Afbeelding
Bram Pronk

Minister Schouten in begrotingsdebat LNV

Geloof in visserijtoekomst, maar wel anders

DEN HAAG - ,,Ik geloof dat er een toekomst is voor de visserijsector, anders stond ik hier niet. Dan had ik moeten zeggen: het is klaar, het gaat niet meer. Maar dat geloof ik oprecht niet.’’


Aldus LNV-minister Carola Schouten vorige week in de Tweede Kamer. Visserij was het laatste onderwerp tijdens het lange begrotingsdebat. Het 'toetje', sprak de voorzitter. Het raakt de minister naar eigen zeggen echt als ze verhalen hoort dat vissers uit frustratie en gevoel van onmacht hun hoofd laten hangen.


Meerdere kamerleden vroegen de minister naar het perspectef voor de visserij. Minister Schouten voegde daarom wel iets toe aan haar vergezicht: visserij zal in de toekomst wel op een andere manier gaan. ,,Juist daarvoor hebben we, bij het Brexit Adjustment Reserve en ook bij het Noordzeeakkoord, geld beschikbaar gesteld, zodat je kunt zorgen dat de innovaties mogelijk worden die je moet doen om klaar te zijn voor de uitdagingen van de toekomst. Maar er is ook een deel voor degenen die niet meer verder willen. Aan hen geven we ook de mogelijkheid om ermee te stoppen. Er zijn dus twee sporen: dat van de blijvers, die zich klaar kunnen maken voor de toekomst, en dat van het geven van mogelijkheden aan degenen die willen stoppen. Dan kom je uit op een weliswaar kleinere, maar ook duurzamere vloot. Als we daar met z'n allen, met de visserij erbij, naar toewerken, geloof ik dat er zeker perspectief voor de sector is.’’

In het kader van de Kottervisie wordt gewerkt aan een innovatieagenda, waarvoor ook concreet financiële middelen beschikbaar zijn.


Wind op zee

Als het gaat over ruimte op zee is minister Schouten ook helder. ,,Ik ga hier geen zoete broodjes bakken.'' De ruimte voor de visserij wordt minder. In het licht van klimaatdoelstellingen komen er meer en meer windparken op zee. ,,Bij de besluitvorming hierover maken we wel een integrale belangenafweging tussen de verschillende vormen van gebruik van de Noordzee, waaronder dat van de visserij. Goede visgronden worden zo veel mogelijk ontzien. Vandaar dat we de zuidelijke Noordzee zo veel mogelijk ontzien; in dat gebied zitten goede visgronden. En dat is ook de reden dat de gebieden Hollandse Kust noordwest en Hollandse Kust zuidwest in het aanvullend ontwerpprogramma Noordzee zijn afgevallen. We kijken hier dus specifiek naar. Daarnaast hebben we de afspraak in het Noordzeeakkoord dat bij de windparken meervoudig ruimtegebruik gestimuleerd wordt. Dat zou ook een mogelijkheid zijn voor de visserij.''

Caroline van der Plas (BoerBurgerBeweging) diende een motie in met een pleidooi voor een wetenschappelijke commissie uit de verschillende Noordzeelidstaten om de gevolgen van grootschalige uitrol van wind op zee te beoordelen en internationale effecten daarvan in kaart te brengen. Onder andere vanuit het onderzoeksinstituut Deltares wordt gewezen op potentieel desastreuze effecten op het ecosysteem door grootschalige aanleg van windparken. Minister Schouten reageerde dat er een uitgebreid onderzoeksprogramma ligt, waarin ook relevante internationale data worden meegenomen, en dat het haar onzinnig lijkt om nog weer iets heel nieuws op te moeten zetten. Van der Plas wijzigde de motie zo dat de regering alleen gevraagd wordt om met alle bestaande onderzoeken lidstaatoverstijgend de verwachte gevolgen van wind op zee in kaart te brengen en de Kamer daar komend voorjaar over te informeren. Bij de stemming afgelopen dinsdagmiddag in de Tweede Kamer werd deze motie door een meerderheid verworpen.


Stikstof

 Specifiek over de garnalenvisserij en het verlopen van de vergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming eind volgend jaar zei Schouten: ,,Voor een nieuwe vergunning moet de sector op de daarvoor gestelde eisen getoetst worden, dus ook in het kader van stikstofemissies. Dat is niet alleen voor de visserij zo; ook alle andere mensen die een vergunning willen aanvragen moeten aan die eisen voldoen. Ik ben nu met de sector in gesprek over hoe zij aan deze vereisten kunnen voldoen. Dan wijs ik de sector bijvoorbeeld op de mogelijkheden die er qua subsidies zijn via het nieuwe Europese visserijfonds, het EMFAF. Er zijn daar middelen voor verduurzaming. Die kunnen bijvoorbeeld worden ingezet om te zorgen dat je minder emissie en daarmee depositie hebt, waardoor die vergunning hopelijk makkelijker kan worden afgegeven. Ik wil de sector daarbij helpen, maar ze zullen ook zelf het initiatief moeten nemen om te kijken welke opties er zijn. Daarmee is de visserij niet heel veel anders, want dat geldt ook voor andere sectoren.’’


NVWA

In reactie op vragen van de Tweede Kamer over de visserijinspectie naar aanleiding van de ingebrekestelling door de Europese Commissie zei minister Schouten dat de controlecapaciteit bij de NVWA met in totaal ruim 15 fte wordt uitgebreid. ,,Om op die manier te zorgen dat we de handhaving en het toezicht op de visserijregelgeving goed kunnen vormgeven.’’

De Europese Commissie heeft Nederland niet alleen in gebreke gesteld voor wat betreft weging en traceerbaarheid van de visvangsten, maar afgelopen maand ook inzake het toezicht op de aanlandplicht en registratie van teruggegooide vangsten. Voor een reactie daarop wordt gekeken om samen op te trekken met Spanje, Frankrijk België en Ierland, die ook in gebreke zijn gesteld.


Voedselbos

Minister Carola Schouten sprak de verwachting uit dat het donderdag 2 december haar laatste LNV-begrotingsbehandeling met de Kamer was. In een persoonlijke noot haalde ze een Bijbelboek aan: ,,Het was altijd een genoegen om het debat met uw Kamer te voeren over het buitengewoon mooie beleidsterrein van LNV. Om daar ook wat tastbaars aan toe te voegen ben ik voornemens om namens elke fractie een boom te schenken aan een nog aan te leggen voedselbos, zodat we ook een beetje in het thema blijven. Om ook maar vrij naar Lucas 6 te spreken: aan de vruchten herkent u de boom. Dan kunt u later zelf gaan kijken en denken: welke boom zou voor mij zijn geweest? Het mooie aan het voedselbos is dat al die verschillende bomen elkaar allemaal weer nodig hebben. Misschien doet u dat er een beetje aan herinneren dat we elkaar allemaal een beetje nodig hebben om verder te komen in deze samenleving, maar zeker ook in deze Kamer. Ik dank u hartelijk. Ik zal u meedelen waar de bomen terecht gaan komen.’’