Afbeelding
Visserijnieuws

Dagboek van een Visserman - Week 21 - 2022

Algemeen

Het is vrijdag 13 mei ‘s morgens half negen als ik mijn auto parkeer bij de Campus@Sea aan de haven van Scheveningen. Tegelijkertijd arriveert Arie Mol (RVO), een van de organisatoren van de Community of Practise (CoP) Noordzee, oftewel vertaald in het Nederlands: Praktijkgemeenschap Noordzee. We begroeten elkaar en lopen samen naar binnen.

Enkele jaren geleden was ik deelnemer bij een soortgelijk evenement in Den Helder. Dat ging toen ook over de toekomst van de Noordzee. Als ik daaraan terugdenk en toen wist wat er nu allemaal is uitgekomen van de daar gelanceerde plannen, hadden wij als actieve vissers veel eerder aan moeten haken, en dan wel in positieve zin. Dat kunnen we niet meer terugdraaien en daarom zeg ik nu: liever ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Voedsel uit zee

Op de agenda van deze brede bijeenkomst vandaag staan – met uitzicht op zee - de thema’s duurzame voedselproductie en versterking van het maritiem ecosysteem. Vorig jaar oktober was er ook een CoP-bijeenkomst en deze ging toen over natuurgebieden op zee. Jammer genoeg kon ik toen geen vrij krijgen. Achteraf een gemiste kans, want er zijn vanuit die CoP Noordzee toch een aantal voorstellen naar Brussel gestuurd ten nadele van onze visserijmogelijkheden op de Noordzee. Nu gaat het dus over voedsel uit onze rijke Noordzee, onder het motto van Blue Economie.

We zijn aan de vroege kant en zoeken een mooi plekje om alles goed te overzien en aan te horen. Ik ben benieuwd wat voor belanghebbenden er komen, want er hebben zich toch 120 deelnemers gemeld. Na een tijdje zie ik wat bekende gezichten. Kees van Beveren en Kees Taal zijn een van de eersten en komen bij ons aan de koffietafel. Daarna loopt de zaal snel vol, en zie ik Jacob van de 158, Hendrik Romkes, Hendrik Kramer en Durk van Tuinen binnenlopen. Sarah Verroen en later op de dag ook Pim Visser zijn eveneens van de partij. Goed om te zien dat onze sector sterk! is vertegenwoordigd.

Om 09.30 opent dagvoorzitter Jan Peter Oelen de bijeenkomst en legt kort uit waar we het over gaan hebben en wat uiteindelijk het doel is van deze dag. Ook vertelt hij de zaal in welke situatie onze kottervissers verkeren; dit laat hem en zijn team van de RVO duidelijk niet onberoerd. Hij hoopt daarom dat alles snel weer normaal wordt en wij ons als vissers weer op de toekomst kunnen richten.

Onder duurzame voedselproductie valt natuurlijk ook de visserij en daarnaast zullen er in de toekomst enkele Sea Farms verrijzen als alle onderzoeken die nu plaatsvinden goed verlopen. Het ingeburgerde woord duurzaam wordt zo vaak benoemd dat je goed moet opletten wat er nu met duurzaam concreet wordt bedoeld. Wij vissers vinden dat we ons al jaren aanpassen aan publieke vraagstukken, zover dat gaat, denk aan: een MSC-label, selectiever vissen of kleinschaliger vissen. Duurzaam is naar mijn mening iets wat lang mee gaat of in de natuur zoveel mogelijk intact blijft, zodat latere generaties hier ook gebruik van kunnen maken.

Terugverdienen

Als visserijsectoren moeten we beseffen dat we onze impact op het mariene ecosysteem tot een minimum zullen moeten beperken, willen we onderdeel blijven van de voedselvoorziening uit zee. Dat is denk ik de enige manier om te overleven. Het visserijbedrijf moet in balans zijn met de natuur, dat wil zeggen: zo ondernemen dat er niet alleen gevist wordt voor de olieboer, de bank of de coöperatie. Soms hebben we te grote risico’s bij investeringen genomen, terwijl we weten dat dit ook allemaal uit zee terugverdiend moet worden. We kunnen onze gezinnen dan niet de levensstandaard geven die zij verdienen. Want ik heb geleerd dat als je hard werkt, je ook moet kunnen genieten van je bedrijf en dit samen moet delen met je familie en naasten. De laatste decennia waren wij in deze gelukkige omstandigheid, en nu als ik alles relativeer denk ik: we hebben ‘t met elkaar goed gedaan. Daar zijn we ook dankbaar voor.

