VCU-directeur Jan de Boer met pensioen
VCU-directeur Jan de Boer met pensioen

‘Samen hebben we veel bereikt’

Algemeen

URK - Geen dag ziek geweest, altijd met plezier naar het werk. Maar aan dit werk is nu een eind gekomen. Jan de Boer (64) gaat met pensioen. Ruim twintig jaar heeft hij zich ingezet voor de Visserijcoöperatie Urk (VCU), als bestuurslid, bestuursvoorzitter en vanaf 1992 als directeur. Hij blikt terug op deze periode, waarin de VCU zich heeft ontwikkeld tot een multifunctioneel en toonaangevend bedrijf binnen de visserijsector.

Jan Fokke de Boer staat er op de uitnodiging voor zijn afscheidsreceptie. Er zijn er niet veel die hem onder die naam kennen. Maar wie Jan de Boer zegt, en daar ook nog ‘van de coöperatie’ aan toevoegt, dan zijn er niet veel voor wie hij een onbekende is. Een begrip in de visserijsector. Een echte ondernemer, en dat is niet vreemd, want zowel van vaders- als moederskant is hij erfelijk belast. Vader Jan de Boer stamde uit een vissersgeslacht met eigen schepen en zijn moeder Aaltje was de dochter van bakker Fokke Post.

Op 14-jarige leeftijd kwam Jan aan boord bij zijn vader. Een leeftijd waarop je nu hooguit een paar dagen een snuffelstage mag doen. Jan kwam aan boord van de UK 95, een schip van zo’n 20 meter dat viste met de borden. Hij maakte de opkomst en ontwikkeling van de boomkorvisserij mee. In 1967 werd hij schipper op de UK 95, nadat zijn broer Meindert een nieuwe UK 195 kreeg met 600 pk. Het visserijbedrijf van De Boer deed mee in de groei en bloei van de Noordzeevloot. Steeds weer groter en meer kracht, met een hoogtepunt in 1996 toen zowel de UK 95 als de UK 195 bij Maaskant Shipyards werden gebouwd. Schitterende schepen met een lengte van 42 meter en 2.000 pk. Het was ook meteen de laatste nieuwbouw en het bedrijf is, net als de rest van de vloot, alleen maar ingekrompen.

Maar dat kun je niet zeggen van de VCU, terwijl je dit wel zou verwachten. Dat is knap, bewonderingswaardig. En niet in de laatste plaats te danken aan het ondernemerschap van Jan de Boer. Na vier jaar in het bestuur gezeten te hebben, kreeg hij in 1992 als directeur de touwtjes in handen. Hij was destijds de tiende man die op de loonlijst kwam, nu heeft de VCU ruim zestig mensen in dienst. Dit geeft wel aan hoe het bedrijf zich onder De Boer heeft ontwikkeld.


Nieuw bedrijfspand

Een belangrijke stap in die ontwikkeling werd volgens De Boer gezet door de realisering van een nieuw bedrijfspand, waarbij alle activiteiten onder één dak kwamen aan de Vliestroom op het industrieterrein op Urk. ,,De winkel, de nettenschuur, compleet met nettentoren, zorgden ervoor dat we onze leden een nog betere service konden verlenen. Daarna kochten we een vrachtwagen om netten en dergelijke van boord te kunnen halen. In 1995 werd de naastgelegen machinefabriek Riko aangekocht om zo een stukje extra service te kunnen geven. Dit is een stap geweest die de VCU een enorme impuls heeft gegeven en waar de gehele visserijsector van heeft geprofiteerd”, aldus Jan de Boer. ,,Het was aanvankelijk vooral bedoeld om mensen snel te kunnen helpen, met name op de vrijdag en zaterdag, waarop veel bedrijven niet zo’n trek hadden om werk te verrichten. En als ze al kwamen dan waren de tarieven daar ook naar. De opzet van een eigen servicedienst heeft de tarieven behoorlijk omlaag gebracht.”
Onder de naam TCD groeide deze poot explosief en in 2001 werd hiervoor een groot pand neergezet op een kavel van 12.000 vierkante meter aan de Urkervaart. Dertig man vast aan het werk bij de TCD en ook nog regelmatig een tiental uitzendkrachten. De Boer erkent dat de naam TCD aanvankelijk een zuur smaakje had bij bedrijven die werkzaam waren in de visserijsector. ,,Het was een service waar de leden alleen maar beter van zijn geworden, maar we werden voor andere bedrijven een concurrent. Maar gelukkig is dit in de loop der jaren allemaal weer bijgetrokken. We kunnen nu rustig zeggen dat we collega’s zijn met goede verstandhoudingen, die zelfs zaken met elkaar doen”, stelt Jan tevreden.

