in van plaatsvervangend lid. Pieter Wouda uit Stavoren werd benoemd als plaatsvervangend lid voor Harlingen.

Naast deze en nog andere lopende zaken werd natuurlijk gesproken over het NZO en het NZA en de positie die de Nederlandse Vissersbond hier inneemt. Een positie die grotendeels bepaald wordt aan de hand van de enquête die vorig jaar gehouden is onder de leden over het NZA en deelname van de Vissersbond aan dit geheel. De overgrote meerderheid was toentertijd tegen. Voorzitter Nooitgedagt beaamde dit, maar gaf ook aan: misschien zijn de meningen wel veranderd en is het raadzaam een nieuwe ledenraadpleging te doen.


Heel ingewikkeld

Ook de aanvraag voor een nieuwe Wnb-vergunning garnalen voor 2023 is nog een heikel punt. Er zijn nog veel onduidelijkheden wat betreft stikstofuitstoot en visuren, zodat een voorspelling over hoe het er in de nabije toekomst uit gaat zien moeilijk te maken is. De voorzitter is het met mij eens dat er wat betreft de garnalenvisserij geen sanering noodzakelijk is, mits we verstandig met het bevissen van het garnalenbestand omgaan. Hier wringt nou de schoen, omdat er geen eenduidig beleid is wat betreft beheer van de crangon.

De Nederlandse overheid wil graag dat de visserijsector zelf de regie neemt in het beheren van het garnalenbestand en dus ook de controle en handhaving voor z’n rekening neemt. Echter, voor het nemen van de regie zullen wel randvoorwaarden gecreëerd moeten worden en dit moet gebeuren door de overheid als wetgevende macht. Zolang marktwerking en mededinging heiliger zijn dan verduurzaming van de visserij en goed beheer van het bestand, komt er van verzelfstandiging van de sector niets terecht. Zolang er geen juridische onderbouwing komt voor het gebruik van blackbox-gegevens zonder fysieke waarneming, is controle en handhaving door de PO’s een farce.

Wilbert Schermer Voest, coördinerend beleidsmedewerker kustvisserij en aquacultuur van het ministerie van LNV, laat mij via de mail weten dat het allemaal héél ingewikkeld en moeilijk is, maar dat er hoogstwaarschijnlijk in de tweede helft van 2022 een fraudebestendige blackbox is en dat in diezelfde periode de vissers zullen worden geconsulteerd in een uitgewerkt toekomstperspectief voor de garnalenvisserij. Versterking van het beheer en level playing field zijn in dit perspectief belangrijke aandachtspunten.


Ik ben benieuwd of er door deze aangekondigde ontwikkelingen hoopt gloort voor mij en Alfred, vooral nu de verbouw van de ZK 92 tot ZK 37 in een afrondende fase zit, maar ook voor alle collega’s en de jonge, enthousiaste gasten die, net als het jongetje in de groep van Jilles, graag visserman willen worden.


Henk Buitjes, 

ZK 37

H Hoe komt de schelvis aan zijn kenmerkende Petrusvlek?
H Netten nazien in de schuur.
H Het nummer staat er op. ZK 92 wordt ZK 37.
H In de klas vertellen over het vissersberoep. Kleinzoon Jilles luistert aandachtig.