Uit de interne memo van de schrijfgroep (Geert Meun, Johan Nooitgedagt, Matthijs van der Ploeg en Kees van Beveren):


,,Alle visserijvertegenwoordigers erkennen dat het Noordzeeakkoord (NZA) heel slecht heeft uitgepakt voor de visserij. Volop ruimte voor wind op zee en natuur en de visserij krijgt deze dubbele rekening gepresenteerd.

Het meest wrange is immers dat op de Noordzee, in tegenstelling tot voorbeelden op het land en IJsselmeer, wind en natuur niet (gedeeltelijk) gecombineerd worden. Op het land wordt 40% van de windturbines geplaatst in of nabij Natura2000-gebieden. Op de Noordzee nul. NGO’s en windexploitanten investeren inmiddels miljoenen euro’s subsidie in natuurontwikkeling in windparken maar weigeren dit mee te laten tellen. Naast gebieden voor wind op zee eist men ook gebieden voor natuurbescherming/compensatie.

In het NZA staat dat de vloot naar aard en omvang aangepast moet worden aan de nieuwe situatie. Met betrekking tot aanpassing van de aard van de vloot werden voor de totstandkoming van het NZA in het overleg gouden bergen beloofd. Er werd gesproken over bedragen die tot € 1 miljard opliepen, met name voor aanpassing/transitie/vernieuwing van de vloot. Letterlijk is gezegd dat de onderhandelaars zelfs achteraf spijt zouden kunnen krijgen dat ze geen 2 miljard hadden gevraagd. Thans is er in totaal € 200 miljoen beschikbaar waarvan € 119 miljoen voor de visserij. Voor aanpassing van de aard van de schepen zijn in dit bedrag wel enkele tientallen miljoenen gereserveerd maar de barrières zijn van dien aard dat hiervan weinig of geen gebruik gemaakt kan worden. Feitelijk is er alleen geld voor sanering terwijl dit geld achteraf (onder strikte voorwaarden) uit een heel ander potje moet komen. Van deze oorspronkelijke belofte van ‘sanering voor gedupeerden’ is dus ook al helemaal niets overgebleven. Voor controle en handhaving en voor monitoringsprojecten zijn meerdere tientallen miljoenen beschikbaar.

Sinds het aanbieden van het NZA in juni 2020 is de situatie alleen maar verslechterd; de aanleg van extra windparken wordt naar voren gehaald, eerder dan 2030. De sanering wordt niet uit het NZA-budget gefinancierd maar uit de BAR-gelden die dienen als compensatie voor schade voortvloeiend uit de Brexit. Dit laatste moet dan ook gekwalificeerd worden als "een sigaar uit eigen doos” waardoor de daadwerkelijke compensatie van schade uit de Brexit (verlies aan vangstrechten) onder druk komt te staan. Zijn daarvoor nog wel voldoende middelen beschikbaar, immers de Reders en kottersector zijn grote hoeveelheden waardevolle quota kwijt geraakt?

Het is duidelijk en tegelijkertijd heel spijtig te moeten constateren dat de tweespalt in de aanvoersector de positie van de visserijorganisaties enorm verzwakt.

Buiten NL-Vissersbond, Urk en Rousant is er naar het zich laat aanzien niemand die een harde lijn wil volgen door niet aan tafel te gaan. Men wil meepraten en wanneer er dan niets is bereikt heb je het in ieder geval wel geprobeerd.

Wij hebben in de visserijsector al langere tijd een discussie over het wel of niet aan tafel komen bij het NZO. We merken aan alles dat LNV en het NZO zich hierbij heel ongelukkig voelen, alles en iedereen wordt uit de kast gehaald om ons maar te overtuigen, zelfs prof. Han Lindeboom kan er niet van slapen! Als we niet aan tafel komen hebben we nog steeds volop mogelijkheden voor overleg om onze zaken te bepleiten. Het is een farce om te denken dat Kottervisie en vlootontwikkelingen besproken kunnen worden in een NZO zonder dat het merendeel daar aan wil deelnemen. Over de situering en aanleg van windparken kunnen we volop meedoen in inspraakprocedures, daar hebben we in principe het NZO niet voor nodig.

Het is funest als we ons uit elkaar laten spelen, wat -opnieuw- dreigt. We moeten -zeker voor een goede belangenbehartiging voor de visserijsector in de toekomst- één blijven en dat zou kunnen door te stellen dat we aan het NZO willen deelnemen, maar dat we het NZA niet kunnen onderschrijven. Het is dan aan het NZO om de visserijvertegenwoordiging te accepteren zonder ‘handtekening’ en/of welke ondersteuning dan ook aan het NZA, want het is gewoon niet het akkoord van de visserijsector.

Is dat het geval, dan kunnen we aan tafel en gaan we het gevecht aan om zoveel mogelijk winst te boeken voor de visserij (door o.a. dwars tegen zaken die de visserij schaden in te gaan, immers er wordt besloten op basis van consensus). Dat betekent ook dat we na het hebben van bezwaar tegen het in consensus genomen besluit in het NZO vrij zijn om met onze bezwaren naar buiten te treden.

Indien de eis van kracht blijft dat we als Nederlandse aanvoersector visserij uitsluitend aan de NZO tafel aan mogen schuiven onder voorwaarden, in dit geval dat we het NZA moeten ondertekenen/onderschrijven, kunnen we dat niet accepteren. Onze interpretatie is dan dat de visserijsector feitelijk niet welkom is.’’