Afbeelding
Visserijnieuws

Aquacultuur op drijvende eilanden

Algemeen

YERSEKE - In het Regiocentrum Yerseke van Wageningen Marine Research werken onderzoekers en de schelpdier- en visserijsector actief samen aan kennis en innovaties voor duurzaam gebruik van de Delta, kustwateren en de zee: kennis van en voor de regio Zeeland. Hierover is een convenant gesloten tussen wetenschap, bedrijfsleven, en regionale publieke organisaties. Het werk beslaat een scala aan onderwerpen, zoals het verbeteren van het kweekrendement van mosselen, off-bottom kweek van oesters, schelpdiersurveys, en effecten van kustverdediging op natuurwaarden en (schelpdier)visserij. Deze column zet regelmatig een activiteit van het Regiocentrum in de schijnwerpers. Deze keer is dat een verkenning van aquacultuur op drijvende eilanden.

Kunnen drijvende eilanden in de toekomst bijdragen aan de ontwikkeling van aquacultuur op offshore locaties? Dat was de vraag die aan onderzoekers van Wageningen Marine Research gesteld werd als onderdeel van het project Space@Sea (Europese subsidieprogramma Horizon2020). Het project sluit aan bij de Europese strategie voor een blauwe bio-economie, die als doel heeft de positie van de maritieme sector in Europa te versterken. Een hogere duurzame voedselproductie uit zee is daarbij een van de doelstellingen.

Door andere instituten in het consortium van in totaal zeventien Europese partners (met onder andere MARIN, Blue21 en TU Delft) is ook gewerkt aan drijvende oplossingen voor havens, wonen en ondersteunende infrastructuur voor windparken. De basis van de drijvende eilanden wordt gevormd door vierkante modules met zijden van ongeveer vijftig en honderd meter die aan elkaar gekoppeld worden en op de zeebodem worden verankerd. Voor de ontwikkeling van de modules zijn rekenmodellen opgesteld en schaaltesten in bassins uitgevoerd. Verdere ontwikkeling moet uiteindelijk leiden tot ontwerpen en toepassingen die geschikt zijn voor gebruik op zee.

Vier soorten aquacultuur onder de loep genomen

Aan welke voorwaarden moeten drijvende eilanden voldoen om een bijdrage te kunnen leveren aan de toekomstige aquacultuursector, en onder welke omstandigheden zijn ze inzetbaar? Hierbij moet ver in de toekomst worden gekeken, omdat er op dit moment slechts in beperkte mate offshore aquacultuur plaatsvindt. De ontwikkeling van drijvende eilanden zal nog enige tijd vergen. Drijvende oplossingen lijken vooral geschikt voor locaties verder uit de kust of in dieper water. In die gevallen kan bespaard worden op logistieke kosten, transportkosten of het opspuiten van een kunstmatig eiland door meer lokaal te opereren.

Bij de verkenning zijn allerlei verschillende toepassingsmogelijkheden voor aquacultuur bekeken. Uiteindelijk zijn vier aquacultuursoorten onder de loep genomen: schelpdieren-, zeewier-, vis- en microalgenkweek. Door de onderzoekers is een inventarisatie van knelpunten en mogelijke meerwaarde (milieu, economisch, technisch) van dit soort eilanden gemaakt. Hierbij zijn belangrijke aspecten als voeropslag, operation & maintanance, logistiek, transport, huisvesting van mensen, verwerking van het eindproduct en de kweek van diverse soorten onderzocht.

Werkbezoeken en kennisuitwisselingen met relaties uit de Noorse aquacultuursector hebben inzicht gegeven in de mogelijkheden voor productie verder uit de kust, de ontwikkelingen in de keten en de wensen vanuit voorlopers in de offshore kweekketen. Het is mooi om te zien dat de sector openstaat voor dit soort visionaire ontwikkelingen.

Toepassingsmogelijkheden verder uitgewerkt

Uiteindelijk is een aantal toepassingsmogelijkheden van aquacultuurproductie op eilanden verder uitgewerkt. Hierbij is gekeken naar zeewier- en schelpdierproductie in Nederlandse wateren, zeebrasemkweek in recirculatiesystemen in de Middellandse Zee en kweek van zalm in gesloten kooien in Noorse zeegebieden (maar ook toepasbaar voor andere soorten en in andere gebieden). Deze ketens gaan uit van grote productievolumes, maar op een duurzame manier toegepast en dus passend bij toekomstige ambities.

