Na de lezingen werd in groepjes gediscussieerd over een vijftal stellingen.
Na de lezingen werd in groepjes gediscussieerd over een vijftal stellingen.

Heeft palinguitzet wel zin?

Algemeen

EDE – Een beperkte hoeveelheid glasaal onttrekken aan de natuur ten behoeve van kweek en ten behoeve voor uitzet elders (restocking) heeft alleen maar voordelen. Aldus de Stichting DUPAN. De meningen hierover zijn echter verdeeld, en de discussies over de mysterieuze paling zijn met zoveel onzekerheden en aannames omgeven dat meer onderzoek en internationale samenwerking tussen de complete palingsector, wetenschappers en ngo’s nodig is.

De sector, ngo’s en wetenschap zaten vorige week dinsdag in Ede ook bij elkaar om de tafel. De bijeenkomst in Ede, over de effecten van palinguitzet op de Europese aalpopulatie, was onderdeel van het met Europees geld gesubsidieerde project ‘A future for eel: Eel Platform’ van Stichting DUPAN en de Good Fish Foundation. Het Europese Aalherstelplan stelt dat de niet-natuurlijke sterfte van paling minder moet worden, zodat op termijn minimaal 40 procent van de hoogst mogelijke biomassa van schieraal kan uittrekken. De sector/DUPAN wil paling vissen, paling kweken en tegelijkertijd de palingstand helpen door glasaaluitzet, pootaaluitzet en glasaal/schieraal ‘over de dijk zetten’. De aanwezigen bogen zich over de vraag of het verantwoord is om glasaal te onttrekken aan de natuur ten behoeve van de palinguitzet, en of die palinguitzet überhaupt wel zin heeft voor het vergroten van de schieraaluittrek. Is er sprake van een ‘Zero Balance’, waarbij het onttrekken van glasaal minstens wordt goed gemaakt door uitzet?

Joep de Leeuw van Wageningen MR (rechts) praat na met de Zweedse onderzoeker Niklas Sjöberg. Links Arjan Heijnen van netVISwerk.

De mysterieuze paling maakt het voor alle partijen niet makkelijk om die vragen te beantwoorden. Onderzoeker Joep de Leeuw van Wageningen Marine Research (WMR) schetste de vele onzekerheden en al dan niet terechte aannames als men een wetenschappelijke onderbouwing wil geven van het effect van aaluitzet (of: restocking) op de Europese aalpopulatie. Geïsoleerde wateren kunnen profijt hebben van aaluitzet, maar het netto-voordeel voor de Europese aalpopulatie is volgens De Leeuw onbekend. Zijn voorzichtige conclusie is dat uitzet kan bijdragen aan het aalherstel, door een combinatie van verschillende manieren van uitzet en ‘hogere ambities’. Belangrijk is dat er meer uitgezette palingen gemerkt en gevolgd moeten worden, zodat duidelijk wordt wat hun ‘lot’ is en in hoeverre deze uitgezette dieren bijdragen aan het aalherstel, in vergelijking met ‘wilde’ aal.

Niklas Sjöberg, van de Zweedse University of Agricultural Sciences, vertelde over onderzoeken waarbij uitgezette en wilde paling werden gemerkt, om meer te weten te komen over de route naar het paaigebied in de Sargassozee. Grote vraag daarbij is of in bijvoorbeeld Frankrijk of Portugal gevangen glasaal die in Zweden wordt uitgezet ook de goede weg vindt. Dat blijkt voor een deel zeker het geval. Echter, de alen die in een groot meer aan de Zweedse oostkust waren uitgezet vonden niet de goede route terug. Het maakt dus zeker uit waar je glasaal uitzet.

William Swinkels namens DUPAN is overtuigd van de positieve effecten van aaluitzet/restocking.

Voor de Duitse onderzoeker Janek Simon van het Institut für Binnenfischerei in Potsdam was het duidelijk: Duitsland kan niet zonder aaluitzet. Aaluitzet gebeurt in Duitsland al sinds eind 19de eeuw. Omdat de glasaal de laatste jaren goedkoper is geworden, wordt er momenteel weer meer glasaal uitgezet. Het Duitse leefgebied voor paling telt maar liefst 55.000 obstakels voor vismigratie. In dit systeem is restocking essentieel, aldus Simon. Volgens het German Eel Model trekt uiteindelijk maar 2 procent van de schieraal uit.

