Pelagische sector: gelijk speelveld ontbreekt

Algemeen

DEN HAAG – Geldt de aanlandplicht van de EU ook voor de Noren die in EU-wateren vissen? Hoe komen we aan quota voor die soorten die we onvermijdelijk bijvangen, zoals heek? Wie wil die 60 ton evervis die in IJmuiden in de vrieshuizen staat? Voor de pelagische sector brengt de aanlandplicht grote problemen met zich mee, terwijl er eigenlijk helemaal geen problemen waren.

Pelagisch voorman Gerard van Balsfoort stelde het nadrukkelijk aan het begin en het eind van zijn betoog op de Visserijpoort afgelopen donderdag in Nieuwspoort in Den Haag: welke problemen lossen we eigenlijk op met de aanlandplicht? Bij de pelagische visserij zijn discards procentueel gezien zeer gering. Er werd en wordt hard gewerkt om de selectiviteit nog verder te verbeteren. Toch moest de pelagische sector per 1 januari 2015 meteen het diepe in. Terwijl de regelgeving er nog niet eens klaar voor was, en de sector nog een half jaar moest opereren onder met elkaar conflicterende regelgeving. Dat leverde ‘schimmige situaties’ op bij controles op zee. Er zijn trawlers fors beboet voor futiliteiten.

De sector vroeg om: de-minimis uitzonderingen voor meerdere soorten, verhoging van de quota en een gelijke behandeling (level playing field) voor alle vissers in EU-wateren. Wat de sector kreeg: alleen een beperkte de-minimis voor evervis (boarfish), en wel slechts 1 procent van de totale TAC voor 2015, wat neerkomt op 525 ton die nog wel gediscard mag worden.
Na tien maanden aanlandplicht voor de trawlers kan Van Balsfoort een tussenstand geven. Vergeleken met de verwachte ramp voor de bodemvisserijen zijn de gevolgen van de aanlandplicht voor de pelagische visserij nog te overzien. Desalniettemin wordt de onvermijdelijke bijvangst van evervis met name bij de horsenvisserij in het najaar een probleem. Door de positieve ontwikkeling van het heekbestand wordt nu ook de bijvangst van heek een probleem. Bijruilen is bijna onmogelijk (en kostbaar), omdat iedereen met hetzelfde probleem zit.
Operationele problemen zijn de heel kleine bijvangsten van veel verschillende soorten, die gesorteerd en opgeslagen moeten worden aan boord en aan de wal, wat altijd tijd en geld kost. Wanneer de discardgoot dichtgemaakt moet worden zijn er problemen met het discarden van vangsten die nog wel mogen of moeten worden gediscard (verboden soorten, niet gequoteerde soorten, de-minimis, afval van de verwerking aan boord).

Essentieel
Er bestaat al een ongelijk speelveld tussen de EU-vissers enerzijds en Noren (en vissers van de Faerøer) anderzijds. Bij alle onderhandelingen kunnen Noren hun eigen plan trekken. Waar Noren in EU-wateren vrijwel onbeperkt kunnen vissen en geen strobreed in de weg wordt gelegd worden EU-vissers door de Europese Commissie geknot en wordt ze in Noorse wateren het leven zuur gemaakt. Citaat van een visserman ter plaatse: ‘De controleurs uit de EU varen om de Noorse schepen heen naar ons toe’.

Van Balsfoort: ,,De Noren schermen met hun eigen aanlandplicht, maar die is niet te vergelijken met de onze. Geldt onze aanlandplicht nu ook voor de Noorse vissers in EU-wateren? En voor de vissers uit de Faerøer die in EU-wateren tegenwoordig een groot deel van hun markeelquotum mogen opvissen? Hoe is de controle bij Schotse tankboten die aanlanden bij fabrieken in Noorwegen en bij fabrieken aan de wal in het algemeen?’’
De controle op de aanlandplicht is gedelegeerd naar de lidstaten. Groepen lidstaten maken plannen voor de controle. ,,We zien daar nog weinig van, maar voor ons is een gelijk speelveld essentieel. Wij willen een gelijk speelveld tussen vriestrawlers en rsw-trawlers (‘tankboten’, red.) en tussen EU-schepen en niet EU-schepen in EU-wateren.’’