Afbeelding
Visserijnieuws

Dagboek van een Visserman - Week 47 - 2022

Algemeen

Als ik zaterdagmiddag 19 november na het wekelijkse rondje over de oude ZK 37 van Zoutkamp naar huis rijd, hoor ik op het nieuws dat er sprake is van een garnalenexplosie in de Zeeuwse wateren. Meestal is het negatief als de visserij genoemd wordt in het landelijk nieuws, maar dit is eens een keer positief. En wat er over dit item gezegd wordt klopt ook, want er is ook sprake van een garnalenexplosie in de Zeeuwse wateren. 

Het is vrij normaal dat de garnalenvisserij in het najaar soms flink aantrekt langs de kusten van de landen die aan de Noordzee liggen. Maar dit jaar is het anders dan ‘normaal’. Vangsten in de Waddenzee en langs de Waddeneilanden vallen tegen, de opleving van de garnalenvangsten langs de Hollandse en Zeeuwse kusten is heviger en duurt langer dan dat we gewend zijn.

Onrustig

Dat is ook de reden dat we na enig aarzelen met de ZK 37 verkast zijn van de Duitse wateren naar de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. Het laatste reisje bij de Elbe en de Weser leverde nog een weekvangst van een dikke 3.000 kilo op. Met een gemiddelde prijs van rond de 5 euro werd dit nog een mooi reisje. Maar als je steeds in gesprekken met collega’s die om de zuid vissen dikke trekken hoort noemen, dan word je als visserman wel wat onrustig.

Zowel Alfred als ik voelden die onrust opkomen en na ampel beraad werd uiteindelijk besloten aan het eind van week 43 west-in te stomen naar Lauwersoog, om de week erop richting de rijke, zuidelijk gelegen visgronden te gaan. We losten bij de visafslag van Lauwersoog en gingen daarna bij de ponton van de TDL liggen, waar nog enkele kleine klusjes werden uitgevoerd die tijdens het verblijf in Duitsland waren blijven liggen.

Dat we de laatste vrijdag van oktober op Lauwersoog lagen kwam mooi uit, want ’s middags kwam er een aantal culinaire journalisten aan boord om te worden geïnformeerd over de garnalenvisserij en Solt in het bijzonder. Dit werd georganiseerd door promotie Waddenland, een toeristisch samenwerkingsverband tussen Groningen, Fryslân en Noord-Holland boven Amsterdam. Gedurende een paar dagen is een tiental culinaire journalisten langs een aantal voedselproducenten geleid langs de kust van de drie Waddenprovincies om zo het unieke karakter van Waddenvoedsel te benadrukken. Solt, met z’n garnalen, soep, bouillon en bier past precies in het plaatje van lekker, duurzaam en streekgebonden.

Den Helder

In week 44 stoomden we maandagochtend west op richting de Noorderhaaks, om bezuiden daarvan de netten te laten zakken. De weersvoorspellingen beloofden niet veel goeds; vanaf dinsdag werd er veel wind verwacht. Tijdens de stoom werd de lucht al wat buiig. Regen en zonneschijn wisselden elkaar steeds af, wat wel weer prachtige luchten met mooie regenbogen opleverde. Het bijgeloof vermeldt aan het eind van een regenboog een pot met goud, dus zaten we wel goed in onze tocht westzuidwest-in. Overal potten met goud, die echter verdwenen als sneeuw voor de zon als we bij een begin of eind van een regenboog kwamen.

Na een zeer kort visweekje losten we in de haven van Den Helder op een vrachtwagen van Kaan, om de garnalen te verkopen via de eigen afslag van Lauwersoog. De grootste soort ging naar Heiploeg, de B- en C-garnalen waren voor Solt, die direct na het zeven naar de pelmachines van Kant gingen.

Het was voor Alfred en mij de eerste keer dat we in de haven van Den Helder aanlandden, dus alles in en om de haven was nieuw voor ons. De havenmeester was echter zeer behulpzaam en al snel bleek dat het in de haven van Den Helder goed geregeld is met allerhande faciliteiten. Via de Coöperatie van Lauwersoog kon er gasolie geladen worden bij de olieboot van Gulf en water werd via Main geleverd. Een prima service dus!

