Hoop en beperkingen voor Wadvissers

Algemeen

HARLINGEN – ‘Hoopgevend’, zo ziet driekwart van de Waddenvissers die de enquête van de Brede Visie Duurzame Waddenvisserij hebben ingevuld de toekomst. Daar staat tegenover dat 40 procent een uitkoopregeling (met name ‘voor anderen’) niet uitsluit. Uit de drie bijeenkomsten vorige maand in het kader van de Haventour blijkt ook dat de vissers op het Wad van alle kanten beperkt en bedreigd worden. De pulsvisserij op garnalen heeft zich gemeld als nieuwste ‘gevaar’.

De laatste van de drie bijeenkomsten in het kader van de Waddentour werd gekenmerkt door een lage opkomst. Maar de aanwezigen waren wel spraakzaam.Wat is het toekomstbeeld van de visserij op het Wad? Hoe ziet je bedrijf er in 2020 uit? Hoe is de afzet geregeld? Vragen uit de enquête van het project Brede Visie Duurzame Visserij op de Waddenzee, die door een kleine veertig vissers is ingevuld. Aan de hand van deze enquête en de bevindingen van drie bijeenkomst met vissers (de Haventour) zal een Uitvoeringsplan opgesteld worden. Er is subsidie om bepaalde knelpunten voor de vissers op te lossen. De Haventour deed op 13 april Lauwersoog aan en op 20 april Den Oever, en werd vorige week vrijdag afgesloten in Harlingen. De bijeenkomsten op Lauwersoog en Wieringen waren goed bezocht en de emoties liepen er soms hoog op. In de kantine van de afslag van Harlingen waren vorige week nog geen tien vissers verzameld. Maar die waren wel spraakzaam.

Het Uitvoeringsprogramma Brede Visie Duurzame Waddenvisserij is een gezamenlijk project van VisNed, de Nederlandse Vissersbond, Hulp in Nood en de Waddenvereniging. Ronald Lanters van Wing was gespreksleider tijdens de bijeenkomsten, waar alle soorten Wadddenvissers voor waren uitgenodigd, zowel garnalenvissers als staandwantvissers, handkokkelaars etcetera. Op de bijeenkomsten werden de resultaten van de enquête besproken, en werd gesproken over wat er allemaal op de vissers afkomt en over de keuzes die visserijondernemers kunnen maken om de toekomst veilig te stellen.

Betere handhaving van regelgeving, vereenvoudiging vergunningen, meer samenwerking, betere afzet en lagere kosten staan op het wensenlijstje van de vissers. Meer verdeeld zijn vissers over MSC en andere keurmerken, subsidie en ‘andere bronnen van inkomsten’. Vissers willen blijkens de enquête in grote lijnen dat de drempels om duurzaam en flexibel te kunnen opereren verlaagd worden. Er wordt gezocht naar nieuwe activiteiten, met behoud van het bestaande. En uiteraard moet er wat verdiend kunnen worden.

,,Kan ik nu een garnalenvergunning krijgen voor ’s winters?’’, probeert Max Hoogerman. Hij is parttime staandwantvisser op zeebaars en harder en heeft een reparatiebedrijf op de haven. Uiteraard gaat dat niet zomaar. Zoals voor alles wat vissers bedenken en willen barrières zijn: regelgeving, NMa, ngo’s, de markt, aalscholvers.

Garnalenvisser Thijs Yska zou wel willen vissen op spiering, maar dan wel binnen 500 meter van de kustwerken (wat nu verboden is). Volgens Yska komen er steeds meer aalscholvers op het Wad. ,,Ze komen gewoon door het schroefwater heen!’’ Wadvissers worden ook steeds vaker gevolgd door zeehonden. ,,Er zijn helemaal geen problemen. De zeeflap werkt goed. We zijn al duurzaam bezig en willen gewoon doorvissen’’, vinden Mark Koornstra (HA 41) en Robert Lolkema (HA 44).
Kees Droog (WON 17) heeft vorig jaar met hard werken slechts 110.000 euro besomd. Maar bij al die verhalen over mogelijke bijverdiensten en alternatieven voor Wadvissers denkt Droog onwillekeurig aan vroeger, toen alle leden van een vissersgezin letterlijk alles moesten aanpakken, van zeewier tot garnalen pellen, om het armoedige inkomen op te krikken. Bij schaalvergroting in de corebusiness garnalenvisserij, bijvoorbeeld door de puls, komt direct weer de vraag ‘Kan de markt het aan?’. Strandkrabben worden ook genoemd als alternatief. Maar wat als er maar even te veel op de markt komt?

De puls wordt door de garnalenvissers vooral gezien als een nieuw gevaar, voor het ecosysteem en zeker ook voor de markt. Moeder Sjirrie van Hans Poepjes (WON 77) wil daar wel meer over weten. Voorzitter Johan Nooitgedagt van de Vissersbond merkte op dat er niet ingegrepen kan worden in ondernemerschap. Bouke Smid van de WK 110 vraagt of er wat gedaan kan worden aan de slechte markt voor tweedehands vissersschepen. Sanering is voor de huidige regering een taboe, maar is er wel flankerend sociaal beleid?

Handkokkelaar Rienk Nadema (WON 3) heeft in de tijd dat er niet op kokkels mocht worden gevist ‘alles’ gedaan, van botvissen tot staandwant, maar naar eigen zeggen leverde het allemaal niets op. Ook Japanse oesters leveren volgens Nadema helemaal niets op. Al zou volgens hem een heel groot oesterdepot vlakbij een haven de zaak aantrekkelijker kunnen maken. De handkokkelssector is op dit moment de enige visserij die het goed doet. Vergunningen zijn dan ook onbetaalbaar geworden. Voorzitter Bert Keus van de verenigde handkokkelaars wil vooral de huidige rust in de tent behouden, na vier jaar intensieve discussie met ngo’s.

Mark Koornstra van de HA 41 wil wel dagverse Wadgarnalen verkopen rechtstreeks van het schip. Het zou kunnen op een mooi plekje in het centrum van Harlingen. Foto: C. HameetemanMark Koornstra (HA 41) zou wel garnalen rechtstreeks vanaf de kotter willen verkopen. Wethouder Maria Le Roy heet hem welkom op een leuk plekje in de Harlinger binnenstad. De gemeente wil haar toeristische profiel versterken, en daar hoort de visserij bij, en wellicht promotie van de Waddengarnaal als dagvers product. Le Roy wijst ook op het voornemen van de veerdiensten om over te schakelen op LNG. Daarvoor moeten dan voorzieningen komen op de haven. ,,Kan de visserij daarbij aansluiten?’’ Op 11 mei is er een bijeenkomst van Hulp in Nood op Lauwersoog over LNG. Kees Droog meldt dat hij wel wil investeren in betere netten (bijvoorbeeld van Dyneema) om brandstof te besparen en bijvangst te verminderen.
Van de drie bijeenkomsten wordt een verslag gemaakt, waarover gerapporteerd wordt. Het projectteam en de visserijorganisaties gaan dan kijken waaraan het beschikbare projectgeld (300.000 euro) zou kunnen worden uitgegeven. Welke modellen en plannen van de vissers zijn interessant om, met het oog op de toekomst, verder uit te werken?