Innovaties

Voor directeur Jan de Boer van de VCU was de vakbeurs in Brussel de laatste werkweek. Vrijdag 29 mei wordt hem een afscheidsreceptie aangeboden in de nettenhal aan de Vliestroom. De VCU krijgt een driemanschap aan de leiding: Jan Visser (commercieel/personeel), Lourens de Boer (technisch) en Jan Loosman (financieel).De VCU speelt ook een belangrijke rol in de innovatie van het visserijbedrijf. ,,Als je de reparaties doet, weet je ook het beste hoe je dingen kunt verbeteren. We gingen over tot ontwikkeling van apparatuur en in 1999 leverden we onze eerste vangstverwerkingsinstallatie op de UK 153. Nu staat er een nieuwe UK 153 op stapel en als je dan het lijstje ziet van wat de VCU levert, dan illustreert dit ook de groei die het bedrijf heeft doorgemaakt. De complete vangstverwerkingsinstallatie (bestaande uit een opvoerband, sorteerband, spoelmachine, sorteer- en transportgoten, dekstortkokers, viskeeën, weeg-, sorteer- en registratiesysteem, leidingwerk), koeling, slurry-ijsinstallatie, boegschroef, netten, veiligheidsinstallaties, brugapparatuur van Scanmar, hydraulische installatie, nettenrollen en de lieren”, somt De Boer op. Met name op de levering van de Ósey-lieren is hij trots. In 2006 werd de samenwerking aangegaan met dit IJslandse bedrijf en sindsdien bouwt de TCD de lieren in de machinefabriek op Urk.

Zo speelt de VCU ook een rol in de kwaliteitsverbetering van de vis en het verbeteren van het rendement. De Boer moet bekennen dat het letten op rendement pas een rol speelt als de visserman in de knel komt. ,,De dure olie dwong vissers ook om slimmer te ondernemen. Met de TCD zijn we nauw betrokken bij de ontwikkeling van vistuigen die minder weerstand hebben en het overschakelen op andere visserijtechnieken. Ook met de introductie van de cruise-control bespaart de visserman weer de nodige brandstof. Zo zijn we betrokken bij diverse innovatieve projecten.”
Waar volgens De Boer nog wel de nodige progressie te boeken is, is op het gebied van veiligheid. ,,De VCU heeft een eigen Veiligheidscentrum, waardoor we zorg kunnen dragen voor het beste reddingsmateriaal en de keuringen tegen een zo laag mogelijke prijs. Maar als ik bijvoorbeeld naar andere moderne landen kijk, daar is de veiligheid aan boord toch beter geregeld. Zonder helm en werkpak met drijfvermogen komt men daar niet aan dek. Ik denk dat we daar in Nederland ook naartoe moeten. De schipper heeft ook verantwoordelijkheid naar de mannen aan dek, en ik denk dat het een kwestie van gewenning is. We hebben in ieder geval veiligheidskleding waarin je goed kan werken.”

Gezamenlijk inkopen

De VCU heeft door de uitbreiding van activiteiten het oorspronkelijke doel niet uit het oog verloren. Jan de Boer heeft de hele wereld afgereisd om de beste materialen zo goedkoop mogelijk in te kopen. De Boer was in 1993 nauw betrokken bij de oprichting van de VEVC, een samenwerking tussen tien coöperaties in Nederland en België, waardoor nog groter ingekocht kon worden.
De olie wordt afgeleverd door Gulf en volgens Jan wordt hiermee ook het nodige geld bespaard voor de leden, die verplicht zijn om de olie via de VCU af te nemen. Half jaren negentig werden topjaren gedraaid met 120 miljoen liter per jaar. ,,We kopen scherp in, altijd wel onder de dagprijs. Vorig jaar zaten we met die dure olieprijs toch wel regelmatig een cent of 15 onder de dagprijs. We kopen zelf in op de beurs en dat is ook onze kracht, iedere tussenschakel moet er weer aan verdienen en zou het product alleen maar duurder maken, en dit geldt natuurlijk ook voor de andere producten die we inkopen.”