In een goede presentatie laat Eric Roeleveld van rederij Cornelis Vrolijk zien dat de pelagische sector zijn zaken goed voor elkaar heeft en de vis die zij vangen een hele lage footprint heeft. Als kottervissers moeten we ook die kant op. Maar ik besef ook dat wij onze vis op de bodem vangen en dat bodemberoering weerstand is en dus energie kost. Nieuwe antwoorden daarop hebben kost tijd en doorzettingsvermogen.

Kottervisie

Lieke Berkenbosch, programmamanager Kottervisie Visserijbeleid Noordzee, doet een boekje open. Wederom hoor ik de betrokkenheid richting de vissers die in een zware periode zitten. Ook deze mensen begrijpen goed dat we in een moeilijke fase verkeren en dat veel van ons wordt gevraagd. Ikzelf vind dat ook, maar bovenal vind ik dat we toch moeten meebewegen. Hoe moeilijk dat ook lijkt. Als we openstaan voor veranderingen en met een goed plan komen is er vast ook een helpende hand die ons helpt.

Maar het hoeft ook niet allemaal van onze kant te komen, want bij een goede toekomstvisie hoort ook een bijpassend beleid. Daar is politieke wil en durf voor nodig. Om dit te bewerkstelligen zal er meer vertrouwen naar elkaar moeten zijn en ook tussen vissers en ngo’s. Want ook ngo’s moeten beseffen dat vissers er zijn en zullen blijven en dat niet alles kan wat zij graag zouden willen. Net als zij en iedereen willen wij als vissers ook een boterham voor onze gezinnen verdienen. En niemand heeft meer belang dan wij bij een gezonde zee.

Ik las in de Kottervisie over een zogeheten licence to produce. Met een soort convenant voor meerdere jaren tussen de overheid, vissers en ngo’s waarin we spelregels vastleggen hoe wij samen tegen het marine milieu aankijken. Als we zoiets hebben voor zeg 10-15 jaar, dan kunnen onze vissers zeker werken aan een duurzamere en gezondere voedselproductie.

Van Urk en Padmos

Na de middag sluit ik aan bij de sessie Vissen in de Toekomst. Jacob van Urk (UK 158) wordt daarin gevraagd hoe hij de toekomst ziet. Van Urk vertelt ook dat hij – net als ik - niet meer die visserman van 30 jaar geleden is. Ook hij begrijpt dat we oog moeten hebben voor publieke vraagstukken en met respect met de zee en zijn rijkdommen om moeten gaan. Hij vertelt ook dat wij de rentmeesters zijn van het natuurlijke kapitaal dat in zee zwemt. Van Urk wil namelijk dat er voor zijn drie opvolgers ook een mooie toekomst op zee is. En zo sta ik er ook in voor mijn neefjes en eigenlijk voor alle jonge en enthousiaste vissers.

Walter van Harberden (Padmos) doet na Jacob nog een woordje over de innovaties waar hij momenteel aan werkt. Het is goed om te horen dat er ondernemers zijn die oudere vaartuigen toekomstbestendig willen maken naar dieselelektrisch en een schroef van 4 meter diameter om zo 30 tot 40 procent brandstof te kunnen besparen.

