Visimporteurs kampen met hoge vrachttarieven
‘De wereld is verstoord’
OUD ZUILEN – Sterk gestegen vrachttarieven, verstoorde aanvoerlijnen, gestegen grondstofprijzen. Voor de importeurs van vis zijn het moeilijke tijden. Mede dankzij de corona-overheidssteun zijn de bedrijven wel overeind gebleven.
Vorige week woensdag vond de algemene ledenvergadering plaats van de Vereniging van Importeurs van Visproducten (VIV), in Oud Zuilen, met een middagprogramma en aansluitend een borrel. De VIV is een vereniging van voornamelijk visimporteurs en tevens dienstverlenende en toeleverende bedrijven (vrieshuizen, expediteurs en dergelijke).
De besloten ledenvergadering werd voorgezeten voor VIV-voorzitter Constant Mulder, die blij was dat de club voor het eerst in twee jaar weer eens bij elkaar kon komen. Tijdens het openbare gedeelte sprak Rogier Spoel, senior beleidsadviseur Luchtvracht en Zeevracht bij Evofenedex, via een online verbinding over de huidige sterk gestegen kosten voor visimporteur van lucht- en zeevracht en hoe daarmee om te gaan. Een herkenbaar verhaal voor de aanwezigen.
Tien keer zoveel
Mulder: ,,Het kost nu tien keer zoveel om een container met vis te vervoeren als twee jaar geleden. Vanwege corona gaan in China ook regelmatig havens dicht en zit de boel weer vast. Visvoerprijzen zijn gestegen, alle grondstofprijzen. Ja, de wereld is verstoord.’’
Volgens Spoel zal de sector nog zeker tot eind 2023 met de hoge tarieven te maken hebben. De vrachttarieven zouden voor een kwart verantwoordelijk zijn voor de huidige hoge inflatie. Voor de importeurs blijft het zaak heel goed plannen om op tijd de juiste volumes te krijgen.
Secretaris Mike Turenhout benadrukte eens te meer het belang van visimport uit derde landen voor de EU. Brexit zorgde voor een trendbreuk in de cijfers, omdat het VK nu ook een derde land is. Zalm staat nog steviger aan de top, en is inmiddels ook voor de visverwerkende bedrijven in Nederland van enorm belang geworden.
Constant Mulder wil niet in mineur eindigen. ,,Mede dankzij overheidssteun hebben de bedrijven 2020 en 2021 overleefd, waarvoor de overheid echt een pluim verdiend, en kunnen we weer voorzichtig vooruit kijken. Iedereen zal toch moeten blijven eten.’’