H Sietze Boersma (73) zou nog wel even willen doorgaan…
H Sietze Boersma (73) zou nog wel even willen doorgaan… GH

Zestig jaar op het viswater

Algemeen

STAVOREN – Zestig jaar was Sietze Boersma op viswater te vinden. Nu ligt zijn IJsselmeerkotter ST 8 te koop. De vergunningen zijn verkocht naar Urk en Enkhuizen. Het afscheid valt de Friese visserman in hart en nieren zwaar.

Maandag 15 maart was de laatste visdag van het nettenseizoen 2020/2021 voor de IJsselmeervissers. Ook deze laatste dag na het weekend deed de 73-jarige Sietze Boersma nog een dagschot. Voor de laatste keer werden de staande netten uitgezet en gehaald. Sinds dinsdag is Boersma visserman in ruste.

Het liefst was hij nog even doorgegaan met vissen, tot het echt niet meer zou gaan. Boersma draait daar niet omheen. ,,Ik vind het nog altijd prachtig op het water en aan boord, en heb er daarom ook best moeite mee om te stoppen. Buiten de haven geniet je van een bepaalde vrijheid op je eigen schip, elk dat is anders. En omdat je nooit weet wat er onder water gebeurt is het altijd spannend wat je boven haalt. Boeiend ook. Natuurlijk ben ik dankbaar dat ik zo lang mijn werk heb kunnen en mogen doen, ik hoef maar om me heen te kijken hoeveel collega’s er al niet meer zijn.’’

Om gezondheidsredenen moest besloten worden er een punt achter te zetten. Zijn vrouw Antje kan hulp thuis heel goed gebruiken, en de eigen ogen slijten en zien dus minder scherp. Sietze en Antje zijn 53 jaar getrouwd, samen hebben ze twee dochters en een zoon. Zoon Wietze (40) heeft hetzelfde vissersbloed in de genen (ging in zijn schooltijd ook vaak mee met de ST 8); hij is getrouwd met een Urker vissersdochter en vist op een Britse vlagkotter.

Laaksum

Boersma werd in 1948 geboren in Laaksum, het pittoreske haventje op een paar kilometer zuidoostelijk van Stavoren, hoog gelegen aan de kust van Gaasterland. Laaksum kent vandaag de dag nog één vissersvaartuig: de schouw HL 6 van de gebroeders De Vries. HL staat voor Hemelum. Tussen de twee havens rij je langs het Rode Klif met het monument van de Slag bij Warns (eigenlijk: Stavoren), toen de Friese vrijheidsstrijders – onverzettelijke boeren en vissers – in 1345 de Hollandse ridders versloegen. Die historische overwinning wordt nog jaarlijks herdacht.

,,Ik ben een geboren visserman’’, zegt Boersma. Pake Sietze en heit Wietze – grootvader en vader – hadden samen de schouw HL 8, waarmee de hoekwantvisserij en de staandwantvisserij werd uitgeoefend. Als jochie ging Sietze al graag mee, als derde man. Vanaf school was het logisch dat hij vast aan boord kwam, pake ging toen met pensioen en was tot diens overlijden actief met netten en beugen maken.

Palingkuilen

Halverwege de jaren zestig werd de UK 10 ‘De Jonge Annie’ van Teunis Keuter gekocht, in 1960 gebouwd op de werf van Hakvoort in Urk. Ook dit werd weer een HL 8, met als naam ‘Miranda’. Vader en zoon Boersma kochten deze bijna 16 meter lange kotter om er ook mee op paling te kunnen kuilen. Het kottertje stak te diep voor Laaksum, Stavoren werd de nieuwe thuishaven. En op last van de gemeente moest er eind jaren zeventig ook ST op de boeg worden gezet.

,,Als we in 1965 hadden geweten wat ons boven het hoofd hing, dan hadden we die kotter toen niet gekocht. Want een paar jaar later werd vrij plotseling een kuilverbod afgekondigd. Dat was een streep door de rekening, het brak ons zogezegd bij de handen af. We zijn toen overgeschakeld op de kistenvisserij als alternatief voor het verboden palingkuilen. Dat pakte goed uit, gelukkig wel. Ik mag achteraf wel zeggen: heel goed. Nu is dat weer heel anders geworden. Met de opkomst van de grondels komt er geen paling meer in de kisten. Bovendien was er ook geen spiering meer voor het aas. Vijf jaar geleden hebben we het voor het laatst met kistjes geprobeerd. Ik denk dat wij met de ST 8 de laatste waren’’, blikt Boersma terug.

Toen de palingvisserij na de millenniumwisseling minder en minder werd, besloot Boersma in de rustige wintermaanden opstapper te worden op de Urker Noordzeevloot. 54 jaar was hij toen hij voor het eerst aan boord van een Noordzeekotter stapte. Tot groot genoegen, mag Boersma wel zeggen. Eerst bij rederij Van den Berg, later bij zonen van Henk de Boer, de schoonfamilie van zoon Wietze, en ook bij verschillende andere Urker Noordzeekotters.

Tij gekeerd

De slotjaren als nettenvisser op het IJsselmeer zijn heel goed geweest. Maar kijkend naar het Markermeer en gelet op het nog beperkt aantal actieve vissers boven de dijk Enkhuizen-Lelystad zet Boersma toch wat vraagtekens. ,,Op het Markermeer zijn het superjaren geweest. Hier noordelijk zijn we nog maar met ons drietjes actief op de schubvis: de WON 32, HL 6 en wij. Dat stelt nog maar weinig voor op dit water. Begrijp me goed: we hebben het goed, maar je zou met zo weinig visserijdruk en goede jaarklassen snoekbaars toch meer verwachten. Eerlijk gezegd viel het afgelopen jaar toch tegen, zeker als je kijkt naar de enorme vangsten zuidelijk van de dijk. De rode baars is helemaal weinig. Er klopt iets niet…’’

Toen in 2014 van overheidswege de nettenvisserij met maar liefst 85 procent werd beperkt, was dat voor Boersma een nachtmerrie. Na alle eerdere ‘verschrikkelijke’ beperkingen hét dieptepunt in zijn vissersloopbaan. ,,We hielden nog maar acht perkjes over, te weinig voor bestaansrecht. Ik zag mijn schip als het ware onder mij wegzinken.’’ De dankbaarheid is groot dat het tij ongedacht keerde. Er konden acht merkjes worden bijgehuurd, en met zestien netten ging de ST 8 meer schubvis vangen dan voorheen met vijftig stuks. ,,Maar in de jaren zeventig en tachtig vingen we per netje nog meer hoor! In de tussentijd is er ook heel wat veranderd op het IJsselmeer, door overheidsingrijpen is het water helderder en voedselarmer geworden.’’

De ST 8 is de laatste nettenvisser van Stavoren, collega Klaas Wouda (ST 21) vist alleen op paling. Veel visserijcollega’s zijn verdwenen, maar het is bepaald niet rustiger geworden op het water en aan de boorden van het IJsselmeer. Boersma kijkt met lede ogen naar de komst van windparken en aanleg van ‘natuureilanden’, en nog is het einde niet. Het komt de visserij allemaal niet ten goede, is de overtuiging van Boersma. Maar Boersma is niet pessimistisch. ,,De bemoeizucht mag wel wat minder. Maar over het geheel genomen ziet het er wat de bestanden betreft niet verkeerd uit, en dat geeft vertrouwen.’’

H De ST 8 in de thuishaven Stavoren. De ST 21 is de enige collega-IJsselmeerkotter. Verder bestaat de vloot uit een handvol garnalenkotters, met relatief jonge schipper-eigenaren.