Volgende maand ben ik zes jaar bestuurslid van EMK. We hebben met elkaar best veel bereikt, al lijkt dit soms niet zo. Samen met Job, Cor, Cas, Jaap, de drie Jannen uit Urk en nieuwe bestuurders hebben wij de sector goed op het netvlies gekregen bij de burger en politiek. Maar ook bij de beleidsmedewerkers. Nu wij ons constructief inzetten voor transitie naar een vernieuwde sector is men erg blij met onze omslag. Natuurlijk zullen wij van ons laten horen als ons onrecht wordt aangedaan, maar de situatie van nu vraagt om verandering in denken en doen. Ik ga uit van de goede bedoelingen van de overheid, die er ook ten gunste van ons moet zijn en zijn burgers door deze moeilijke tijden helpt. Alleen houden bepaalde politieke keuzes de noodzakelijke hulp aan onze sector in sommige gevallen tegen, en dat is erg jammer. Want het werpt soms toch weer een barricade op tussen goedwillende vissers en de beleidsmedewerkers.

Het was voor mij een heel interessant dag; ik heb veel mensen gesproken die iets voor onze noodlijdende sector willen gaan doen. Mijn dank gaat daarom uit naar de organisatie van deze dag, de mensen die ons te woord stonden en vooral de visserij een warm hart toedragen.

Naar zee

’s Avonds om zeven uur ben ik thuis. Vol met nieuwe informatie en ideeën. Het geeft mij ook nieuwe energie. Het aanbod om deel te nemen aan het VIN pak ik daarom na overleg met mijn vrouw met beide handen aan. Zij weet ook als geen ander wat de visserij voor mij betekent.

Diezelfde avond ga ik weer naar zee. Broer Fred maakte een leuke reis en nu is het weer mijn beurt om er wat van te maken. We proberen wat meer te varen om de moeilijke winter die achter ons ligt weer wat recht te trekken. Ik heb er zin in en om tien uur varen wij het Schulpengat uit richting de visgronden.

Het was een drukke week geweest aan de wal. Als we buiten zijn schiet ik daarom lekker een paar uur de kooi in. Weertjan heeft de wacht en na een uur of drie wekt hij mij met een lekker bakkie koffie.

Het is heerlijk om weer op zee te zijn en gewoon alles even de revue te laten passeren en dat ook weer te relativeren. Zaterdagmiddag om twee uur zetten we onze netten boven het Puzzlehole en vissen verder noord-in. De eerste trek is een kist of drie vis met 20 kilo zwartvis en 10 kilo kreeftjes. Dit beeld is normaal met de dag, want de kreeftjes zitten dan lekker in hun holenstelsels te schuilen voor hun predatoren. De kabeljauw die graag een langoustine verorbert is 25 jaar terug met de noorderzon vertrokken, naar kouder water. Die predatoren zijn alleen wij dus nu.

De tweede trek is het donker en als we nachts om 1 uur halen zitten er 12 kisten kreeftjes in. Dat lijkt er weer op. Het is inmiddels zondag en de MDV-2 doet ook een trekje met ons mee. Schipper Hendrik Kramer heeft zowel een kreeften- als schollenbeug aan boord en kan dus kiezen waar hij op vist. We appen nog even wat over de CoP Noordzee. Ook Hendrik was positief over het verloop van deze bijeenkomst en de oprichting van het VIN. Bij Hendrik viel de trek bij ons in de buurt tegen en daarom stoomt hij naar de Elbo Spit, een uitloper van de Doggersbank, om daar zijn geluk met de scholnetten te beproeven.

Bij ons zitten er die trek 11 kisten kreeft in met een telling van 28 per kilo. Dat is een mooie sortering, dat geeft weer wat moed. Ook de HD 35 die bij ons ligt geeft dit visserijtje door, dus wij zitten gelukkig weer op de goede weg met onze netten qua vangst. De laatste tijd hebben we veel aandacht besteed aan onze beug en zijn blij dat na het aanpassen van onze netten we weer in een stijgende lijn zitten.

Maandag 16 mei schuift het Urker vlootje weer aan. We liggen zo met de Z 189, Z 575, MDV 1 en UK 272 op ditzelfde bestekje te vissen. We hebben deze week springtij en dat merken we ook in de vangst, want die is erg wisselvallig. Toch hebben we een klein schraperijtje, dus we houden hem gewoon heen en weer. ‘s Nachts op een kreeftje en overdag even droger op een visje. 

