Afbeelding
Universiteit Leiden

Utrecht en Wageningen zoeken oorzaken massastranding

Bruinvissen dood door bloedvergiftiging?

UTRECHT – Er zijn serieuze aanwijzingen dat de afgelopen zomer op de Waddeneilanden gestrande bruinvissen zijn gestorven aan een bloedvergiftiging.


Afgelopen zomer spoelden er binnen tien dagen zo'n 190 dode bruinvissen aan op de Waddeneilanden. Een opmerkelijk hoog aantal, gezien het jaarlijkse gemiddelde van ongeveer 600 gestrande bruinvissen aan de Nederlandse kust. De bruinvissen zijn door onderzoekers van de Universiteit Utrecht en van Wageningen University & Research onder meer onderzocht op hun lichamelijke conditie en de aanwezigheid van parasieten en er werden bloedmonsters afgenomen. Daarna volgde onderzoek naar de inhoud van de magen, de aanwezigheid van algen-toxines en mogelijk dodelijke micro-organismen.

Opmerkelijk was dat het vrijwel allemaal volwassen dieren waren, vooral vrouwtjes, dat alle dieren op het eerste gezicht goed doorvoed en gezond waren maar wel een lege maag hadden en dat ze allemaal vrijwel op hetzelfde moment zijn overleden, door stromingen zijn meegevoerd en in een betrekkelijk klein gebied aanspoelden. Door de toestand van de bruinvissen ligt een plotselinge dood voor de hand. Maar waardoor?

De meest opmerkelijke vondst is de aanwezigheid van Erysipelothrix rhusiopathiae, een bacterie die tot bloedvergiftiging kan leiden bij walvisachtigen. Deze bacterie komt bij vrijwel alle diersoorten voor en kan vlekziekte veroorzaken, een infectie vooral bekend bij varkens en kalkoenen. De ziekte kan ook voorkomen bij reptielen, vissen en mensen. Bij de bruinvissen bleek de bacterie in allerlei organen voor te komen; het ging hier om een bloedvergiftiging.

Onderzoekster Lonneke IJsseldijk: ,,In de literatuur zijn geen beschrijvingen van grootschalige sterfte als gevolg van een infectie met deze bacterie te vinden. Ook weten we niet of deze bacterie normaal gesproken bij bruinvissen voorkomt. Maar het feit dat we deze bacterie niet eerder in bruinvissen vonden tijdens een sectie is zeker opvallend.”


Gifstof

De onderzoekers denken een aantal mogelijke doodsoorzaken te kunnen afstrepen: plotselinge massasterfte door een onderwaterontploffing, windmolenparken, klimaatverandering, overbevissing. Bijzondere weersomstandigheden zijn misschien deels verantwoordelijk voor het massaal aanspoelen van de dieren op de Waddeneilanden terwijl ze ver op zee moeten zijn gestorven.

In de bruinvissen werd wel een kleine hoeveelheid saxitoxine (STX) gevonden. Een krachtige door algen geproduceerde gifstof die de werking van het zenuwstelsel aantast. Vanwege de slechte staat van de gestrande bruinvissen is het nog onduidelijk wat de STX-concentraties zijn geweest vlak voor overlijden en of die concentraties hoog genoeg waren om een rol te hebben gespeeld in de massale sterfte. Door een vliegtuig van de Kustwacht is afgelopen zomer een grote algenwolk waargenomen in het noordwestelijk deel van de Noordzee, volgens de stromingsmodellen ook het herkomstgebied van de aangespoelde bruinvissen.



Vette vis

Lonneke IJsseldijk promoveerde begin vorige maand op een proefschrift over de gevaren waar bruinvissen mee te maken hebben en het belang van internationale samenwerking voor de bescherming van deze dieren. Een deel van de resultaten van haar onderzoek verscheen op 2 november in het wetenschappelijke tijdschrift Scientific Reports. Een belangrijke conclusie is dat de voortplanting van bruinvissen in de problemen komst als er onvoldoende hoogwaardig en energierijk voedsel – vette vis! – te vinden is.

Collega Mardik Leopold van WUR promoveerde in 2015 op zijn onderzoek aan de bruinvis als predator én als prooidier, en gebruikte als eerste forensische technieken waarmee DNA van grijze zeehonden in de bijtwonden van gewonde bruinvissen kon worden aangetroffen.