CIV en Solt

Na het nazien van de netten, het smeren van de apparaten en een rondje machinekamer werden we opgehaald door mijn jongste zoon Harm, die voor Solt werkt en z’n route iets had aangepast om ons van Den Helder op te halen. De resterende dagen van deze week bleven we liggen waar we lagen.

Omdat de meeste collega’s net als ons in de havens lagen was er ook tijd voor andere zaken dan vissen. Tijd voor een vergadering van het bestuur van de CIV Lauwerszee om de geplande ledenvergadering op 18 november te bespreken. Als gevolg van de afgelopen coronajaren was de geplande datum van deze ledenvergadering over het boekjaar 2021 later dan eigenlijk de bedoeling was. De cijfers lieten een klein positief resultaat zien, zodat tijdens deze bestuursvergadering besloten werd een klein dividend aan de leden uit te keren in de vorm van ledencertificaten. Ook de Soltmen konden deze week nog bij elkaar komen aan de keukentafel van Lammert Bolt (ZK 14) om de laatste ontwikkelingen te bespreken.

Garnalensectie

Op de mail kwam een verslag binnen van een vergadering van de garnalensectie van de Nederlandse Vissersbond in oktober te Urk. Voor deze vergadering hadden zich veel vissers afgemeld, omdat er tot vrijdag gevist werd van de Belgische tot Duitse kust en de vergadering ook op een vrijdag gepland stond. Dit verslag was een verrassing, omdat verslagen van vergaderingen meestal geen prioriteit hebben. 

Ik heb vaak gevraagd om betere verslaglegging van bijeenkomsten en vergaderingen en dit te delen met de leden, maar op een enkele uitzondering na werd aan deze vraag niet voldaan. ‘Moeten de leden maar komen’ of ‘Kans dat geheime informatie wordt gedeeld met derden’ waren vaak de verweren van de voorzitter om van een betere verslaglegging af te zien. 

Omdat dit verslag voor mij een aangename verrassing was, heb ik de Vissersbond en met name voorzitter Nooitgedagt gecomplimenteerd met deze grote vooruitgang. Blijf hiermee doorgaan! Het delen van informatie met de leden zorgt voor meer kennis van zaken bij deze leden en is hierdoor een versterking van de visserijsector. Een versterking die nodig is in deze woelige tijden.

VIBEG

Ook in de mail ligt een mededeling over VIBEG. De visserijsector wacht al vijf jaar op herziening van de VIBEG-gebieden, het zogenaamde VIBEG 2. Tot op heden gelden nog steeds de sluitingen van de zone 1 gebieden uit het akkoord van 2011. De zones 2 en 3 zijn open. Het ministerie van LNV heeft na jaren wachten laten weten dat de gevraagde herziening van de gebieden niet in z’n geheel plaats kan vinden. Knelpunten zijn de gebieden die buiten de Natura 2000-grenzen en buiten de 3-mijlszone liggen. Genoemd worden de nieuw aangewezen gebieden boven het Bornrif, die Terschelling Noord en Terschelling Zuid genoemd worden.

Ook de huidige VIBEG-gebieden die buiten de 3-mijlszone liggen worden als een probleem gezien, terwijl deze gebieden al vanaf 2011 onderdeel uitmaken van de gesloten VIBEG gebieden. Ik weet wel waaruit dit laatste weg komt. Formeel mogen de Duitse garnalenvissers volgens Europese regels tot aan de 3-mijls grens van Nederland vissen. Omdat LNV toentertijd verzuimd heeft om het sluiten van gebieden buiten de 3 mijlszone goed te regelen in Europees verband, mochten en mogen de Duitse garnalenvissers tot op vandaag gewoon binnen de VIBEG-gebieden die buiten de 3 mijl van Nederland liggen vissen. Deze ontwikkeling is nieuw en is niet meegenomen toen er over wijzigingen van VIBEG-gebieden is gesproken en een nieuw akkoord is ondertekend in 2017. Het gebied boven het Bornrif valt onder een gebied zoals moet worden beschermd in de VIBEG-akkoorden, namelijk permanent overstroomde zandbanken (H1110). Beweringen dat dit gebied niet valt onder de gewenste habitatrichtlijn zijn pure onzin.