Voor zowel zeewier- als mosselkweek bieden de eilanden zelf onvoldoende perspectief om die direct en fysiek aan bestaande kweeksystemen te koppelen. Voor de toepassing van gesloten kooien voor viskweek is nog een verdere technische ontwikkeling nodig. Gekozen is om de kweeksystemen buiten de drijvende eilanden neer te leggen, en de eilanden zelf als servicelocatie in te richten. Zodat kan worden geprofiteerd van andere toepassingen van het eiland voor de levering van energie, accommodatie en voorzieningen voor transport.

Huisvestingsvraagstukken

Op zo’n eiland moet rekening worden gehouden met diverse diensten, waaronder de opslag van voer, installatieapparatuur en faciliteiten voor diverse exploitatie- en onderhoudswerkzaamheden en het verwerken van de oogst tot eindproducten. Wanneer de kweeksystemen zelf buiten de eilanden worden geïnstalleerd, is een relatief klein aantal eilandmodules nodig om bovengenoemde activiteiten te kunnen huisvesten. 

Bij toepassing van recirculatie aquacultuursystemen voor vis is een groter aantal drijvende modulaire systemen nodig voor de installatie op de dekken van kweektanks, tanks voor waterbehandelingsfaciliteiten, voeropslag en voor de verwerking van vis. De toepassing van gesloten vis-‘kooien’ zou in de nabije toekomst kunnen worden gerealiseerd, maar de toepassing van offshore recirculaire viskweeksystemen lijkt kostentechnisch nog niet haalbaar.

Offshore longlinesystemen

Voor het kweken van schelpdieren lag de focus op mogelijk toekomstige uitbreiding van de mosselkweek in Nederland, waarbij gebruik wordt gemaakt van offshore longlinesystemen die in het gebied rond een drijvend modulair eiland hangen. Er is een klein aantal modules nodig om een hoge productie van mosselen van verschillende grootte en van hoge kwaliteit aan te kunnen. Het voordeel van een on-site platform is vooral de mogelijkheid om jaarrond mosselen te kunnen oogsten, en die op het eiland te kunnen verwerken tot een eindproduct.

Het kweken van zeewieren vindt ook plaats met longlinesystemen waaraan het zeewier is vastgehecht. In tegenstelling tot mosselen moet zeewier in een korte periode van het jaar worden geoogst. Zeewier wordt op zo’n eiland gestabiliseerd of gedroogd. Er moet veel apparatuur op het dek van de modules geplaatst worden, wat resulteert in een groot aantal modules die slechts ongeveer een maand per jaar zal worden gebruikt. Deze toepassing is daarom op dit moment niet haalbaar.

Voor de Noordzee nog een brug te ver?

Het is belangrijk om alle mogelijkheden voor uitbreiding van aquacultuur in kustzones en open zee voor de toekomst open te houden. Door het onderzoek van Space@sea binnen Horizon2020 zijn waardevolle inzichten verkregen voor kansen, knelpunten en mogelijkheden voor de toepassing van drijvende eilanden voor aquacultuur. De kweektechnieken voor viskweek zijn hier nu nog niet op afgestemd, maar de mogelijkheden zijn er. Zodra er sprake zal zijn van een verdere opschaling van kweek van vis, schelpdieren en zeewier in offshore-gebieden wereldwijd ligt er nu een basis om drijvende eilanden hierin te betrekken. 

Voor de Noordzee is viskweek wellicht nog een brug te ver, maar internationaal gezien zijn er zeker kansen. Dit geeft met name exportkansen voor de Nederlandse toeleverende industrie voor offshore en aquacultuur.

Marnix Poelman

(marnix.poelman@wur.nl)

en Robbert Jak

(robbert.jak@wur.nl)

Afbeelding
H Test met mossellijnen in een stroomgoot van het onderzoeksinstituut Marin in Wageningen. (Foto: Robbert Jak)