Nederlandse visserij koploper in samenwerking met wetenschap

Algemeen

EMMELOORD – De kottersector, wetenschap en maatschappelijke organisaties werken in onderzoeksprojecten samen aan duurzaam visserijbeheer, zoals innovatie om selectiever te vissen en verbetering van de bestandsschattingen. Over deze onderzoekssamenwerking publiceren de projectpartners in een eigen column in Visserijnieuws. Durk van Tuinen (Nederlandse Vissersbond en voorzitter van het OSW-platform) bijt de spits af.

De Nederlandse visserijsector heeft veel ervaring als het gaat om het vergaren van kennis over visserij en visbestanden en innovatie van vistechnieken. Daarover voert de sector regelmatig overleg met de wetenschap, overheid en natuurorganisaties. Soms komt de vraag naar boven wat we hier eigenlijk mee opschieten. Vanuit de visserijorganisaties hoeven we niet lang na te denken om een dergelijke vraag te beantwoorden. We leven in een tijd waarbij we de kop niet in het zand kunnen steken, het is te allen tijde beter om zelf een actieve bijdrage te leveren aan kennisvraagstukken. Uit welke hoek de betreffende vraag ook komt. Houd altijd het roer in eigen hand!

Van 2002 tot 2007 liep het zogenaamde F-project, een project waarbij 19 kotterschippers hun vangst- en inspanningsgegevens bijhielden en deze beschikbaar stelden aan IMARES (inmiddels Wageningen Marine Research, WMR). Dit project heeft ertoe bijgedragen dat bestandsschattingen voor de (doel)soorten tong en schol zijn verbeterd en dat er sindsdien intensief wordt samengewerkt tussen visserij en onderzoek. Een groot goed, waarin Nederland met recht koploper in Europa mag worden genoemd.

De afgelopen jaren heeft de sector een ernstige behoefte aan een betere bestandsschatting en daarbij behorend quotum van belangrijke (bijvangst)soorten zoals tarbot, griet, Noorse kreeft en rog. Daar is simpelweg meer data voor nodig en zonder het initiatief van de Nederlandse sector is de kans groot dat deze informatie er niet komt. Daarom sloegen de sector, de wetenschap en maatschappelijke organisaties de handen ineen om de onderzoekssamenwerking in Nederland verder te intensiveren en te bundelen in een vernieuwde structuur.

Sinds het voorjaar van 2018 is er financiering beschikbaar gesteld aan de visserijsector in combinatie met WMR. Deze subsidie komt uit het Europees EFMZVfonds en is speciaal bedoeld om de samenwerking tussen visserij en wetenschap te stimuleren. Samenwerking voor onze Nederlandse visserijsector is niks nieuws, dat wordt al vele jaren gedaan. Deze financiering biedt echter wel de mogelijkheid om de samenwerking beter te organiseren en al het onderzoekswerk met elkaar te verbinden. Het overleg tussen visserij en wetenschap op bepaalde dossiers, denk aan pulsvisserij en de aanlandplicht, wordt gebundeld zodat we vanaf nu beter het overzicht houden.

Vanuit de nieuwe, zogenaamde Onderzoekssamenwerkingsprojecten (OSW) komt de komende tijd het nodige werk voort voor ons als sector. De kottervisser is de sleutel om dergelijke werkzaamheden tot een succes te maken. Hier de belangrijkste items op een rijtje:

  • Bedrijfssurvey - Inmiddels zijn we gestart met de bedrijfssurvey, specifiek om data te ver- EMMELOORD – De kottersector, wetenschap en maatschappelijke organisaties werken in onderzoeksprojecten samen aan duurzaam visserijbeheer, zoals innovatie om selectiever te vissen en verbetering van de bestandsschattingen. Over deze onderzoekssamenwerking publiceren de projectpartners in een eigen column in Visserijnieuws. Durk van Tuinen (Nederlandse Vissersbond en voorzitter van het OSW-platform) bijt de spits af. zamelen van de soorten tarbot en griet. De reizen voor 2018 zijn uitgevoerd aan boord van de OD 17, UK 64 en de UK 284.
  • Noorse kreeft dataverzameling - In 2019 wordt gestart met zelfbemonstering aan boord van bedrijfsschepen die op Noorse kreeft vissen, ook dit is om een bijdrage te leveren aan de bestandsschattingen in onze Noordzee.
  • Rog - Er is een apart project dat zich richt op de kennisvergaring over het bestand en de vangst van rog.
  • Garnalen - Om in te spelen op de eisen vanuit de uitzondering voor de aanlandplicht en vraagstukken binnen het MSC-certificaat is financiering aangevraagd om de vangst en bijvangst frequenter te monitoren door middel van zelfbemonstering en waarnemersreizen.
  • Aanlandplicht - Om de projecten ‘Verbeteren overleving bijvangst’ en ‘Netinnovatie kottervisserij’ een vervolg te geven is er binnen onderzoekssamenwerking financiering aangevraagd.

Kortom een hele lijst, waarbij niet wordt uitgesloten dat deze de komende jaren nog langer wordt. De projecten zijn van belang om als sector mede te bepalen voor welke onderwerpen Europees onderzoeksgeld wordt ingezet en om ervoor te zorgen dat kennis van vissers optimaal benut wordt. Dit alles in nauwe samenwerking met de wetenschap en maatschappelijke organisaties. Ook al biedt de Nederlandse koploperspositie op het gebied van onderzoekssamenwerking en innovatie nog geen garantie tot succes in bepaalde dossiers, toch zijn we ervan overtuigd dat we deze positie verder moeten verstevigen.

Het zogenaamde OSW-platform is de koepel waaronder de onderzoekssamenwerkingsprojecten bij elkaar komen en worden besproken. Ondergetekende is voorzitter van de bijeenkomsten en Geert Meun voert het secretariaat. In het platform vindt overleg plaats tussen de Nederlandse Vissersbond, VisNed, Wageningen Marine Research (WMR), het ministerie van LNV, Stichting De Noordzee, de Rederscentrale en Prosea. Samen denken we na over de vraagstukken rond visserijbeheer die op ons afkomen en welke kennis daarvoor nodig is.

Jaarlijks zal er een OSW-dag worden georganiseerd waar iedere visser zich kan laten bijpraten over de ontwikkelingen in de genoemde onderzoeken. Ook wordt de kennis ingezet voor het online kennisplatform vistikhetmaar.nl Daarnaast zal de nodige informatie worden verspreid via de visserijorganisaties en in Visserijnieuws.