Doris Klausing geeft duiding over de vissersopstand in Oostende in 1887. Daarna zong Giedo Vanhoecke ‘Het lied van de vissers’ of ‘Het verboden lied’, geschreven naar aanleiding van de opstand door de Gentenaar en dienstplichtig soldaat Louis Van den Eeckhaute, die daarvoor door de militaire tuchtraad werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 maanden.
Doris Klausing geeft duiding over de vissersopstand in Oostende in 1887. Daarna zong Giedo Vanhoecke ‘Het lied van de vissers’ of ‘Het verboden lied’, geschreven naar aanleiding van de opstand door de Gentenaar en dienstplichtig soldaat Louis Van den Eeckhaute, die daarvoor door de militaire tuchtraad werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 maanden. Doris Klausing

‘Tot elke prijs!’

Algemeen

OOSTENDE – ,,Tot elke prijs moet de opstand in de kiem gesmoord worden!’’ Gevleugelde woorden van de burgemeester van het Oostende in 1887. Vorige week werd in Oostende de Vissersopstand van 24 augustus 1887 herdacht, waarbij vijf doden en vele gewonden vielen.

De faam van Oostende als mondaine badplaats eind negentiende eeuw mocht niet bedoezeld worden door de arme vissers van datzelfde Oostende die in opstand waren gekomen tegen uitbuiting en hun misère. De Burgerwacht werd afgestuurd op protesten bij de plaatselijke vismijn. De prijs was hoog; er vielen vijf doden, acht mensen raakten zo zwaar gewond dat ze voor de rest van hun leven hulpbehoevend waren en tientallen gewonden herstelden maar langzaam.

De officiële herdenking vorige week van deze opstand werd mede georganiseerd door het stadsbestuur. Plaats van handeling: het monument ‘Tot elke Prijs’ van kunstenares Martine Vyvey. Het idee voor dit herdenkingsmonument kwam van de bekende Vlaamse schrijfster Doris Klausing. Het monument is vorig jaar december geplaatst.

Na een welkomstwoord van burgemeester Bart Tommelein verhaalde Klausing over de opstand van 135 jaar geleden en er waren interviews met de 90-jarige oud-visser Robert Coulier en de 34-jarige visserman Keith van Hee. Passende oude liederen worden ten gehore gebracht door Catherine Lagast (een nazaat van Johannes Verhulst, een van de slachtoffers) en Giedo Vanhoecke, begeleid door accordeonist Noël Warmoes.

Dumpprijzen

De wereld van de vissers van Oostende eind 19de eeuw werd getekend door ellende. Nieuwe visserijtechnieken hadden hun intrede gedaan op de Noordzee. De eeuwen van zeil en zout waren voorbij, maar Oostende was nog niet klaar voor de nieuwe tijd en werd achteruit geworpen. Er was armoede, honger, analfabetisme, werkloosheid, ziekte, alcoholisme. Na sociale onrusten in Gent (textiel) en Luik (mijnen) protesteerden ook vissers voor een beter loon, huisvesting en onderwijs.

De protesten kregen in Oostende momentum toen Britse vissers tolvrije toegang tot de haven van Oostende kregen en grote hoeveelheden vis aanboden voor dumpprijzen. De Britten hadden met hun nieuwe visserijtechnieken toch al een enorme voorsprong genomen op de Noordzee. Oostendse vissers bestormden twee Britse vissersschepen, sloten de bemanningen op in het ruim, gooiden de Engelse vis overboord en daagden de door de burgemeester opgetrommelde Burgerwacht uit. Het bevel van de Burgerwacht om de boten te verlaten werd genegeerd.

Door kogels van de ordehandhavers werden de protesterende Johannes Verhulst en Charel Wouters dodelijk getroffen. Ook de vissers Franciscus Dewaey en Polydoor Everaert raakten dodelijk gewond, en door verdwaalde kogels kwam ook Napoleon Cornelly om het leven, werkeloos en vader van negen kinderen. Een groot aantal actievoerders raakten gewond. Acht van hen bleven hulpbehoevend, in een tijd waar sociale voorzieningen niet bestonden.

Getto

Doris Klausing: ,,Deze herdenking is tevens een postuum eerherstel voor alle vissers en vissersvrouwen die door de eeuwen heen vernederd en uitgebuit werden. Net als de oneer aan de visserskinderen die geen kansen kregen om zich te ontwikkelen. De visserswijk bleef lange tijd een getto in de schaduw van het mondaine Oostende. We zijn zeer tevreden dat het monument ‘Tot Elke Prijs’ de herinnering aan een bijna vergeten zwarte bladzijde uit de Oostendse geschiedenis levendig houdt.’’