Wijzigingen in de begrenzing van de Natura 2000 gebieden hadden in de afgelopen vijf jaar kunnen worden aangevraagd bij de EU en ook kunnen worden afgerond, volgens mij. Ik weet dat de ambtelijke apparaten verre van snel en efficiënt werken, maar ergens zijn er grove steken laten vallen, zowel in tijd als ook in argumentatie. Het gebied Borkumer Stenen, dat ook in VIBEG 2 is opgenomen als wisselgeld voor opening van thans gesloten gebied, zie ik niet genoemd worden in de brief van LNV. Dit gebied sluit aan op het te sluiten gebied Borkumer Stenen uit het Noordzeeakkoord. In ruil voor dit gebied zou het gebied Rottum west opengesteld worden. Het gebied Wierumergronden zou opengaan in ruil voor Terschelling Noord en Terschelling Zuid, zodat er iets meer ruimte zou komen in vismogelijkheden voor de garnalenvloot, terwijl bescherming van natuurwaarden binnen de gewenste Habitatrichtlijnen ruimschoots gewaarborgd worden.

Deze brief van LNV is een complete verrassing en gaat voorbij aan eerder gemaakte afspraken in zowel VIBEG 1 als VIBEG 2. Ik heb me bij het secretariaat van de Vissersbond aangemeld om mee te praten over de laatste VIBEG-ontwikkelingen, die volgens LNV aan het eind van het voorjaar van 2023 moeten worden afgerond om te komen tot een definitief TBB (toegangsbeperkingsbesluit) binnen VIBEG.

Voordelta

In dezelfde lijn ligt de uitspraak van de rechtbank over natuurcompensatie voor de Tweede Maasvlakte. Tussen 2008 en 2013 is voor de uitbreiding van de Rotterdamse haven de Tweede Maasvlakte aangelegd. Aanleg van dit gebied vond gedeeltelijk plaats in Europees beschermd gebied. Voorwaarde voor vergunningverlening was dat natuurcompensatie zou plaatsvinden door het instellen van rustgebieden in de nabijgelegen Noordzee en daar beperkingen in te stellen voor de bodemberoerende visserij. Uit onderzoek blijkt weinig verschil tussen beviste en onbeviste gebieden en naar aanleiding van dit onderzoek is een aantal ngo’s een procedure gestart bij de rechtbank om de overheid te manen tot het nemen van maatregelen.

In de uitspraak van de rechtbank is vastgesteld dat het Havenbedrijf Rotterdam in overtreding is doordat de schade door aanleg van de Tweede Maasvlakte niet voldoende gecompenseerd is door de genomen maatregelen. Voorzitter Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond vertelt mij dat het voor de visserij erg gecompliceerd ligt. De visserij is in het verleden gedwongen om de visserij te beperken als compensatie. Nu is gebleken dat sluiting van gebieden voor bodemberoerende visserij geen verandering laat zien in het ecosysteem in vergelijking met beviste gebieden, is het niet aannemelijk dat meer gebiedssluitingen wel veranderingen zullen laten zien. De voorzitter zegt in een schrijven: “Je kunt de halve Noordzee wel sluiten, maar wanneer dat geen significante verbetering van de natuurwaarden geeft, dan is het probleem niet opgelost”.

Rook en damp

Dat er wel degelijk natuurwaarden zijn in de gebieden bezuiden de Maasvlakte, hebben we gezien in week 46, als we na een waai-/klusweekje in week 45 weer naar zee zijn gegaan. Net na middernacht vertrokken vanuit Den Helder, zetten we na een klein eindje stomen uit en vissen zuid-in richting het VIBEG-gebied west van Petten. De vangst valt niet mee en met de dag wordt het water helder. Alleen dichter onder de kant is nog een beetje kleur. We zien één keer 100 kilo het ruim in gaan, maar verder is het steeds minder. Van Lammert Bolt (ZK 14) hoor ik betere vangsten om de zuid, zodat we de tuigen scheep zetten en ook verder zuid-in stomen.

