Dagboek van een Visserman 2022 - Week 8

Algemeen

Maandag 31 januari trap ik als visserman af bij een klantonderzoek dat wordt uitgevoerd door de RVO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Zij willen graag hun dienstverlening verbeteren en tegelijk ook in kaart brengen welke stappen wij als vissers willen nemen om te overleven en om weer zicht kunnen krijgen op een goed toekomstperspectief. En zo zit ik die maandag tegenover vier dames tijdens een Teams-overleg. Omdat ik aardig was uitgerust hadden deze dames een gezellig en goed onderhoud met mij. Feitelijk alles is ter sprake gekomen. En ik kan jullie vertellen dat wij als vissers gerust niet onderaan het beleidslijstje staan bij onze overheid, want er wordt echt aan ons gedacht. Voor mij was dit ook goed om te horen. Wij als vissers moeten in sommige gevallen gewoon onze trots opzij zetten en hulp accepteren. Als tegenprestatie zullen wij ons wel constructief op moeten stellen en open moeten staan voor veranderingen.


Denemarken


Het is 1 februari als wij met ons in Denemarken gehuurde busje richting Thyborøn rijden. Broer Fred rijdt met onze eigen bus die kant op. Daar de huur van het busje 175 euro per dag is en het weer te slecht blijft om te kunnen vissen, gaan we maar een paar dagen naar de kotter om wat klusjes te doen en tegelijkertijd het huurbusje in te leveren. Eenmaal daar aangekomen ga ik eerst even bij Tamme Bolt langs voor een praatje en een bakkie. Onze BRA 7 ligt recht voor zijn loods aan de haven, dus kon Tamme mooi een oogje in het zeil houden.


Zijn zetschipper Jaap van Delft, die op de ‘Aaltje Postma’ schippert, heeft ook regelmatig aan boord gekeken of er niets lekte of dat de walspanning het nog deed. Jaap is net als ik een geboren Nieuwedieper. Hij is door zijn vader, die veel op kotters viste vanuit Denemarken, op de Deense visserij geraakt. Jaren voer hij op een van de beste staandwantvaartuigen van Denemarken en heeft topreizen gerealiseerd op onder andere tarbot. Nu vaart Jaap alweer jaren op de ‘Aaltje Postma’, samen met zijn zoon die nu ook als zetschipper vaart. Het was voor Jaap natuurlijk leuk om zijn oude schoolgenoten weer te zien en een praatje te maken.


Quarantaine


Woensdag rijden we weer richting Den Helder. Het blijft een rotrit van 875 km en ik denk onderweg aan collega Jan Steven Korf van de UK 136 die dit ritje iedere week tweemaal doet. Tijdens de terugrit word ik wat rillerig, en eenmaal thuis test ik positief op corona. De andere jongens zijn gelukkig negatief, en mag ik een paar dagen in thuisisolatie. Ik heb milde klachten en ervaar het net als een griepje, dus het vaccin doet mogelijk zijn werk.


Ik maak maar van de nood een deugd en doe nog wat achterstallig (papieren) werk voor het bedrijf en EMK. Vrijdags valt steevast ons vakblad Visserijnieuws op de mat en ik lees in de special aandachtig over het onderzoek dat door Wageningen Economie Research wordt opgestart in de visserijregio’s. Met dit onderzoek moeten alle sociaal-economische gevolgen van beleid worden onderzocht op vissers en hun gemeenschappen. Deze worden veelal veroorzaakt door alle visserijbeperkende maatregelen en bijvoorbeeld een Brexit of pulsverbod, of door te hoge kosten voor brandstof en scheepsmateriaal. Eigenlijk is er een besommingprobleem, want hier zit al jaren geen opwaartse lijn meer in. Ik hoop dat de onderzoeksresultaten het werkelijke beeld weergeven van een sector die het moeilijk heeft, want niet alles is zichtbaar. Ik weet ook dat veel collega’s zwijgend verder strijden om te overleven.