Menselijke consumptie

William Swinkels, algemeen directeur van palingkweekbedrijf Nijvis Group en voorzitter van de NeVeVi, zette het glasaal-gebruik van de sector in perspectief. Van de naar schatting 440 ton glasaal (een wetenschappelijke aanname berekend over de afgelopen twintig jaar) die Europa intrekt neemt de hele Europese palingsector 13 ton af voor glasaaluitzet en gaat er 18 ton (4,1 procent) naar aquacultuur. Als de industrie deze glasaal niet (voor een goede prijs) afneemt gaat er volgens Swinkels gewoon meer glasaal naar Spanje voor menselijke consumptie, en die aal draagt zeker niet meer bij aan het herstel.

Van de door de palingkweeksector ingekochte glasaal wordt (in aantallen) 10 procent weer als pootaal uitgezet. Dat gebeurt in het voorjaar, als de omstandigheden voor overleving beter zijn. Deze in de kwekerij tot pootaal opgekweekte glasaal kent veel minder sterfte dan de glasaal in de natuur zou hebben. Swinkels ziet dan ook alleen maar voordelen. Bovendien gaat een deel van de inkomsten uit de verkoop van kweekaal via het Sustainable Eel Fund weer naar uitzetprogramma’s, paling over de dijk en wetenschappelijk onderzoek.

Groepsdiscussie met onder meer palingautoriteit Willem Dekker (midden rechts), (paling)visser Willem Klop (derde van links) en palingkweker Gijs Pardoel (rechts vooraan). Klop liet (opnieuw) een noodkreet horen. De rivieren zitten volgens hem vol met aal, maar de riviervissers moeten die aal vanwege de vervuilingsproblematiek al vanaf 2011 laten lopen. Wie gaat die rivieren schoonmaken?

Dialoog

Niet iedereen is er van overtuigd of dit wel de goede weg is. Een aantal ngo’s is fel tegen de glasaalvangst, hoe goed de intenties van de sector ook zijn. De Good Fish Foundation neemt een genuanceerd standpunt in en is door middel van het Eel Platform ook in dialoog met de sector.

Na de presentaties werd er in groepjes, met steeds een wetenschapper als ‘voorzitter’, gediscussieerd over een aantal stellingen. Een van de stellingen: Migratiebarrières in één rivier in Portugal aanpakken is effectiever dan alle restocking programma’s in Nederland en Duitsland samen. Ook hier weer veel onzekerheden. Is het leefgebied achter de dam nog wel geschikt voor de aal? Conclusie: we moeten beide doen. Onderzoeksgelden zouden onder meer moeten gaan naar onderzoek naar het effect van restocking, merken van herplaatste alen, onderzoek naar optimale uitzetgebieden, en naar het verschil in gedrag tussen van nature voorkomende alen en herplaatste alen.

De palingsector was goed vertegenwoordigd in Ede, met zeker zes palingvissers, een aantal kwekers en een sterke vertegenwoordiging van DUPAN en netViswerk. Op de foto links in het midden palingvisser en netVISwerk-bestuurslid Stefan Lok en recht DUPAN-voorzitter Alex Koelewijn. Geheel links palingvisser Lonneke Kay (vrouw van Harm Kay).

Laatste vraag voor de workshops: hoe gaan we ngo’s overtuigen van de zin van restocking? In ieder geval moet gewaarborgd worden dat er overal in Europa aal kan uittrekken. Dat is waarschijnlijk alleen mogelijk met restocking. De discussiepartners waren het er over eens dat het belangrijk is dat sector en ngo’s blijven samenwerken en zoeken naar overeenkomsten.


Kennis

De presentaties in Ede zijn gefilmd. Margreet van Visteren van de Good Fish Foundation: ,,Op deze bijeenkomst wordt veel kennis besproken, en dat is ook mooie input die we kunnen gebruiken voor de discussies met ngo’s elders in Europa.’’ De woensdag erna zijn de presentatie daadwerkelijk al voor dit doel ingezet. ,,Voor de bijeenkomst in Ede waren ook ngo’s uitgenodigd, maar die konden niet. Toevallig was vorige week woensdag de jaarlijkse vergadering van Seas at Risk, in Brussel. Ngo’s die zich bezighouden met de bescherming van de oceanen kwamen daar bijeen. Van die gelegenheid hebben we gebruik gemaakt om in een workshop de presentaties te bespreken.’’