Met de dag doe ik even een appje naar Sander van de NG 21. Sander ligt boven de Witte Bank en ook bij hem is het schrapen. Ook doe ik een appje met Jelle van de Z 575, die vanwege wondroos ziek thuis is. Net als bij al onze visbroeders spreken we over de zorgelijke situatie waarin we beland zijn. Zelf kunnen we hier momenteel niks tegen doen; het overkomt ons, maar het lijkt wel of ze ons moedwillig kapot laten gaan. Let wel, ik schrijf: lijkt! Want dat kan toch niet de bedoeling van onze regering zijn? Jelle, van deze kant beterschap en hopen op betere tijden.

We schrapen zo lekker de week door. Het is prachtig visweer op zee, gewoon genieten dus. Ik heb overdag de wacht en dan ook de tijd om wat op papier te zetten voor het VIN en wat andere zaken die mijn geest bezighouden door de vorige week opgedane info in Scheveningen. Via de mail maak ik nog wat afspraken die in het belang zijn voor onze aller toekomst. 

Noordzee energiecentrale

Het is donderdag als de Belgische minister van Energie aankondigt dat de Europese leiders een akkoord hebben gesloten om de Noordzee versneld te industrialiseren tot een energiecentrale met windturbines. Dit nieuws slaat in als een bom bij alle vissers. Opnieuw krijgt ons toekomstperspectief een knauw. De gemoederen lopen hoog op. Menig visserman zegt dat ons hoofd op het hakblok ligt en dat het weigeren van ondersteuning in onze hoog opgelopen bedrijfskosten goed uitkomt voor de wind-investeerders op onze visgronden. De gevolgen voor de natuur en onze vissers worden bijna nooit benoemd. Dat is vreemd, want de ene minister zegt twee dagen eerder nog op het Journaal dat de overheid meer rekening gaat houden met de natuur. Diezelfde dag verschijnt er ook een persbericht van Natuurorganisatie ARK, die bekend maakt samen met de windmolenbouwer Orsted natuurinclusieve windparken te ontwikkelen. Dat zou volgens ARK en Orsted hoognodig zijn omdat de visserij(!!!) de hele Noordzee heeft verwoest. Zij willen dat gaan herstellen met – let op - windturbines en natuurprojecten uit eigen koker.

Deze ongein voelt als een trap na. Hier is het laatste woord ook nog niet over gesproken. Ik moet mij beheersen om niet uit mijn slof te schieten na deze beschuldiging. Wij willen vooruit, ons constructief opstellen en het op een betere manier doen dan voorheen. De oude manier van werken ligt mijlenver achter ons. 

Ik hoorde het ook al van Stichting de Noordzee op de CoP-bijeenkomst, want ook daar moest weer even zout in de wond worden gestrooid. Ik roep iedereen op: help ons als voedselproducenten in plaats van een wig te drijven. Besteed uw middelen zo nuttig mogelijk door samen te werken met vissers en met werkbare oplossingen te komen, en niet door het ons alsmaar moeilijker te maken. Want dat werkt averechts voor de natuur. 

Bloeddruk

Nu mijn bloeddruk oploopt wordt het ook weer tijd om naar huis te gaan. We stomen een paar uur zuid-over naar het Grit om een paar slepen te doen. Donderdagavond vinden wij het welletjes en varen naar onze geliefden thuis. Ik maak onderweg nog een filmpje voor social media met de oproep en hartenkreet om onze vissers in deze moeilijke tijden niet te vergeten. Zie de Facebookpagina van EMK. 

Vrijdagmorgen stap ik om 10 uur ons huis binnen, geef de vrouw een zoen en de hond een knuffel. Heerlijk om weer thuis te komen. Ook nu weer blijkt thuiskomen het mooiste moment van de visweek.

Dirk Kraak, BRA 7

H Werksessie tijdens de Community of Practise Noordzee onder het thema 'Vissen in de Toekomst', met Arie Mol (RVO), Walter van Harberden (Padmos), Jacob van Urk (UK 158/PO Urk) en Tim Haasnoot (ProSea Education). Andere sessies gingen onder andere over kweek op zee (schelpdieren/zeewier) en natuurgebieden. De Community of Practise is een team van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De RVO is een agentschap van het ministerie van LNV.
Afbeelding