Dat laatste doet mij veel en ik hoop dat er voor deze vissers een oplossing of een uitweg komt. Veel politici of beleidsmedewerkers weten ook niet wat het betekent voor een mens die gedwongen wordt om welke reden dan ook zijn levenswerk los te moeten laten. Hetzelfde ervaren onze boeren die volgens sommige politici maar even moeten worden uitgekocht om een zelfgecreëerd probleem op te lossen. Ik bedoel daarmee het stikstofdossier. Het uitkopen van onze agrariërs blijkt door de binding die zij hebben met hun bedrijven moeilijker dan gedacht.


Ook wijzelf zitten in een moeilijke fase met ons bedrijf en moeten alle zeilen bijzetten om deze tijd te overleven. Maar we proberen voorzichtig vooruit te kijken. Met de HD 66 maken we al flinke stappen met het weer verlagen van het brandstofverbruik. Met wijdere netten en lichtere klossen bijvoorbeeld, maar ik denk ook door ons gladde yakleer onder de netten, hebben we toch al een besparing van 300 liter brandstof per dag kunnen realiseren. Het onderste regeltje, daar gaat het om, en vooral met garnalenvissen is er nog genoeg te winnen voor ons.


We besluiten maandag 7 februari maar om onze kotter op te halen uit Thyborøn. Het blijft voorlopig te slecht weer om te kunnen vissen om de noord, en onze nieuw bestelde ijsmachine van BUSCH is klaar om geplaatst te worden door de mannen van Polar. De jongens van Zijlstra denken er hetzelfde over. Daar ik er pas donderdag weer uit mag in verband met mijn quarantaineperiode, rijdt broer Fred met een paar bemanningsleden en de ploeg van de HD 35 richting Denemarken om de kotters op te halen.


Donderdag mag ik er ook weer uit en heb dan gelijk een afspraak op Urk, met Job Schot en Jan de Boer van de UK 33. We hebben wat zaken te bespreken rond EMK en vragen gelijk aan Jan of hij het voorzitterschap van EMK op zich wil nemen. Jan, die nog geen invulling heeft voor zijn toekomst aan de wal na het stoppen met zijn visserijbedrijf, accepteert het voorstel. Ik blijf de eerste tijd nog als secretaris naast hem staan, en zo komt er hopelijk voor mij wat meer tijd voor andere zaken en ook het gezin en familie.


Fred haalt ondertussen de borden en clump van de BRA 7 en scheert de boomkorlijnen in. We hebben het plan opgevat om onze verbouwde pulswings en nieuwe boomkornetten te gaan testen. Vrijdags varen we naar Damen Den Helder en hangen onze netten aan de wings. We finetunen de beug nog wat en zetten het hele spul aan dek, waarna wij weer naar de buitenhaven varen.


BAR-gelden


Diezelfde dag krijgen we van de Nederlandse overheid bericht dat er 200 miljoen is gereserveerd om onze kottersector te compenseren van het Brexit-leed.


Er is gekozen om een groot deel te besteden voor sanering van kotters zowel klein als groot, een ander deel komt ten goede aan een stilligpremie of een liquiditeitsregeling. Het totaalpakket is meer dan gedacht, maar om onze sector weer een gezonde toekomst te geven is dit hard nodig. Nu het saneringsgeld uit het BAR-fonds komt, reken ik er op dat van het budget in het kader van het Noordzeeakkoord meer geld voor innovatie voor de blijvers komt.


Vanuit Duitsland, waar wij een bedrijf hebben, horen we nog niets over het BAR-fonds.


Omdenken


De overheid weet intussen wel hoe wij over sommige zaken denken en dat er meer onderzoek moet komen naar windturbines in zee. Als onze overheid vindt dat energie op een CO2-neutrale manier moet opgewekt worden in zee, wat ten koste gaat van veel visgebied, moet zij ook aangeven hoe wij als vissers in deze plannen passen en zorgen voor de middelen om ons de juiste pasvorm te geven. We moeten dus iets negatiefs omzetten in iets positiefs. Ik wil mijn schaarse tijd daar nu voor gaan inzetten. Vriend Job Schot denkt hier hetzelfde over. We hebben hier samen ook veel over gepraat en we kwamen beiden tot de conclusie dat we niet herinnerd willen worden als de grumpy old guys van de muppetshow. Daarom gaan we er op onze manier aan werken om iets positiefs achter te laten. Er zijn gerust nog lichtpuntjes en ik denk dat met de juiste hulp en middelen we een heel eind kunnen komen.