Hij is blij dat de olieprijs weer een normaal niveau heeft bereikt, want hij moet bekennen dat met de prijzen van vorig jaar de vloot nu niet meer had gevaren en het er met de VCU ook niet rooskleurig had voorgestaan.
De VCU heeft ook wel wat stroppen opgelopen. ,,Je probeert toch je leden zolang mogelijk door te laten vissen en op een gegeven moment dragen de banken het risico over aan de leverancier. Het bestuur vergaderde vorig jaar wekelijks over leden om te besluiten of er nog wel geleverd kon worden of dat we echt moesten stoppen. Als VCU ben je geen bank, en voor ons wordt het ook stees lastiger, maar je probeert tot het uiterste te gaan. In de loop der jaren heeft dit tonnen gekost, omdat de bedrijven uiteindelijk toch kapot gingen. Dat is ook iets wat je dan als leden met elkaar draagt.”

Het is de VCU tot op heden steeds gelukt om winst te maken, die jaarlijks naar rato van de omzet aan de leden wordt uitgekeerd. Vorig jaar werd nog een omzet geboekt van ruim 43 miljoen euro. Niet meer alleen uit activiteiten in de visserij, maar ook kust- en binnenvaart, baggerindustrie en industriële ondernemingen zijn sectoren waar de VCU werkzaam is.
Een activiteit die vorig jaar door de VCU is stopgezet is de verzekering. ,,Hier zijn diverse oorzaken voor te noemen, zoals de afname van de vloot, maar we zijn wel in onze opzet geslaagd. Toen we ons op die markt begaven zakte de jaarpremie van 150.000 naar zo’n 80.000 gulden per schip. Uiteindelijk heeft dus de hele vloot hiervan geprofiteerd.” Hij vindt het wel jammer dat sommige leden de VCU als partij zagen als het ging om uitkering van de schade. ,,Wij waren tenslotte niet meer dan een tussenpersoon en ik kan zeggen dat we altijd onze uiterste best hebben gedaan om voor de leden het onderste uit de kan te halen.”

Heel jammer

{mosimage}Jan de Boer blikt terug op prachtige jaren bij de VCU. Hoogtepunten noemt hij het bezoek van koningin Beatrix. ,,Ze zou een uurtje langskomen, maar het werden er twee”, glundert hij. Ook de oprichting van de Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij noemt hij een mijlpaal. ,,De visserij heeft haar verantwoordelijkheid genomen als het gaat om milieu en draagt bij aan een schone zee.”
Met lede ogen heeft hij de afgelopen jaren gezien hoe prachtige schepen zijn gesaneerd en naar de sloop zijn afgevoerd. ,,We hebben ons ervoor ingespannen om ze nog in te zetten voor visserijprojecten bij Libië en Indonesië, maar het werd door Brussel onmogelijk gemaakt om gesaneerde schepen weer commercieel in te zetten. Dat is heel jammer.”
Bij de VCU kwam de sanering het hardst aan op de nettenafdeling. Hier raakten een aantal mensen hun baan kwijt.

Voor Jan de Boer is het mooi geweest. Hij kijkt met tevredenheid en dankbaarheid terug. ,,Wij zijn toch behoorlijk gegroeid, niet alleen qua dienstverlening, maar we hebben ook zo’n 15 miljoen aan gebouwen staan.” Hij draagt het stokje met vertrouwen in de toekomst over aan de jongere generatie. ,,De visserij zal niet verdwijnen, wel veranderen, en daar zal de VCU een belangrijke rol in spelen.”
,,We hebben samen heel wat bereikt. Ik wist me altijd gesteund door het bestuur, en ik wil Jelle Romkes (UK 68) en Albert Romkes (UK 1) met name noemen. En natuurlijk de mensen die hier werken, die maken je bedrijf. Harde werkers, die altijd klaarstaan. Dat is de kracht van de VCU.”