Alles anders. Schapenscheren op Vlaggetjesdag...
Alles anders. Schapenscheren op Vlaggetjesdag... Buitjes

Dagboek van een visserman

Algemeen

De week voor Pinksteren was dit jaar anders dan andere jaren. Normaal is het dat er die week door de Zoutkamper vloot amper gevist wordt. Meestal wordt er in deze week geklust en geverfd; op de wal bij de Technische Dienst Lauwersoog/NG Shipyards of in de havens. Zelf doen we meestal nog een kort reisje tot woensdag en gaan dan na het lossen en schoon schip maken richting Zoutkamp om daar nog wat te borstelen, schuren en verven aan de ‘Aldert van Thijs’.

Gaan voor de hoofdprijs, het ‘Koninginneschip’, lukt meestal niet; al heb ik het toch één keer behaald. Dat is alweer heel wat jaartjes geleden, in 1994 met de palingkotter ZK 38 (ex-HK 10). Ik weet nog goed dat er toen een lange periode was van noordoostenwind; schrale visserij en zodoende tijd over voor wat extra onderhoud. Voor het eerst had ik het schip met Vlaggetjesdag tot in de puntjes voor elkaar en dit beloonde zich in de eerste prijs. Ik kan wel zeggen dat ik dat wel een hele eer vond. Een leuke ervaring waar ik altijd met plezier en trots op terugkijk.

Maar dit jaar is het anders dan anders. Geen Vlaggetjesdag op Pinkstermaandag en geen garnalenparty, geen kermis en geen feest gedurende het hele Pinksterweekend. Het was stil op straat en stil in de haven. De ZK 5 en de WR 126 van de Zoutkamper Wieringer Johan Jeeninga lagen nog in de Zoutkamper haven en bij de Rousant was zoals altijd bedrijvigheid, maar verder was het onwerkelijk rustig. Een rust die ik mij niet herinneren kan, want sinds mensenheugenis is er rond de Pinksteren kermis en drukte in Zoutkamp. Verscheidene kermisexploitanten komen ieder jaar graag naar Zoutkamp en zijn soms dagen voor de aanvang van de kermis al aanwezig om vis te bakken en garnalen te pellen.

Sinds 1959 vindt Vlaggetjesdag plaats in Zoutkamp en omdat 1959 ook mijn geboortejaar is, kan ik mij niet anders voor de geest halen dan dat op Tweede Pinksterdag de vlaggen in top gaan bij de Zoutkamper vloot. Dit jaar voor het eerst in m’n leven niet op Zoutkamp en niet varen met de kotter. Een rustig weekend met prachtig weer om wat in de tuin te rommelen, de schapen te scheren en te genieten van lekker eten en drinken met barbecue en gebakken vis.

Touwen los

Dit jaar ging het dus anders, zodat maandagmorgen 25 mei de touwen gewoon los gingen voor een volledige visweek van 60 uur of toch iets langer. Het was die maandag nog niet helemaal duidelijk hoeveel garnalen Solt nodig zou hebben, zodat het voor ons afwachten was of we 60 uur gingen vissen of gingen stapelen. Al snel werd duidelijk dat de gedeeltelijke opening van de horeca op 1 juni zorgde voor extra bestellingen van garnalen bij Solt. Na overleg met de collega’s en met de pellers van Kant werd besloten dat wij deze week gingen stapelen tot vrijdagmorgen en in week 23 stil gingen liggen.

Als je zoals wij in een bedrijf als Solt zit, moet je wel wat rekening houden met andere zaken dan alleen hoog en laag water en de hoek waar de wind vandaan komt. Het is rekening houden met vraag en aanbod van garnalen, planning van zeefstation en pelcentrum en ook met elkaar. Wie van de Soltvissers blijft op zee en wie gaat naar binnen om te lossen? Het is altijd schipperen en het beperkt je in je doen en laten, maar aan de andere kant levert het ook weer heel veel op. Je betrokkenheid bij je product, de garnaal, wordt vele malen groter en je krijgt ook inzicht in wat er allemaal komt kijken om onze garnalen van onze schepen bij de consument te krijgen.

Om dat allemaal te bereiken, moet er wel eerst wat gevangen worden en dat lijkt te lukken. De eerste trek recht boven het Gat begint goed; 90 kilo schone garnalen van nog geen twee uur vissen. De trek over hetzelfde bestek terug laat echter een ander beeld zien: 40 kilo. Dit is wel even balen, maar dit hoort ook bij het vissen.

We blijven een beetje boven het Westgat hangen omdat het water overdag flink aan de kleur is. Dit heeft als resultaat dat de vangst weer iets aantrekt, maar 90 kilo zien we niet weer. Ook Soltcollega Lammert Bolt van de ZK 14 die wat westelijker bij het Bornrif ligt, heeft het over hetzelfde beeld. De ZK 18 van Johan Rispens ligt op het Wad en hij is minder positief. Rommelig in de box met blaaswier en wat beginnend groen en de gevangen garnalen zijn niet bijzonder groot.

