Afbeelding
Nico Laros

Verspreiding best bijzonder

Algemeen

HARLINGEN – Maandag 10 oktober vangt de najaarsmosselzaadvisserij aan, traditiegetrouw op instabielere grond. Ter onderbouwing van het visplan werd er in de weken 36 en 37 vanaf de BRU 68 ‘Spera Deo’ geïnventariseerd in de diepere delen van de westelijke Waddenzee. Op basis daarvan wordt er straks drie periodes van twee weken gevist, telkens 25.000 mosselton. In totaal dus 75.000 mton.

Tijdens de inventarisatie worden de door natuurlijke zaadval nieuw ontstane mosselzaadbanken in kaart gebracht. Vooraf was informatie ingewonnen van enkele Wadvissers die met hun netten in mosselzaad waren vastgelopen. Vervolgens werden met de mosselkorren bekende zaadbestekken gecontroleerd. De vangstresultaten werden beoordeeld op: volume in de kor, grootte van het mosselzaad (aantal mosseltjes in een groenteblik), bedreiging van zeesterren, veel/weinig slib onder de mosselen in verband met stabiliteit, enzovoort.

Gelet op de ruimtelijke verspreiding van het mosselzaad spreekt projectleider Marnix van Stralen van een ‘best bijzonder jaar’. Zo werd in de Texelstroom dit jaar helemaal niets aangetroffen en worden de Vlieree en Mepen magertjes genoemd. Terwijl langs de Afsluitdijk en in het Molenrak dit jaar vrij veel mosselzaad is aangetroffen. ,,In voorgaande jaren was dat vaak andersom’’, aldus Van Stralen.

Op de foto, van links naar rechts: opvarende Rik van den Bos, Karin Troost (WMR), Martin Quak (schipper), Marnix van Stralen (projectleider) en opvarende Wim Feijtel.

(Foto: Nico Laros)