Langs IJmuiden zien we Tata Steel rook en damp uitstoten, waarin hoogstwaarschijnlijk meer NOx, CO2 en fijnstof zit dan de uitlaatgassen van de gehele Nederlandse garnalenvloot bij elkaar. Vreemd blijf ik het vinden dat dit soort grote uitstoters van NOx vrijwel ongemoeid worden gelaten in het stikstofverhaal, terwijl de kustvisserij flink aan de bak moet om de uitstoot van NOx te beperken.

Landsadvocaat

Vreemd is het ook dat de uitspraak van de landsadvocaat die onderzocht heeft of de garnalenvisserij onder bestaand gebruik valt en zodoende zonder NB-wet vergunning in Natura 2000 gebieden kan vissen, zo lang op zich laat wachten. Het schijnt dat de uitspraak wel bekend is bij het ministerie van LNV, maar nog steeds niet wordt gedeeld met derden. 

De visserij heeft als belanghebbende recht op de inhoud van deze uitspraak van de landsadvocaat, omdat dit bepalend is voor de in te zetten ontwikkelingen voor een toekomstige garnalenvisserijsector. Ik vind dat de visserijorganisaties moeten aandringen op een snelle bekendmaking van deze uitspraak of anders een WOO (wet open overheid) verzoek. Deze wet regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet.

Nog nooit gevist

Bezuiden de Maasvlakte zetten we uit bij de voor anker liggende schepen, die wachten om ergens in de Rotterdamse havens te laden of te lossen. De eerste twee trekken zijn goed voor 150 kilo ieder. Nadien zakken de vangsten compleet in elkaar. 40 kilo en een erg rommelig boxje. We stomen wat de kant in, waar de vangsten iets beter zijn, maar nog niet om naar huis te schrijven.

Omdat zowel Alfred als ik hier nog nooit gevist hebben, is het weer even zoeken naar wat bestekken. We vissen later wat verder zuid-in richting Schouwen-Duiveland. Hier is wat kleur aan het water, de vangst is mooi schoon en de garnalen zijn mooi van stuk. In de nacht van dinsdag op woensdag vissen we noord van Walcheren voor trekjes van 100 tot 140 kilo. Ook overdag blijven we hier samen met wat collega’s uit Zoutkamp, Urk, Den Oever en Ouddorp wat heen en weer vissen.

Omdat de weersverwachtingen voor donderdagmorgen 17 november een harde tot stormachtige wind voorspellen, stomen we aan het eind van de middag een eindje noord-in en vissen de nacht uit bezuiden de Maasvlakte. De omgeving waarin we vissen is geheel anders dan we gewend zijn. Rust, ruimte en donkere nachten zijn de omgevingsfactoren waarbinnen wij ons vak meestal uitoefenen, maar hier is het rook en stoom aan de horizon, naast de vele windmolens die zowel aan land- als aan zeezijde van het schip staan. ’s Nachts is het overal licht van schepen en fabrieken in en om de havens van de Eerste - en Tweede Maasvlakte. Voor mij is dit echt wennen, want ik ben toch iemand die meer op z’n plek is in ruimtelijk gebied dan in een omgeving vol fabrieken, kantoren en andere bebouwing.

Stellendam

Als we na de laatste haal op donderdagmorgen vertrekken richting de haven van Stellendam om te lossen bij de afslag, blijkt dat deze geïndustrialiseerde omgeving geen invloed heeft op de mensen die in en rond Stellendam wonen en werken. Net als bijna overal in de wereld zijn hier ook leuke en aardige mensen die zo maar even aan boord springen voor een groet of het maken van een praatje.

Henk Buitjes, 

ZK 37

H Voor het eerst in Stellendam en daar ook gezeefd. (Foto: C. Hameeteman)