Zo gaat het wat door, waarbij de stevige wind blijft zorgen voor dik water. ’s Nachts vallen de vangsten (gemiddeld 40 kilo) wel wat tegen in het dikke water, maar het scheelt dat de nachten kort zijn. Bij het dag worden trekken de vangsten weer wat aan, maar de wind draait wat naar het noorden, het water wordt helder en de vangsten nemen af.

We hebben net uitgezet en de gang gaat er uit: kwallen!! Niet alleen knikkerkwallen (ribkwallen), maar ook gewone plakkwallen (oorkwallen). Snel halen en opletten dat er geen netwerk in de schroef komt. De zeeflap zit vol, dus de tuigen omhoog en het schip in z’n achteruit zodat de kwallen uit het net stromen. Na een klein half uurtje is alles weer visklaar en laat schipper Alfred de tuigen weer zakken. Het blijft vanaf dat moment wat aanklooien, schrale vangsten en groen in de netten. ’s Nachts trekt de wind weer wat aan en ruimt wat. Dit resulteert in dikker water, minder kwallen en meer garnalen. Gemiddeld 60 kilo met een enkele uitschieter zorgt voor blijde gezichten.

Dit maakt vissen leuk, vooral als je vanaf de wal hoort dat er vraag is naar onze Soltgarnalen. Je zit zo helemaal weer in het ritme van het vissen. Uitzetten, halen, verwerken, even liggen of de wacht houden. Als er een beetje gevangen wordt en de kiloprijzen voor vis en garnalen zijn een beetje acceptabel, dan is het vissermansbestaan zo gek nog niet.

Vooral tegenwoordig, met internet, radio en tv aan boord, is het goed vol te houden. Je bent niet meer afhankelijk van wat oude kranten en tijdschriften, maar je kunt op de hoogte blijven van het laatste wereldnieuws. Heel veel nieuws wat je hoort of ziet neem je echter amper in je op. Onbewust ben je selectief in wat je interesse heeft en wat je in je geheugen opslaat. Als er iets op het nieuws is over jacht of visserij, dan spits ik automatisch m’n oren.

Pulsvissen

Mijn aandacht werd getrokken door het nieuws over de pulsvisserij: een positief advies door ICES op basis van wetenschappelijk onderzoek. Jammer dat ICES pas nu met dit advies komt en niet al veel eerder. Dan had het er hoogstwaarschijnlijk anders uitgezien voor de pulsvisserij dan de huidige situatie waarbij sprake is van een pulsverbod. Met dit advies in de hand had Bloom geen schijn van kans gehad. Door nu pas met het onderzoek en het advies van ICES te komen, wordt het paard achter de wagen gespannen. Het is onbegrijpelijk dat het onderzoek naar de pulsvisserij pas na elf jaar van zo’n acceptabel niveau is dat het beoordeeld kan worden op de eventuele impact op het milieu en het ecosysteem. Dit onderzoek had natuurlijk veel eerder gepresenteerd moeten worden en dat had ook wel gekund. Wat er de eerste jaren geleverd is aan onderzoek was ver beneden de maat. Er is te veel ingezet op de optimalisatie van de vangsttechniek en verhoging van het aantal ontheffingen, terwijl er geen oog was voor bezorgdheid en vragen omtrent deze nieuwe vistechniek. Puls was een gelopen race en iedere criticus werd door visserijbestuurders, ambtenaren van Visserij en onderzoekers weggezet als zeurpiet en niet meer van deze tijd. De realiteit laat zien dat puls zeker geen gelopen race is en dat het nog veel tijd en inzet zal kosten om deze vorm van visserij weer geaccepteerd te krijgen.

Jammer dat het soms anders loopt dan dat je graag ziet, maar dat ben je als visserman ook wel een beetje gewend. Van rustig voortkabbelen is meestal geen sprake, want er gebeurt altijd wel iets. Is het geen mechanisch of elektronisch defect, dan is het wel het weer dat zorgt dat het werk aan boord verre van saai is en vissen beslist geen sleurbaan is. Al met al waren de weken rond de Pinksterdagen anders dan anders en beslist niet verkeerd; al moet ik zeggen dat het volgend jaar, wat mij betreft, wel weer gewoon Vlaggetjesdag mag worden.

Henk Buitjes, ZK 37

Vlaggetjesdag Zoutkamp 1963. Aan de hand van m'n vader Aldert (van Thijs) Buitjes onderweg naar de ZK 4, het huidige schip van het Visserijmuseum.
Alles anders. Lege vissershaven in Zoutkamp op Tweede Pinksterdag 2020.