Gedrag platvis van a tot z doorgelicht

DELFT/WAGENINGEN –Voor het eerst gaat fundamenteel wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden naar het gedrag van schol en tong in de seizoenen en naar optimale stimulatie om deze los van de bodem te krijgen. Dat moet de basis zijn van de ontwikkeling van een tuig om platvis zo efficient mogelijk te vangen.

Het onderzoeksproject heet ‘New stimulation techniques for flatfish trawling: StimTech’ en wordt via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek nationaal gefinancierd door het ministerie van LNV. Onderzoeksgroepen van Wageningen University & Research en TU Delft werken in een breed consortium samen. Partners zijn: Nederlandse Vissersbond, VisNed, CIV Den Oever, CIV Texel, Jaczon BV, VCU Maritime, Visserij-innovatiecentrum Zuidwest-Nederland en Vissersvereniging Zuid-West.

,,Het gedrag van schol en tong gaan we van a tot z doorlichten. Zo willen we de fysieke zwemcapaciteit testen, hoe snel en wendbaar zijn ze, hoe snel en diep graven ze zich in. En dat onder verschillende temperaturen en dus seizoensinvloeden. Als je die mechanismes weet, kun je onder andere ook nagaan hoe snel je moet vissen om de vis te vangen. Tegelijk onderzoeken we hoe op welke stimuli precies gereageerd wordt. Denk daarbij aan waterstralen, maar bijvoorbeeld ook aan licht en geluid, en ter vergelijking ook de huidige wekkerkettingen. Tot slot willen we op basis van die kennis een nieuw wek-mechanisme ontwerpen en dat op vangefficiëntie en bodemverstoring ook in het lab uittesten’’, legt Pieke Molenaar van WMR uit.

De onderzoekers hebben in totaal 1,3 miljoen euro toegewezen gekregen. Daarnaast dragen de partners via cofinanciering in manuren ter waarde van bijna een ton bij.

Naast dit fundamentele onderzoek vindt ook praktijkonderzoek plaats met de SCH 63, die met nieuwe waterspraytuigen naar zee is gegaan als alternatief voor pulstuigen. Naast Wageningen Marine Research en Jaczon zijn bij dit project onder andere HFK Engineering en Van Wijk betrokken. LNV financiert dit onderzoek met Europees subsidiegeld.