Ikzelf denk altijd in bredere oplossingen voor de gehele vloot waarin wij ons allemaal kunnen vinden. Oplossingen die haalbaar en betaalbaar zijn en voor ons allemaal een goede boterham opleveren. Een mix aan oplossingen is nodig voor de verschillende manieren van vissen op de doelsoorten die voorhanden zijn. Denk aan Smart Fishing, CO2-arme aandrijving, multipurpose vaartuigen die voor alle vistechnieken ingezet kunnen worden en ook veilig de zee op kunnen. Om miljoenen burgers te kunnen blijven voeden moeten we de vissersvloot niet afdanken, maar zeker een deel verduurzamen en daarbij langzaam nieuwe manieren van vissen ontdekken die levensvatbaar zijn en een minimale impact op de natuur hebben .


Warm saneren is een prima oplossing voor degenen die willen stoppen met hun bedrijf. Maar willen we ook een toekomst houden voor onze jonge en enthousiaste vissers jeugd, dan zal ook een deel van de BAR-gelden of ander budget moeten worden besteed aan hun toekomst.



Visserij


Het weer blijft maar onbestendig en we wachten op een gaatje om naar zee te kunnen. Dinsdagavond 15 februari is het eindelijk zover. We varen die avond via het Schulpengat naar de 12 mijl om daar onze boomkornetten uit te testen. We hebben anderhalve dag goed weer en de bedoeling is om te kijken hoe de kotter het vernieuwde tuig en netten meetrekt. Rond middernacht liggen wij te vissen en trekken richting het Amalia-windpark dat benoorden de IJgeul net buiten de twaalf mijl ligt. Er loopt nog wat ebstroom richting het zuiden en we kunnen een 6 mijl snelheid vasthouden. Dus ik ben niet ontevreden, ook omdat we nog wat toeren op de motor over hebben.


De eerste trek is goed voor 10 kilo tong. Geen drukte, maar we zijn al blij dat alles rustig staat en we nog geen last van de grond hebben. We trekken zo nog wat zuidelijker op naar de IJgeul. Na een paar uur zitten onze netten vol met dergen, kluiten veen. Er ligt hier een heel vlootje te vissen, onder andere de UK 197, UK 195, UK 45 en UK 87. De vangst valt wederom tegen, dus besluiten we weer wat zuidwest-in te gaan. We verstellen wat aan onze neusketting om het tuig wat meer aan de grond te krijgen en hopen zo ook dat de vangst wat verbetert. We vissen nu met zes wekkertjes en in tij gaan wij 4 tot 4,5 mijl en voor tij een goede 6 mijl.


We maken een heel rondje en zo liggen we woensdag bij het Helmveld te vissen. Eigenlijk willen we onze netten nog wat stellen, maar dat gaat niet meer omdat de wind weer toeneemt. Als ‘s avonds de wind weer afneemt pakken we onze tuigen tegen de boord en veranderen we wat aan de netten, en krek de trek erop zit er gelijk een 20 kilo tong in. Nou, dat geeft weer moed. We doen nog een trek in het Diepe Gat, maar dat valt toch weer tegen. Als wij onze laatste trek boven het Helmveld doen zit er weer een kleine 20 kilo in.


Het is dan 6 uur in de morgen en storm Dudley maakt zijn entree. We besluiten maar om de haven op te zoeken, want de weerberichten voorspellen niet veel goeds. De totale vangst is niet veel, maar ik ben toch blij dat we zijn gegaan. Want nu weten we hoe onze nieuwe netten en tuigen het doen en wat we er nog aan kunnen veranderen. In eerste instantie zijn we niet ontevreden, dit smaakt naar meer…


Dirk Kraak, BRA 7


Proefreisje met de omgebouwde pulswings met zes wekkertjes.


Dikke kluten veen benoorden de IJgeul.